Uitgaan in de winter

Wanneer jij dit leest, bevind ik me waarschijnlijk tussen de hossende mensen in Utrecht samen met Nicole en Manon (of uitgeput in bed als je dit ’s ochtends leest).
Wij gaan namelijk uit of zoals de ‘ik ben lekker gek’-meisjes zouden zeggen: drankjes doen en dansjes dansen met mijn dinnetjes!!! <3 <3 <3
Uitgaan is leuk (‘OMG, volgens mij keek hij wéér naar je!’ ‘Wat een creep.’ ‘Hoeveelste wijn is dit ook alweer?’ ‘Ik had geen hakken aan moeten doen.’), maar uitgaan in de winter is wel een challenge hoor.

Buiten vriest het zo’n twintig graden. Je gaat al bijna dood als je naar buiten kijkt, laat staan als je je daar vrijwillig (en ook onvrijwillig trouwens) op glad ijs zou begeven. Maar goed, de afspraak is gemaakt. Op je hoogste hakken en in je dunste panty glibber je over straat.
‘Ik heb het zoooooo koud!’ gil je om de minuut.
‘Mijn voeten doen pijn,’ klaagt je dinnie.
Je gaat het nooit meer warm krijgen.
Maar dan kom je in de club. Het is bloedjeheet. Het zweet gutst door de zaal heen als een soort schuimparty, maar dan onbedoeld. Verdomme, je had ook geen panty aan moeten doen. Binnen tien minuten zijn je kleren, je hebt er twee uur over gedaan om dit setje uit te kiezen, helemaal doorweekt. En je hebt nog steeds pijn in je voeten.

Een paar uur later staan jullie weer buiten. Je benen vriezen vast aan je panty. Verdomme, had je maar een broek aangedaan met daaronder een thermolegging. Naast je gilt je dinnetje: ‘Ik heb zo’n pijn in mijn voeten!’

Gelukkig heeft de winter ons dit jaar overgeslagen. We will survive.

De eenzame handschoen

Dat de winter eraan komt, voelen we allemaal. De wind wordt steeds snijdender, onze tere huidjes staan vol met kippenvel en onze handen bevriezen. Gelukkig is er voor dat laatste wat uitgevonden: handschoenen.

Als ik van Oegstgeest naar Leiden fiets, vallen de blaadjes op de grond en terwijl ik naar die prachtige kleuren kijk (‘Opletten, Laura, je knalt bijna tegen een auto aan!’), valt me nog iets anders op. Ik zie een handschoen, helemaal alleen, op de grond. Hij is een beetje vies, want er hebben meerdere fietsen overheen gereden. Wat ligt hij daar toch eenzaam, zonder zijn wederhelft. Van welke arme ziel zou deze handschoen zijn?

Een paar dagen geleden fietste ik er weer en ik kwam talloze eenzame handschoenen tegen. Zo zielig, dacht ik nog. Het bleek toch iets te warm te zijn voor mijn Minnie Mouse-handschoenen, dus stopte ik die in mijn tas, al fietsende, want multitasken is handig, toch?

Ik wilde weer weggaan uit de faculteit en pakte uit voorzorg mijn handschoenen. Maar toen ik in mijn tas keek, vond ik er maar één. Nu is mijn tas een rommeltje, dat weten jullie, maar hoe ik ook zocht en zocht, ik kon de andere niet vinden. Ik fietste weer terug, met blauwe handen van de kou, en keek vol hoop naar de grond, maar hij lag er niet.

Mijn rechter Minnie Mouse-handschoen is niet meer. De linkerhandschoen is alleen achtergebleven. Samen rouwden we. Ik veegde een traan weg, trok de deur achter me dicht en trok mijn degelijke, witte handschoenen aan. Maar het voelde niet hetzelfde.

Rechter Minnie Mouse-handschoen: ik zal je nooit meer vergeten. Je bent voor altijd in mijn hart. R.I.P.

Wat ik nodig heb om de winter te overleven

Ik bibber me rot met 15 graden, 20 graden is nog net te doen voor mij. Bij elke temperatuur die onder de 10 graden komt, kan ik me echter niet meer bewegen, omdat ik al doodgevroren ben. Mijn ouders wisten dit niet van tevoren, anders hadden ze op mijn geboortecertificaat wel Koukleum als tweede naam aangegeven.

Nu is er een klein probleempje. Elk jaar gebeurt het weer. Eerst is het nog herfst en dat is al erg genoeg, maar dat kan ik nog net aan. Ik ben moeilijk te verstaan door het geklapper van mijn tanden, maar vijf minuten op de trein wachten overleef ik wel.

Maar nee, dan de winter. Die heeft niets. Geen mooie bladeren, geen warm zonnetje, geen bloesem. Ja, sneeuw. Dat is dan één minuut mooi, voordat de auto’s er modder van maken en wanneer je een sneeuwbal in je nek krijgt, weet je ook plotseling niet meer wat er nou zo leuk aan was. Elke keer rond oktober/november weet ik het dan ook zeker: aankomende winter overleef ik niet.

Ik ben 21 en ik leef nog, dus blijkbaar is het voorafgaande jaren toch gelukt (maar het was op het randje hoor!). Dat komt alleen maar omdat ik een aantal hulpmiddelen had en zelfs met deze hulp is het nog tricky. Ik zal een overzicht geven:

– De kachel.
Hij verwarmt zowel mijn lichaam als mijn hart. We zijn onafscheidelijk.

– Warme chocolademelk met slagroom.
Het enige leuke aan de winter is dat ik dit mag drinken. Maar let wel: mét slagroom. Anders kun je het net zo goed niet drinken.

– Minnie Mouse-handschoenen.
Om te voorkomen dat mijn vingers eraf vallen tijdens het fietsen (zou toch jammer zijn), draag ik deze geniale handschoenen.

– Rode winterjas mét capuchon.
Ik wild een blauwe trenchcoat met een capuchon. Die, lieve mensen, zijn niet te vinden. Gelukkig wel een rode. Heeft voor een nieuwe bijnaam gezorgd (Roodkapje). Voor de capuchon ben ik eeuwig dankbaar, want Roodkapje houdt niet van natte haren door de regen.

– Goede films en boeken.
Naar buiten gaan kan niet, want dan ga je dood. Wat moet je dan doen? Films kijken en boeken lezen natuurlijk. Mét warme chocolademelk met slagroom.

– Sjaal.
Mijn delicate nek kan niet zonder. En het is al helemaal fijn als je verkouden bent (nóg een nadeel van de winter!).

– Kerst.
‘Wat moeten we doen om de winter toch nog een beetje leuk te maken voor de mensen?’ ‘Ik weet het, een feestdag!’ Kerst betekent vrij zijn (ik zeg expres niet kerstvakantie, want ik heb voor mijn studie alsnog altijd deadlines, dus dat kan je geen vakantie noemen), gezelligheid, familie, de kerstboom vol met de lelijkste basisschoolprutsels gemaakt door mij en mijn broer/broertje, lekker eten, chocola (heeeeeeeeeeeeeeeeel veel chocola), films die je al tachtigduizend keer hebt gezien (Home Alone, the Sound of Music enzo) en oh ja, cadeautjes (laten we het maar niet hebben over de stress die het zoeken van cadeautjes voor anderen oplevert). Twee dagen ontspannen, fijn!

– Chocoladekruidnoten.
Om een extra vetlaagje te creëren. En omdat ze lekker zijn. Ik geniet er nog maar van, voordat ze in januari weggaan. In maart komen ze namelijk pas weer in de schappen te liggen.

– Een vriendje.
Toegegeven: ik heb ook winters zonder een vriendje overleefd. Maar ze zijn toch wel heel erg fijn. Ze kunnen de winter zelfs romantisch maken en ze houden je warm. En je kunt hen persoonlijk aansprakelijk houden voor als je de winter niet overleeft. Alleen heb je er zelf dan niet meer zoveel aan.

Dat moet goed komen, zou je zeggen. Maar ik beloof niets. Mocht het verkeerd aflopen: jullie weten wie jullie de schuld moeten geven!

Fictief interview met de winter


De enige reden dat ik lach op deze foto is omdat ik net warme chocolademelk op had. Voor de rest kijk ik altijd verdrietig dan wel angstig in de winter. 
De foto is gemaakt door Caithlin die al veel te lang niet geblogd heeft (ja, dat is een hint).

Ik weet dat het dit weekend nog wel redelijk warm was voor deze tijd van het jaar. Maar wat jullie niet weten, is dat de winter om het hoekje staat te lachen. ‘Haha.’ denkt het weer. ‘Ik ga lekker iedereen in de war brengen door het dit weekend warm te laten zijn en dan komt BOEM plotseling de ijzingwekkende kou van de winter.’
Dit kan ik natuurlijk niet laten gebeuren.

Elke winter denk ik weer: hoe ga ik dit in godsnaam overleven? Ik moet bekennen dat het tot nu toe altijd gelukt is, maar dat biedt geen garantie voor de komende maanden. Al meerdere keren ben ik ’s nachts bijna vastgevroren aan mijn fiets en het heeft nog niet eens gevroren, dus dat vind ik wel een prestatie. Tijd voor een gesprekje.
‘Hé winter!’ riep ik, na eindeloos zoeken, want hij had zich goed verstopt.
Hij deed net alsof hij me niet zag, maar ik bleef maar roepen en rende uiteindelijk achter hem aan. Hij hield het rennen niet zo lang vol en terwijl hij uit stond te hijgen, kwamen er witte wolkjes uit zijn mond.
‘Nouuu Laura, wat toevallig!’ zei hij. ‘Wat doe jij nou hier?’
Ik zuchtte.
‘Doe maar niet alsof je me net niet zag. Het maakt niet uit hoe goed je je verstopt, iedereen weet dat je binnenkort tevoorschijn komt hoor.’
De winter keek teleurgesteld.
‘Zelfs de NS?’
Ik lachte.
‘Nee oké, iedereen behalve de NS. Die doen net alsof ze je niet zien. Maar goed, ik wilde het ergens met je over hebben.’
De winter keek als een kind dat wist dat het stout was geweest.
‘Nou?’
‘Zou je dit jaar alsjeblieft niet willen verschijnen? Ik ben je eigenlijk wel een beetje zat. Leven met jou is moeilijk, weet je. De treinen rijden niet, fietsen is gevaarlijk, ik kan me niet bewegen door bevroren ledematen. Die sneeuw is wel mooi, totdat het allemaal zo’n smerige, bruine boel wordt. En oké, er is kerst enzo, maar voor de rest is er dan ook echt niets leuks aan jou.’
De winter knikte begrijpelijk.
‘Nee natuurlijk, heb je helemaal gelijk in. Weet je wat, ik heb er ook geen zin in dit jaar. Ik denk dat ik gewoon op vakantie ga, naar Brazilië ofzo. Dan heb jij ook even een paar maanden rust.’
Ik haalde opgelucht adem en klopte de winter op zijn schouder.
‘Ah dat vind ik echt heel lief van je, dankje!’
We namen afscheid en blij huppelde ik weg. Ik keek nog even over mijn schouder en even dacht ik de winter achter een bosje te zien, alsof hij me achtervolgd had. Ik schudde mijn hoofd en lachte. Nee, vast verkeerd gezien. We hadden immers een deal. Toch?

Aangenaam, ik ben Kleumpie

Aangenaam, ik ben Kleumpie. Misschien ken je me niet, maar ik ben de bibberende alterego van Laura. Niet het hele jaar hoor, nee, ik verschijn meestal in oktober en verdwijn zodra het eerste lentezonnetje komt.

Het zit namelijk zo: ik denk dat ik allergisch ben voor kou. Zodra de temperatuur onder de vijftien graden komt, krijg ik last van een aantal symptomen: bibberen, kippenvel en de herhaling van zinnen als ‘Ik heb het koud!’ en ‘Oh mijn god, het is zó koud, niet normaal gewoon!’. Helaas is er nog geen medicijn voor gevonden (emigreren naar Spanje kost me teveel geld).

Ik heb een probleem, een tamelijk levensbedreigend probleem, namelijk: hoe ga ik in hemelsnaam aanstaande winter overleven? Ze hebben mij verteld dat het een zogeheten ‘horrorwinter’ wordt. Ik weet niet precies wat het inhoudt, maar het klinkt nogal eng. Elk jaar ben ik weer trots op mezelf dat ik die barre maanden heb overwonnen, maar eerlijk gezegd, ik weet ook niet hoe ik het doe. Het is meestal net aan. En ik betwijfel of ik het deze keer ga overleven…

Ik weet dat er nog meer mensen zijn zoals ik, maar helaas kom ik die niet zo vaak tegen: ze zitten meestal binnen. Maar mocht jij,  dierbare lotgenoot, dit lezen, vertel het me dan. Misschien kunnen we iets voor elkaar betekenen. Samen een kop warme chocolademelk (met slagroom uiteraard) drinken, lekker warm in een cafeetje, terwijl het buiten sneeuwt. Of een sjaal voor elkaar breien.

En als je hier dan geen last van hebt (lucky bastard!), begrijp dan hoeveel leed dit veroorzaakt. Minstens drie maanden kou is lang, mensen, heel erg lang. U kunt mij steunen door geld op mijn rekening te storten. Alvast hartelijk bedankt.