Sinterklaas is voorbij. De schappen liggen nu vol met kerstkransjes in plaats van chocoladekruidnootjes. Ik ben gebroken. Ik ben helemaal kapot. Heeft het leven nog wel zin? Ik betwijfel het.
Terwijl ik gisteren in een hoekje van mijn kamer zat te huilen, kwam er een doosje van Nestlé aangelopen. Het was warme chocolademelk (die nog niet echt warm was, want hij zat nog in zakjes, maar goed). Hij legde een arm om mijn schouder.
‘Hé Laura, wat is er, meisje?’
Het duurde even, voordat ik in staat was om antwoord te geven.
‘D-de chocoladekruidnootjes waren op bij de Kruidvat en n-nu heeft alles geen zin meer en-‘
Ik begon hard te snikken. WCM haalde een zakdoekje tevoorschijn.
‘Ja lieverd, dat is erg vervelend. Ik weet hoeveel je van hen houdt. En zij van jou. Maar weet je, het is december. In maart zijn ze alweer terug.’
Ik stond op en keek WCM boos aan.
‘AL? WAT NOU AL? Weet je niet hoe lang het duurt, voordat het maart is? En ik heb niet eens een voorraadje aangelegd…’
Ik stortte weer in elkaar, het werd zwart voor mijn ogen. Toen ik weer bij kwam, stond WCM daar nog steeds. Hij keek me stralend aan.
‘Ik weet al hoe ik jou weer blij moet maken.’
De hoop gloeide op in mijn borst.
‘Ja? Vertel.’
Hij liet een stilte vallen, voor het dramatische effect.
‘Wat jij nodig hebt, lieve Laura, is…’
Er klonk trommelgeroffel op de achtergrond.
‘MIJ!’
Ik moest lachen. WCM? Haha nee joh, niets kon de plaats van chocoladekruidnootjes innemen. Maar toen bedacht ik me waar WCM voor stond: warme CHOCOLADEmelk.
‘Je bent geniaal!’ antwoordde ik. ‘Kom, ik ga je meteen maken.’
Ik haalde een zakje uit hem, kookte water en stopte de inhoud van het zakje daarin. Met een brede glimlach op mijn gezicht begon ik te roeren met een lepeltje. Hmmm, die aroma.
En toen kwam het besef, als een klap in mijn gezicht: ik had geen slagroom in huis. Met een boog kwam WCM in de goot terecht en ik rende mijn kamer in, naar het hoekje toe. Het huilen is nog steeds niet opgehouden…