Laatst was er een vierde bruinrode vlinder in mijn kamer. Op Twitter plaatste ik dat ik nu niet meer in toeval geloofde. En het zette me aan het denken.
Toen ik er namelijk eerder iets over zei, zei Renze dat er voor de tijd van het jaar verrassend veel vlinders waren en dat het daardoor kwam. Laura reageerde op mijn huisvlinderblog dat ze dacht dat vlinders symbool stonden voor overledenen, die nog even gedag komen zeggen.
Ik was een boek (En uit de bergen kwam een echo van Khaled Hosseini) aan het lezen en er overkwam me iets: ik moest huilen bij dat boek. Hoe emotioneel een boek ook is, ik huil er zelden bij (in tegenstelling tot films…), dus dat was al bijzonder. Maar op datzelfde moment hoorde ik een raar geluid. Een soort zacht, tikkend geluid. Ik ging kijken waar het vandaan kwam en het was dus die vierde bruinrode vlinder die steeds tegen het balkondeur botste, omdat hij naar buiten wilde. Ik deed de deur open, maar hij bleef op het randje zitten.
‘Ga maar, vlindertje, ga maar.’ zei ik, maar hij bleef nog een aantal seconden om vervolgens weg te vliegen.
Ik weet niet wat het betekent, maar voor mij betekent het iets. De één zegt dat het een overleden naaste is die nog een teken wil geven, de ander dat het gewoon een vlinderplaag is. Maar het maakt eigenlijk niet uit wat anderen zeggen. Het gaat om de betekenis die ik er zelf aan geef. Misschien sta ik op het punt om iets in mijn leven te veranderen (wat niet helemaal zo is, maar het is dan ook een voorbeeld) en geven de vlinders me net het laatste zetje, genoeg moed om het te doen.
Dus we moeten er mensen ook niet om veroordelen dat ze in – wellicht – willekeurige dingen betekenis zien of vinden. Want als het betekent dat zij daarmee een goede stap nemen, dan heeft het alleen maar voordeel.
Ondertussen ga ik bedenken waar die vlinders voor mij symbool voor staan.