Een bekentenis (don’t judge me)

Ik zal jullie wat bekennen. Ik ben superduperintellectueel (dat is mijn bekentenis nog niet hoor), want ik lees boeken en ik ga filosofie studeren en ik heb het woord arbitrair wel eens serieus gebruikt. Maar ik heb ook een trashy kant (wie niet?)…

Als ik tv kijk. Ja, ik geef het gewoon toe. Ik kijk niet naar Pauw & Witteman (‘Dat is ook afgelopen, doos.’ ‘Ja, maar ik wilde even een intellectueel programma noemen en ik kon niets anders verzinnen.’ ‘Houd dan gewoon je mond dicht.’) of documentaires over de economische crisis. Ik durf het bijna niet te zeggen, bang dat de elite me uit zal lachen. Maar ik doe het toch.

Ik kijk graag naar TLC en MTV. Ja. Vooral trouwprogramma’s. Dan kan ik heerlijk wegdromen en eindeloos kritiek geven (‘GEEN MERMAID DRESS, DOOS!’) en hints geven aan mijn vriend (‘Zo’n jurk wil ik als we gaan trouwen.’ ‘Gaan we trouwen dan?’ ‘JA.’). Het is fantastisch.

En MTV dan. Je hebt nu elke dag tijdens het avondeten (ja, dat eten wij gewoon schaamteloos op de bank, als een oud, uitgezakt stel) Girl Code. Girl Code is geweldig. Een aantal vrouwelijke comedians vertelt over zaken als mannen, diëten, vrouwenproblemen en wat eigenlijk niet? Dat doen ze op een grappige, maar overdreven Amerikaanse manier. Love it.

Natuurlijk zit er een diepere laag achter deze meuk kijkende verslaving van me. Soms is het gewoon zwaar, weet je, om de hele tijd met moeilijke woorden te moeten praten. En te doen alsof je Derrida snapt. En uitleggen wat je met je studie kan. Mijn verstand moet even op nul, zodat ik als het ware kan refreshen.

Om daarna gewoon weer superduperintellectueel te zijn.

(‘Haha, laat me niet lachen.’ ‘Houd je mond joh, drol.’)

Series kijken is helemaal niet leuk

‘Jeetje Laura, waar slaat dát nou weer op? Kijk je geen series ofzo?’
Nou, beste lezer, dat doe ik wel. Een aantal zelfs. Dat gaat van het elitaire Downton Abbey tot het wat minder elitaire Grey’s Anatomy en tot de absoluut niet elitaire sitcom How I Met Your Mother. Elke keer als er een nieuwe aflevering is, kijk ik er met veel plezier naar uit, maar of ik er ook met veel plezier naar kijk? Nee, het is verschrikkelijk.

Je hebt namelijk seizoenen in series. En die moeten spannend aflopen, anders wil je niet meer na het volgende seizoen kijken, dat pas na tachtig jaar weer komt. Dus doen ze de verschrikkelijkste dingen in series. Schietpartijen, aanrijdingen, vliegtuigongelukken, noem het maar op, of het gebeurt (vooral in Grey’s Anatomy).

Meestal kijk ik met mijn moeder en ons commentaar bestaat meestal uit: ‘Jeetje!’ (mijn moeder) ‘Verdomme!’ (ik) en ‘Wat een kloteserie.’ (allebei). We raken namelijk emotioneel gehecht aan personages en dus moeten ze niet doodgaan of relaties verbreken of baby’s verliezen (vooral in Grey’s Anatomy). En vooral niet aan het einde van een seizoen.

Maar ja, ik ben een nieuwsgierig mens, dus elke keer trap ik er weer in. Gelukkig is How I Met Your Mother begonnen aan het laatste seizoen.

(of niet gelukkig natuurlijk, want wat moet ik anders doen met mijn leven?)

Wat ik niet snap van de Wereld Draait Door

De gasten in de Wereld Draait Door weten vaak pas in de middag van de uitzending dat ze überhaupt in die uitzending komen. Ze moeten snel snel snel naar Amsterdam, snel snel snel in de make-up en dan, geheel in de stijl van DWDD, snel snel snel in een interviewtje van tien minuten op de tv (en dan snel snel snel van die stoel af voor de volgende gast).

Dat lijkt me op zich al heel veel stress geven, maar daar komt bij dat dit programma door miljoenen mensen wordt bekeken. Ook al zou je het maanden van tevoren weten, het blijft spannend.

En dat is dus wat ik niet snap: hoe kunnen die gasten zo rustig en relaxt praten? Hoe krijgen ze ook maar een woord uit hun strot? Waarom wiebelen ze niet op hun stoel of plukken aan hun haar of bijten hun nagels? Waarom roepen ze niet in grote paniek ‘IK WEET HET NIET!’ uit op een random vraag van Matthijs van Nieuwkerk?

Ik denk dat ik me niet meer zou kunnen bewegen en als ik dat wel kon, dat het oncontroleerbaar zou zijn. Dat ik, die nooit stotter, niet verder kom dan: ‘I-i-i-ik.’. Dat ik per ongeluk in de camera kijk. Of mijn glas omstoot over het nieuwe boek van de schrijver die na mij komt.

Maar nee hoor, alle gasten zijn enorm ontspannen. Alsof ze een pilletje van het één of ander hebben gekregen. Ik was haast zeker van dat laatste totdat ik dinsdag een uitzending zag met kindertjes die heel goed een instrument konden bespelen. Eén jongetje wist niet zo goed wat hij moest antwoorden op de vragen van Matthijs en hield het bijna niet van de zenuwen.

Ik haalde opgelucht adem. Ze bestaan dus toch: zenuwachtige mensen bij de Wereld Draait Door.

En vandaag in Pauw en Witteman: LAURADENKT!!!


Ik ben zo famous.

Afgelopen maandagavond was het zo ver: ik ging met mijn minor naar Pauw en Witteman. Allereerst kregen we een rondleiding in de regiekamers (zie de foto). Als je tv kijkt, denk je er niet over na dat er zoveel mensen achter zitten. Regie, licht, geluid, er is veel voor nodig bij zo’n programma. Daarna moesten we weer naar het café om de tijd te verdoen met celebrity-spotten (althans dat deed ik): ‘Heeft die man een pak aan omdat hij ergens bekend van is of is het een random iemand?’ Daarna bleken we al de studio in te mogen en natuurlijk waren wij weer als laatsten dus kregen wij de slechtste nooitinbeeldplekken. Ik snap het wel dat ik niet zo vaak in beeld was, want dat is natuurlijk heel afleidend, dan denkt iedereen: ‘OH MIJN GOD, LAURADENKT IS OP TV.’
Maar toch.

Het was een bijzondere uitzending, want Rutte en Samsom waren er namelijk. Het is heeeeeel raar om die twee mannen in het echt te zien, nadat je ze zo vaak op tv hebt gezien. En je komt nog eens wat te weten (ik zat achter Samson, vandaar veel dingen over hem):
– Samsom is echt klein (hoor wie het zegt) in vergelijking met de andere heren dan.
– Samsom had een te korte broek aan.
– Samsom had donkerblauwe sokken aan, wat dus matchte met zijn stropdas (wat een fashionista).
– Jeroen Pauw klikt tijdens de uitzending de hele tijd met zijn pen.
– Jeroen Pauw is absurd lang.
– Pauw en Witteman moeten een kleedkamer delen. Matthijs van Nieuwkerk heeft er wel eentje voor zichzelf en die zit twee deuren verder.
– De studio (ook die van De Wereld Draait Door) is écht veel kleiner dan je denkt.
– Ik moest bijna niezen tijdens de uitzending, maar ik kon het inhouden.
– Ik viel ook bijna in slaap, ondanks dat ik koffie had gedronken, vanwege mijn nog steeds durende slaapgebrek.

Ik had gehoopt op een Pfauth-momentje*, maar helaas moesten de mobieltjes uit. Ondanks dat ik niet in beeld was en überhaupt niet als gast aan tafel zat (ik bedoel, dat is toch raar?), was het toch nog een leuke avond!

*Ernst-Jan Pfauth legde met zijn mobieltje een ruzie tussen Paul Witteman en Jan-Peter Balkenende vast, wat in allerlei programma’s kwam en dat heeft er toe geleid dat hij nu een bekende blogger is geworden.

Wie schrijft die blijft (7): scenarioschrijver Alexandra Penrhyn Lowe

Na Laura beroept zich komt er eindelijk een nieuwe interviewserie op mijn blog: wie schrijft die blijft. In deze serie interview ik mensen die voor hun beroep schrijven, op wat voor manier ook. Denk aan een brievenghostwriter of een scenarioschrijver zoals Alexandra. Ik ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden, ik vind het in ieder geval erg leuk om te doen!

Van journalist naar scenarioschrijver  

Na een carrière als journalist voor andere de LINDA. en de Esta volgde Alexandra Penrhyn Lowe een cursus scenario schrijven aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Vlak daarna raakte ze aan de praat met een producer van Nickelodeon. Hoewel ze geen ervaring had, werd ze toch aangenomen als dialoogschrijver voor de populaire kinderserie ‘Het Huis Anubis’.

De opbouw van een soapserie

Een soapserie, ook wel daily genoemd, wordt niet door één persoon gemaakt, maar met een team. Eerst komt de hoofdschrijver (of hoofdschrijvers) die de lange lijnen bedenkt, dus wat er per week gaat gebeuren. Daaronder zit de storyliner, die schrijft het treatment. Dat houdt in: wat er in een aflevering gebeurt op scène niveau, maar dan zonder de dialogen. Die worden namelijk daarna geschreven door de dialoogschrijver.

De computer als een gekooide tijger

Op de fiets bedenkt Alexandra de lange lijnen van een scenario, want dat komt meestal als ze niet aan het werk is. Maar wanneer ze daadwerkelijk begint met het schrijven, ontvouwt het zich als een film in haar hoofd die ze alleen maar hoeft te volgen. Hoewel dat goed gaat, heeft ze toch last van angsten:
‘Toen ik het eerste scenario voor ‘Het Huis Anubis’ had geschreven, moest ik huilen, want ik durfde niet te beginnen. Daardoor komt mijn uitstelgedrag. De computer wordt dan als het ware een bom die af kan gaan, een gekooide tijger. Maar deadlines helpen, want je moet wel. ‘
Maar daarna komt het verschrikkelijke wachten. Elke keer weer.

De neiging teveel te zeggen

Volgens Alexandra is er in Nederland een mooie toneeltraditie, maar minder ervaring wat betreft film. Er is vaak de neiging om alles direct te zeggen, terwijl subtekst juist belangrijk is in een scène.
‘Zo haal ik er bijvoorbeeld alle namen eruit, want dat is niet realistisch. Je noemt niet de hele tijd iemand bij de naam wanneer je met hem of haar praat.’
Als voorbeeld geeft Alexandra een scène die ze heeft geschreven voor de KRO-serie VRijland. Het speelde zich af tussen een jongen van 18 en een jongetje van 10, dat heel verdrietig was vanwege de dood van zijn moeder.
‘De suggesties die bij deze scène stonden waren veel te pathetisch. Kinderen kunnen meestal niet zo goed acteren. Dus na hard nadenken kwam ik erop om het jongetje te laten zwijgen, terwijl de jongen praatte. Dat werkte goed, het ontroerde me zelfs.’
Dat is dus een manier om de neiging om teveel te zeggen te doorbreken.

I’m a writer too!

In Nederland krijgt Alexandra de volgende vragen vaak als ze vertelt wat ze doet: ‘Als eerste: heb je wel eens wat gepubliceerd? En als tweede: kun je daarvan leven?’
In Amerika is dat echter anders, positiever. ‘Of ze zeggen dat ze het ‘awesome’ vinden of: ‘I’m a writer too!’
Daarnaast zijn er soms ook vooroordelen. Veel mensen denken dat je niets doet en bellen je dan, omdat ze met je willen lunchen of iets dergelijks.
‘Maar ik ben gewoon aan het werk, dus dat gaat niet. Daar denken veel mensen niet aan.’

Aanrader: Joris Luyendijk – Het zijn net mensen

 

In de boekenkast zag ik dit boek staan en hoewel ik het al eerder gelezen heb, vond ik een herlezing geen kwaad kunnen (dat was maar goed ook, want ik was veel vergeten).

Joris Luyendijk was vijf jaar lang correspondent voor het Midden-Oosten (voor de Volkskrant, NRC Handelsblad, het Radio 1 Journaal en het NOS Journaal). Wat dit boek duidelijk maakt, is dat journalistiek bedrijven moeilijk is, zeker wanneer er sprake is van een dictatuur of een bezetting.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zoveel over het Midden-Oosten wist, maar alles wordt op een goede manier uitgelegd, zodat het voor iedereen begrijpelijk is. Het is een boek over journalistiek, maar de schrijfstijl is niet journalistiek, wat misschien wel logisch is. Het is duidelijk geschreven van een mening, maar dat is niet iets waar ik me aan stoor.

Dit boek zou ik vooral aanraden aan mensen die interesse hebben in journalistiek of het Midden-Oosten. Het is ook interessant als je veel naar het nieuws kijkt, omdat het ook over beeldvorming gaat. Een goed voorbeeld is dit: ‘In Ramallah merkte ik voor het eerst hoe televisie je beeld van de werkelijkheid bepaalt: je weet niet wat je níet te zien krijgt, en wat je wel te zien krijgt maakt veel grotere indruk dan krantenartikelen of radioreportages zouden doen. Zoals een collega het bondig samenvatte: woorden raken je in je hoofd, beelden in je maag.’ (blz. 120)

Je wordt je bewust van de grenzen van journalistiek en je gaat anders denken over hoe oorlogen en dergelijke in beeld worden gebracht (vooral op tv). Het is wat dat betreft geen boek waar je vrolijk van wordt, maar je leert er wel veel van.

Dus ik zou zeggen: lezen allemaal, hup!

(En als iemand nog meer van dit soort boeken weet, laat het me dan alsjeblieft weten. Ik zou er wel meer willen lezen :))

Dankzij dit blogje hoef je nooit meer naar zangtalentenshows te kijken, alvast graag gedaan

httpv://www.youtube.com/watch?v=41_sXF3e0yc

Goh, wie zou er toch winnen? (Let vooral ook op de kneuzerigheid, bijvoorbeeld de manier waarop ze zwaaien naar het publiek.) 

Het was op het schoolplein.
‘Ik ben voor Jim!’
‘Nee joh, hij klinkt echt als een schaap. Jamai is veel beter!’
Ik had geen idee wie Jim noch Jamai was. Acteurs uit GTST ofzo? Nee, het bleken de kandidaten van de eerste Idols te zijn. Nou goed, als iedereen het er toch over had, wilde ik het ook wel zien. Het bleek nog leuk te zijn ook.

Nu, in 2012, zijn er vele zangtalentenshows op tv geweest. Idols, Popstars, the Voice en nog veel meer. Ik zal u even vertellen hoe dat gaat, zodat u nooit meer naar dit soort programma’s hoeft te kijken.

Allereerst zijn er de audities. Er zijn drie categorieën:
– Mensen die bizar slecht kunnen zingen.
– Mensen die redelijk kunnen zingen, maar niet goed genoeg.
– Mensen die bizar goed kunnen zingen.
De audities zijn goed te doen en zelfs leuk te noemen. Maar zodra ze voorbij zijn, raad ik je af om nog verder te kijken.

Want dan komen de liveshows. De zangtalentjes gaan dan live (of het echt live is, is altijd maar de vraag) optreden.
De liveshow begint met eindeloos gepraat (‘Het wordt weer een verrassende show. Waar moeten de kandidaten op letten, stom jurylid?’ etc.). Dan volgt een niet spectaculair en alles behalve verrassend optreden van een zangtalentje. Daarna weer oneindig lang gezeik (‘Wat vind jij ervan, onbekende persoon die een jurylid moet voorstellen? En jij dan, andere zeikerd van een jurylid?’). Elk optreden wordt bovendien onderbroken door reclames. Oh en tijdens de show zelf komt de sponsor (meestal een deodorantmerk) ook uitgebreid aan bod.
Na twee uur is eindelijk iedereen uitgezongen en kan er gestemd worden. Dat is wel een aardige duit (één euro voor een smsje), maar jeetje, stel je voor dat jouw favoriet níet zou doorgaan, dat is toch verschrikkelijk.
Denk je dat het afgelopen is, komt er nog een singoff tussen de twee mensen die het minst populair waren. Na een halfuur is dat gelukkig ook weer afgelopen en heb je je  zaterdagavond weer verspild.

Na de spectaculaire liveshows volgt een spectaculaire finale (het is al weken duidelijk wie er gaat winnen) en zul je helaas een kwalitatief goed tvprogramma moeten volgen (grapje, ik zou er niet één weten op de zaterdagavond) of natuurlijk een boek lezen (‘Wat is dat?’).

Nu niet denken dat je ooit nog iets van de winnaar gaat horen. Het spijt me, maar de smsjes waren zinloos. Jim en Jamai kwamen er nog redelijk goed vanaf en zijn de musicalwereld ingegaan. De rest heeft helaas hun oude baantje als vuilnisprikker of iets dergelijks moeten hervatten.

Gotta catch ‘em all!

Oké, waarschijnlijk vinden jullie dit plaatje een beetje flauw, dus ik ga er twee dingen over zeggen:
1. Voor de mensen die dit niet herkennen: het is mijn versie van de plaatjes die je op 9gag.com kunt vinden, een website voor gameverslavende, eeuwig in de friendzone zittende engineerstudenten. Nee, ik val dus niet binnen de doelgroep, maar who cares! Oh en daar doen ze dus niet aan het vrouwelijke, Franse lidwoord ‘la’ en jongens heten Derp en meisjes Derpina.
2. Het is gebaseerd op een waar verhaal. Xantios noemde mij op Twitter ‘GENIAAL!!!!’ (ik citeer dat letterlijk), omdat ik als meisje (dit klinkt alsof ik een geslachtsverandering heb ondergaan, maar even voor de goede orde: dat is niet zo)  Pokémon speelde op de GameBoy. Dus vandaar, mensen.

Natuurlijk, als echte Pokémonfan, had je al door de titel geweten dat het hierover ging. Ik weet niet hoe het met jullie zit, (niet-)generatiegenoten, maar Pokémon was enorm populair op de basisschool, op drie manieren:

1. De televisieserie.
Ach ja, wie leefde er niet mee met Ash en Pikachu? En wie had er geen enorme hekel aan team Rocket? Ik wel hoor! Elke dag op Fox Kids, een zender die nu niet meer bestaat.

2. De kaarten.
Ze waren te koop bij de Intertoys of de Bart Smit. Je smeekte je ouders of je er nog meer kon krijgen en je hoopte dat er een zeldzame kaart tussen zat. Ik weet niet meer precies hoe het ging, maar je speelde tegen iemand en je moest dan allebei een kaart op de grond gooien en als jij dan de goede kant bovenop had (Toch? Corrigeer me als ik het fout heb hoor!), dan had je gewonnen. Nu ik eraan terug denk, klinkt het best wel saai.

3. Het GameBoy-spelletje.
Ja duh, het allerleukste aspect! Enorm verslavend, maar wel handig tijdens lange autoritten als je op vakantie ging. De hele tijd tegen andere Pokémons vechten in de hoop dat jouw Pokémon ein-de-lijk eens evolueert. Naar the gym (waarom heette het eigenlijk ‘gym’?) om tegen één of andere hoge pief te spelen en een badge te winnen. Ja ja.

Het was me toch wat. Pokémon. Zouden de kindjes van tegenwoordig het ook spelen, is het nog op tv? Ik weet het eigenlijk niet. Maar ik heb wel een waarschuwing voor je: blijf uit de buurt van je GameBoy (als je hem nog hebt): voor je het weet, ben je weer verslaafd.

Speelde/keek jij wel eens Pokémon?

You’re still in the running to become…

Bron

Inmiddels is het tachtigste seizoen van Holland’s Next Top Model (HNTM) al bezig, maar dat weerhoudt mij er niet van om erover te schrijven.

Ik zal het even uitleggen voor de mensen die dit niet kijken. Overigens hoop ik niet dat jullie mening over mij verandert nu jullie weten dat ik dit soort programma’s kijk. Geloof me: diepgaand is het niet, maar je zult er veel plezier om beleven (vooral om de domme uitspraken die sommige mensen doen).

Oké, het concept is zo: een x aantal meisjes (veertien ofzo?) van minimaal 2.10 meter en maatje ikkanjebottenzien worden in een model mansion geplaatst.  In elke aflevering krijgen ze twee opdrachten. De ene opdracht gaat over make-up, kleding, acteren, de catwalk lopen etc. Degene die het het beste heeft gedaan, wint iets van make-up of een ontmoeting met een topmodel (a.k.a. een vierderangs model waar ik nog nooit van heb gehoord). De tweede opdracht is altijd een fotoshoot.

In de tweede of derde aflevering komt de gevreesde make-over. De meisjes beginnen al te janken bij het idee alleen al. Er is altijd wel iemand die kort haar krijgt en óf dat meisje gaat huilen óf juist het meisje dat niet zo moet zeiken, omdat er geen drol aan haar haren is veranderd.

Het is maar zwaar zo’n competitie. Dat begrijp ik wel. Er wordt make-up bij je aan gebracht (pfff, ik word al moe bij het idee alleen!), je moet mooie kleding aan (bah!) en dan ook nog tien minuten een paar foto’s van je laten nemen. Klinkt behoorlijk uitputtend, niet waar?

Zoals ik al zei, zitten die meisjes in een zogeheten model mansion. Nu weten jullie ook wel hoe meisjes onder elkaar zijn: bitches. Er zit elk seizoen minimaal één bitch bij, maar er is ook altijd een verlegen meisje. En natuurlijk het meisje dat ruzie krijgt met de bitch. Stiekem vind ik de bitchfights één van de grappigste onderdelen van HNTM, het gaat meestal ook nergens over.

Overigens moet je de naam van het programma niet al te serieus nemen. Van de meeste topmodels (spreek uit op zijn Engels) hoor je niets meer en als je er wel iets van hoort, dan gaat het vaak niet over modellenwerk…

Dus heb je zin om je verstand op nul te zetten en je flink te ergeren aan zoveel domheid en nutteloosheid: kijk op maandagavond naar RTL 5.

(de titel komt trouwens van Tyra Banks, presentatrice van America’s Next Top Model die bij de beoordeling ALTIJD hetzelfde zegt, waaronder ook: you’re still in the running to become America’s Next Top Model)

Ik heb een tv


Ik heb een tv. (‘Gefeliciteerd, Laura.’ ‘Dankjewel.’) Dit is echter geen normale tv. Ik wil wedden dat jullie allemaal een LCD tv hebben met een plat scherm, waarop je 3D kunt kijken (zonder bril) en je zelfs in de tv kunt springen (a la Sjakie en de Chocoladefabriek). Ikzelf ben niet gezegend met zo’n televisie-apparaat.

Ik weet eigenlijk niet eens hoe oud hij is. Ik gok minstens tien jaar. Mijn tv is zo oud dat er nog videobanden in kunnen. Hij is alles behalve plat, hij heeft wel iets weg van de buik van vulhierdenaamvaneenrandommanmetdikkebuikin. Mijn afstandsbediening doet het al jaren niet meer. En hij is grijs, niet zwart zoals alle hippe modellen.

Maar het maakt niet uit. Ik accepteer mijn tv zoals hij is. Ik vind hem erg lief, want hij kan opnemen (ook al doe ik dat niet zo vaak) en hij functioneert nog naar behoren.

Dat ik hem (bijna) nooit aanzet, is een klein detail.