Want er gaat altijd wel iets mis tijdens een telefoongesprek.
– Halloi zeggen (combinatie van hallo en hoi) of doeig (doei/doeg/dag).
– Nummer verkeerd ingetoetst of überhaupt het verkeerde nummer gekregen.
– Meteen door naar de voicemail, maar je haat voicemails inspreken en oh wacht, was dat het piepje? Shit, shit, shit, wat moet ik zeggen?
– ‘Goede…’ Kut is het nou ochtend of middag? ‘Goedemorg- goedemid- eh hallo met Laura.’
– ‘Wat zegt u?’ ‘Zou u het nog een keer kunnen herhalen?’ En het dan nog steeds niet kunnen verstaan.
– Steeds weer doorverbonden worden.
– ‘Goedemiddag, u spreekt met Laura Bosua van-‘ Black-out. Hoe heet mijn stageplek ook alweer? ‘Dutch, eh, Dutch, ehm ja, Dutch Media … Books’.
– ‘Wie heeft er net gebeld?’ ‘Uhm, ik weet niet, ik verstond de naam niet…’
– ‘Blablabla’. Plotseling hoor je niets meer. ‘Hallo?’ zeg je als een gek tegen je telefoon. ‘Hallo?’ Daarna kijk je verdrietig naar je mobieltje. Dit gebeurt altijd in het openbaar.
– Dat je vriendje belt op je stage/werk: ‘Love you.’ En dat je dan terug zegt: ‘Ja. Van hetzelfde.’
– Dat je zo slecht articuleert dat iemand denkt dat je Fleur heet in plaats van Laura (true story).