Het bange aapje

IMG_20131214_114953

De basisschool bestond iets van tachtigduizend jaar. Dat moest gevierd worden, in een circustent. Elk jaar deed iets leuks. Wij, groep één, moesten als aapjes. Groep zes, de klas van mijn broer, gingen als indianen.

Ik weet nog hoe ik me voelde. Stom, kriebelend apenpak. Ik stond compleet voor lul (ik had toen alleen nog niet de juiste bewoordingen daarvoor). Bovendien was ik een enorm verlegen meisje: bij het idee dat ik iemand moest aankijken, brak het zweet me al uit, laat staan de hele school. Helaas heb je als vierjarige niet zoveel te zeggen.

Als aapjes moesten we allerlei capriolen uithalen. Van de glijbaan af. Koprollen maken. Bij het oefenen ging het nog wel. Maar toen kwam de show. For real. In de circustent stond de hele school en de daarbij behorende ouders: toch wel zo’n tachtigduizend mensen bij elkaar. De glijbaan stond klaar. De mat ook. Ik voelde een duwtje in mijn rug en keek zo pal in het felle licht. Ik werd opzij geduwd door een klasgenootje die op de glijbaan wilde. Als van steen stond ik erbij en keek erna (‘Huh, maar je was toch een aap, geen beer?’). Het geklap gonste in mijn oren, ik voelde weer een hand op mijn rug en het was voorbij.

Het was voorbij. Thank God. Maar daar had ik toen nog niet de bewoordingen voor.

(Kun je je voorstellen dat dat kind vorig jaar een bitch heeft gespeeld, gespeeld ja, in een toneelstuk, voor mensen, vrijwillig?)

Twee = tachtigduizend

Weet je wat één van mijn favoriete dingen is om te doen, behalve chocolade eten en mensen nieuwsgierig maken? Overdrijven. Heel misschien hebben jullie het al gemerkt in mijn blogjes (het is te hopen in ieder geval), maar ik doe het eigenlijk, nou ja, altijd.

Waarom? Omdat een stukje gewoon veel leuker is met een aantal overdrijvingen. Ik kan wel zeggen dat ik klein ben, maar het is toch veel leuker als ik zeg dat ik gesprekken niet versta en dat ik altijd tegen knieën aan moet praten?  En hoe saai is het als ik zeg dat ik Twilight een niet zo heel leuke film vindt, maar ja, als mensen er naar willen kijken, dan moeten ze het zelf weten toch? Nee hoor, laat mij maar overdrijven!

Mijn lievelingsgetal is daarom ook niet zeven (veel te minnetjes!), maar tachtigduizend. Als iemand te laat is, dan is dat niet slechts tien minuten, nee dat is tachtigduizend uur. En ik heb toch al tachtigduizend keer gezegd dat blauw mijn lievelingskleur is? (in de werkelijkheid misschien een stuk of drie keer)

Ik heb hier geen verklaring voor, maar mensen die Freudiaanse technieken op me willen toepassen, (‘Ik denk dat het iets met penisnijd te maken heeft.’) ga vooral jullie gang.

Overdrijven jullie graag en/of vaak?