Het is stil aan deze kant

Je hebt van die mensen die heel graag hun eigen stem horen. Ik behoor niet tot die types. In groepen zeg ik alleen iets als ik denk dat het slim of grappig genoeg is (bijna nooit dus), want ik ga niet voor minder wanneer alle ogen op me gericht zijn en ik ongemakkelijk aan mijn mouw pluk. Of het moet een groep zijn waar ik me helemaal op mijn gemak voel (mijn vrienden), dan zijn alle remmen los.

Het probleem hiervan is alleen dat mensen het niet oké vinden. Op mijn zestiende streef ik nog een carrière in de journalistiek na en dat wist mijn collega bij de winkel waar ik toen werkte ook.
‘Waarom zeg je niks? Zeg eens wat meer!’ zei ze. ‘Je wil toch journalist worden? Dan moet je toch praten.’
Dankje. Je hebt een woordenstroom bij me losgemaakt door dit te zeggen, vanaf nu ben ik niet meer verlegen en introvert. Wat fijn dat je me verlost hebt van deze last.

Je zou denken dat het niet zo erg is als iemand niet zoveel praat. Lekker rustig. Maar op de een of andere manier maakt het iets los in mensen. Je bent gevaarlijk, want ze kunnen niets van je aflezen, weten niet wat je denkt. Wie denk je wel niet dat je bent, arrogant wijf. Is er iets mis met je ofzo? Of als ze iets goeds in zich hebben, vragen ze: ‘Gaat het wel goed met je? Je bent zo stil.’ (En, omdat ik nog blanker ben dan de gemiddelde Brit: ‘Ben je ziek? Je ziet zo wit.’) Of het ergste geval: ze vergeten dat je bestaat.

Inmiddels heb ik small talk helemaal onder de knie (‘Wat een weer hè. Ja, het is wel warm/koud/regenachtig.’) en ik zit ik niet meer in een hoekje angstig te kijken naar wat Andere Wezens schijnen te zijn. Toch zal ik nooit degene zijn met de grootste verhalen, de oooh’s en aaah’s, het gelach en alle ogen op me gericht. Bij een stage zei een vrouw die zelf ook niet al te luidruchtig was: ‘Ik zag het meteen toen je binnenkwam bij je sollicitatie. Dat je er een van ons was.’

Want dat is het mooie. Je bent nooit in je eentje. Er zijn er altijd meer.

‘Wat ben je stil.’

Waarschijnlijk (denk ik?) kom ik niet zo over op mijn blog, maar ik ben een zogenoemd introvert type. Ik zal niet zo snel een kamer vol mensen binnen stappen en luid en enthousiast: ‘Goeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeedemiddag!’ roepen. Het middelpunt van de aandacht zijn, vind ik verschrikkelijk. Al die mensen die naar je kijken (daarom houd ik ook niet van presentaties).

Als je introvert bent, ben je niet automatisch verlegen, maar ik was dat vroeger wel. Interview ik nu met gemak mensen die ik niet ken, vroeger zou ik dat absoluut niet durven! Waarin verlegenheid verschilt van introversie, is dat je aan verlegenheid wat kunt doen. Aan introversie misschien ook, maar dan tot op een bepaalde hoogte. Je zal nooit extravert worden. Terwijl ik denk dat verlegenheid wel te overwinnen valt.

Zowel extraversie als introversie hebben hun goede en slechte kanten. Dit is wat ik irritant vind wat mensen zeggen tegen introverte mensen:
‘Wat ben je verlegen! Waarom praat je niet wat meer? Waarom ben je zo stil? Heb je het niet naar je zin? Gaat het wel goed?’
Dat je rustig bent, maakt je nog niet verlegen. Het wil ook niet zeggen dat je het niet naar je zin hebt. Maar dat snapt blijkbaar niet iedereen.

In een groep kun je meteen de extraverte en introverte mensen eruit pakken. De extraverte mensen hebben meestal het hoogste woord, zijn de gangmakers. De introverte mensen zijn stiller en zullen pas iets zeggen als ze er goed over nagedacht hebben (dat ik heb ik tenminste). Daarom hebben introverte mensen liever een één-op-één-gesprek en werkt dat ook beter voor hen.

Dan nu de boodschap van dit blogje, misschien enigszins cliché (‘Oh jee, daar heb je die zogenaamde ‘wijze’ Laura weer.’): introvert of extravert, je bent goed zoals je bent!

Naar welke kant neig jij meer?