Lenzen zijn fijn. Je ziet geen wazige vormen, hebt geen last van beslagen glazen en het is easypeasy. Maar niet altijd.
– Het is supereng om ze voor het eerst in te doen. Goed, de tien keren daarna ook. En met harde lenzen moet je eerst wennen (eerst een uur in, dan twee uur, dan vier uur etc.).
– Andere mensen kunnen er niet tegen als je je lenzen in/uit doet.
– Harde lenzen kunnen breken.
– Oh wee als er een klein stofje of iets in je lens komt, dan ga je meteen huilen van de pijn. Ik fietste vandaag langs bouwmensen die iets met hout aan het doen waren en ik hield mijn hand nog voor mijn ogen, maar er kwam toch iets in mijn oog. Toen heb ik een kwartier lang huilend langs de weg gestaan (niet omdat ik verdrietig was, maar als er iets in je oog zit, gaat hij automatisch tranen), uiteindelijk mijn lens er maar uitgehaald (ik was heel bang dat hij weg zou waaien, net zoals ik tijdens die fietstocht) en nou ja, het is goed afgelopen. Maar de auto’s die langs reden moeten wel gedacht hebben dat ik enorm verdrietig was.
– Het kost letterlijk twee seconden om ze in te doen, maar soms is dat al teveel moeite. Nee hoor, ik ben niet lui.
– Het is vervelend om lenzen in te hebben na een korte nacht of een lange dag.
– Eén keer dacht ik dat ik mijn lens kwijt was, maar hij zat gewoon ergens onderin mijn oog.
– Je moet om het half jaar bij de opticien naar letters en cijfers en groen/rode vlakken staren.
– Je bent blind zonder die dingen.
Toch, ondanks aaaaaaaaaaaaal deze vervelende dingen, wil ik de maker van de lens bedanken. Want een bril is nóg vervelender.