Truus, net zo erg als de eindbaas van Wario

Het is inmiddels drie zomers geleden. Mijn eerste vakantiebaantje. Ik was zestien (going on seventeen), verlegen en onbekend in de werkende wereld.

Het was in een bejaardentehuis. De eerste twee weken moest ik schoonmaken. ‘He bah, wc’s onder de poep, zeurende bejaarden en stofwolken in de lucht.’ denk je misschien. Dat viel wel mee. Nee, dat was niet het ergste. Het vervelendste vond ik mijn collega’s.

Om maar even te generaliseren: vrouwen van in de veertig met kort haar, die alleen maar kunnen zeuren. Als je vriendelijk gedag zegt, kwam er nog net een chagrijnige ‘Hallo’ uit. Bovendien zijn ze niet bepaald aardig voor de oudjes. Een opmerking: niet alle bejaarden zijn doof. Je hoeft dus niet altijd te schreeuwen. En je kan ook gewoon op een áárdige toon vragen of ze op willen staan.

Maar mijn collega’s waren nog niet het ergste. Nee. Mijn baas. Truus. Ja, dat is haar echte naam. Truus was zeg maar de eindbaas in Wario. Had je net een pauze volgehouden met gezeur over kinderen en de was (waar je erachter komt dat er serieus mensen zijn die ‘hullie’ zeggen), loop je de Osama Bin Laden van het bejaardentehuis tegemoet.

Voorbeeld 1: Ik had samen met een ander meisje een kamer schoongemaakt. We deden er alleen wel lang over, want die vrouw had een kat: overal haren. Wie kreeg de schuld? Ik.
Truus: ‘Ja en nu moeten alle schoonmaaksters veel harder werken om het af te krijgen, blablablabla.’
Was het zo? Nee. Op vrijdag was zoals gewoonlijk niks meer te doen, waardoor we onzinnige dingen zoals leuningen en liften moesten schoonmaken.

Voorbeeld 2: Laatste dag. Ik moest de schoonmaakkar terugbrengen. Truus keek ernaar. Truus boorde me de grond in. Waarom? Ik had de kar niet goed schoongemaakt. Jawel mensen, je moet ook de bakjes schoonmaken en de producten zelf. Want anders vergaat de wereld. (overigens heeft Truus ook een keer tegen een schoonmaakster gezeurd dat ze de deurbel niet had schoongemaakt, zo erg is ze dus).
Wat ik had willen doen:
1. Keihard huilen.
2. Truus in haar gezicht slaan.
Ik heb het niet gedaan. Ik heb geknikt alsof ik het heel erg logisch vond. Nadat Truus me de huid had vol gescholden, had ze nog een laatste opmerking: ‘Kom je volgend jaar weer hier werken?’

Hell no!

Heb jij wel eens een (vervelend) vakantiebaantje gehad?