httpv://www.youtube.com/watch?v=D1ZYhVpdXbQ
Kijk, het is al stom. Want je moet superdupervroeg op (oké, niet zo superdupervroeg als die mensen uit nog meer the middle of nowhere die vijftien kilometer moeten fietsen, maar toch, je bent een puber, dus je moet wat te klagen hebben). Je hebt vandaag een repetitie wiskunde. En bij gym moet je de piepjestest doen. Wat een *vul hier een scheldwoord in*dag. En alsof het niet erger kan worden, weet je niet wat je aan moet trekken (want je moeder heeft net dat ene shirtje nog niet gewassen, hoe durft ze!).
Maar het kan wel erger. Want het regent.
Uiteindelijk stap je op de fiets (oh neeeeee, ik kom te laat, ik kom echt te laat, mijn haar zat net goed, mijn zadel is nat, stomme regen, bah, bah, bah) en rijd je door de stromende regen naar school. De hele dag plakt je spijkerbroek aan je bovenbenen en met je haar is het ook niet meer goed gekomen.
Maar dan de terugweg. Laten we stellen dat bovenstaande niet gebeurd is, het was ’s ochtends juist een prachtige dag, maar nu je ein-de-lijk uit bent (je hebt de piepjestest overleefd, die repetitie ging eigenlijk wel goed) is het toch gaan regenen. Terwijl je fietst, het is maar tien minuten, word je drijf- en drijfnat. Je bent de hoek nog niet om of je ziet er al uit als een verzopen kat.
En dan kom je thuis. Je gooit je fiets in de schuur, doet de achterdeur open, rent naar boven en trekt die natte spijkerbroek uit. Dat gevoel als je daarna een droge spijkerbroek aantrekt over je droge bovenbenen en hoe lekker warm dat voelt… Zeg nou zelf, dat is toch hartstikke fijn?
Daarom wil ik, nu ik naar Oegstgeest ga verhuizen en weer op de fiets naar de universiteit zal gaan, dit afspreken met de regen: op de heenweg moet je je verstoppen. Maar als je zo graag wil vallen, doe dat dan maar op de terugweg. Ik beloof dat ik niet boos zal worden.