Vroeger, vroeger was alles beter. Dat zeggen ze wel eens. Ik moet bekennen, ik heb geen slechte jeugd gehad. Mijn ouders sloegen me niet, ik kreeg elke dag te eten (zelfs ook een snoepje zo af en toe) en ik mocht zelfs buiten spelen. Maar toch hangt er een schaduw over mijn jeugd. Jawel, ik heb er één: een jeugdtrauma.
Nu moet je weten, om al die snoepjes te kunnen betalen, daar moet voor gewerkt worden. Dus waren mijn ouders niet altijd thuis. De oplossing? Een oppas. Misschien heb jij ook wel eens een oppas gehad. Zo’n lieve, die met je ging knutselen en liedjes voor je zong. Ach, had ik dat maar kunnen hebben…
Mijn oppas heette, tja, hoe zal ik haar noemen? Geen Truus deze keer, nee laten we het op Marietje houden. Ik kan me niet zoveel meer herinneren van Marietje (ik heb waarschijnlijk alles verdrongen), maar één gebeurtenis wel, die ik nog dagelijks voor me zie. Je wilt niet weten hoe vaak ik badend in het zweet wakker werd door al die nachtmerries.
Ik weet niet waarom ze het deed. Het was volkomen onlogisch. Maar daar gaat het niet om. Ik zal het maar vertellen, hoewel het moeite kost.
Marietje dwong me om peer op brood te eten.
Ik voel jullie afschuw. Ik voel het op dit moment ook. Alle herinneringen komen weer naar boven… Want, u moet weten, ik houd ABSOLUUT NIET van peer. Misschien hield ik er daarvoor wel van, want ik kan me de perenijsjes nog herinneren. Maar Marietje heeft het verpest. Huilen deed ik, huilen, maar van Marietje moest ik de boterham met peer (waarom doe je überhaupt peer op een boterham?) opeten. Soms wel twee.
Het is werkelijk hartverscheurend. En weet je wat al dit leed heeft veroorzaakt? Dat ik nu geen peer meer eet.
Bovendien heeft ze hetzelfde bij mijn broertje geflikt. Hij is er nog steeds niet over heen…
Hebben jullie ook soortgelijke (niet-serieuze) jeugdtrauma’s?