Dit is een voorbeeld van een gesprek. Het bedrijf waar ik werkte, heette dus geen ABC (ik ga niet zeggen hoe het wel heette). Je mag overigens zelf uitzoeken welke van de drie stemmen mijn echte telefoonstem is.
Stelt u zich even voor: het is december. Laura (dat is degene die deze blog schrijft, voor het geval u het nog niet wist) zit in geldnood. De kerstcadeautjes moeten nog gekocht worden en Laura heeft geen bijbaantje, behalve anderhalf uur bijles geven in de week, maar daar wordt een mens niet rijk van. Ze zoekt op het internet en dan vindt ze iets. Het is niet bepaald het meest leukste baantje dat ze kan verzinnen, maar ach, waarom ook niet?
Laura (ik dus) werd een telefonisch enquêteur.
Eén tip: word nooit een telefonisch enquêteur.
Dit werk kan iedereen. Je hebt hier bepaald geen hoog IQ voor nodig, het is zelfs beter om een wat lager dan gemiddelde intelligentie te hebben, anders word je horendol.
Dit is wat je moet doen: je zit achter een computer en je hebt een headset op. Je start het programma op en leest de enquête (die over iets saais zoals isolering gaat) door. Daarna ga je bedrijven bellen (of eigenlijk doet de computer dat voor je). Wanneer er opgenomen wordt, lees je de tekst op je computer voor (ja, er staat zelfs dat je ‘Goedemorgen’ moet zeggen). Wil de persoon aan de andere kant van de lijn mee doen met de enquête, dan lees je de vragen op en vul je de antwoorden in. Wil iemand niet meedoen, dan probeer je ze over te halen (‘Het is maar vijf minuten, meneer!’ ‘Zo kunt u uw klachten over het product kwijt, mevrouw!’) en anders vul je in dat ze niet willen meewerken. Als ze niet kunnen, zeg je: ‘Wanneer kan ik u terugbellen?’ en vul je dat in.
Dit moet je vier uur achter elkaar doen en als je zo debiel bent om twee shifts te doen acht uur achter elkaar.
Ik kan u vertellen: je wordt er helemaal gestoord van (of ik althans).
1. Je hoeft er niet bij na te denken.
Nu is dat voor sommige mensen met beperkte denkcapaciteiten heel fijn, maar ik vind een klein beetje uitdaging toch wel fijn.
2. Het is steeds hetzelfde.
Op een dag honderd keer dezelfde tekst oplezen zou kunnen vervelen.
3. Het gaat over saaie onderwerpen.
Ik ben niet geïnteresseerd in de isolering van gebouwen.
4. Er zijn mensen die zeuren.
En ik snap het helemaal. Er was één keer iemand, die ik ’s avonds belde, die vroeg: ‘Waarom bellen jullie me ’s avonds? Dan ben ik niet aan het werk. Waar slaat dat op?’ Eh ja, ik vind het ook debiel, meneer. Ikke ook niet snappen.
Natuurlijk moet je anoniem blijven als telefonisch enquêteur in verband met enge stalkers en dergelijke, dus mocht je zelf een naam verzinnen. Mijn naam was Linda van Veen. Als je gebeld wordt door Linda van Veen, hang dan meteen op. Of juist niet, want Linda moet wel een bepaald ratio (aantal geslaagde enquêtes) halen in een uur. Verder mocht je niet afsluiten met een simpele ‘Dag!’, nee, het moest ‘Dag meneer/mevrouw!’ zijn. En glimlach. Want mensen kunnen het aan je stem horen als je glimlacht. Klinkt raar, maar is wel zo.
Toch nog een lichtpuntje: er waren een paar mensen (mannen natuurlijk) die alleen maar aan de enquête hadden meegedaan, omdat ze vonden dat ik zo’n lieve stem had. Jullie mogen zelf beoordelen of dat daadwerkelijk zo is, want ik heb hierboven een geluidsfragment gedaan met een voorbeeldgesprek (En dat vind ik stiekem doodeng, wat als ik een debiele stem blijk te hebben? Of een vreselijk accent?)
Ik heb er twee weken gewerkt en werd toen opgenomen in een psychiatrische kliniek GRAPJE. Máár, de kerstcadeautjes waren in ieder geval binnen.