Het houdt nooit op

httpv://www.youtube.com/watch?v=bpYTFsnn4LE

Een begrip dat een grote rol speelt bij de studie literatuurwetenschap is intertekstualiteit. Er is intertekstualiteit in engere en in bredere zin. In engere zin wil zeggen dat er bijvoorbeeld een citaat in een boek staat wat verwijst naar een ander boek. Maar als je zelf verbanden legt tussen bepaalde literatuur of bijvoorbeeld films, wat niet voor iedereen hetzelfde hoeft te zijn, is het intertekstualiteit in bredere zin. Elke tekst heeft een enorm intertekstueel veld.

Goed, een voorbeeld. Dit liedje van Frank Sinatra, dat ik trouwens heel leuk vind. Op een gegeven moment wordt er dit gezongen:

Work like a soul inspired
Till the battle of the day is won
You may be sick and tired
But you’ll be a man, my son

Die laatste zin (but you’ll be a man, my son) doet me denken aan een gedicht en is misschien wel een directe verwijzing. Namelijk naar het gedicht ‘If’ van Rudyard Kipling, één van mijn lievelingsgedichten. In dat gedicht staan voorwaarden die je moet hebben om een Man te zijn (If you can keep your head when all about you/Are losing theirs and blaming it on you etc.). En wat zijn de laatste twee zinnen?

Yours is the Earth and everything that’s in it
And – which is more – you’ll be a Man, my son!

De zin uit het liedje komt dus overeen met dit gedeelte van het gedicht. Dit is dus intertekstualiteit in engere zin. Goed, laten we verder gaan.

Dit gedicht doet me denken aan the Jungle Book. Ja, want Rudyard Kipling is de schrijver daarvan. Het boek heb ik niet gelezen, maar de Disneyfilm heb ik uiteraard wel gezien (jeugdsentiment). Wanneer ik aan de film denk, moet ik meteen aan het leukste liedje daarin denken: de olifantenmars. Daar word je nog eens vrolijk van haha. En de olifanten(mars) doet me weer denken aan de olifantenverzameling van Annemijn.
Die laatsten zijn geen expliciete verwijzingen, dus intertekstualiteit in bredere zin (al is intertekstualiteit eigenlijk niet zo’n goed begrip, omdat het alleen ’tekst’ in zich heeft, maar het kan natuurlijk ook bij beeld en geluid). En zo kun je steeds doorgaan en doorgaan. Misschien doet Annemijn je denken aan je vroegere buurmeisje. Intertekstualiteit houdt nooit op.

Waar moest jij aan denken bij mijn voorbeelden?

Where is the human nature so weak as in the bookstore?

Ja, het gaat opvallend vaak over boeken deze week (ik ga me er niet voor verontschuldigen, want boeken zijn leuk), maar misschien heeft dat ermee te maken dat het tweede semester weer is begonnen! In ieder geval, hier vijf boekentips van mij (verschillende soorten, voor ieder wat wils).

De zuivere broeders van Basra – De zaak van de mensen tegen de dieren.
Dit boek komt uit de tiende eeuw. Ja, zeer recent is het niet, maar daardoor niet minder interessant om te lezen. Het is een deel van een groot werk van een aantal filosofen uit Basra. Zij wilden een overzicht geven van de verschillende takken van wetenschap en gebruikten daarvoor soms de metaforische vertelling. Dit is er één van.
Het gaat over de dieren die het zat zijn om onderworpen te worden door de mens. Het gevolg is een rechtszaak, waarbij de rechter een djinn (een geest) is.
Wat interessant is, is het gebruik van de argumenten en verhalen. Dit is zeker een aanrader als je geïnteresseerd bent in filosofie!

A.A. Milne – Het huis in het Poeh-hoekje.
Oké, ik speel vals, deze stond ook bij de kinderboekenaanraders. Maar Winnie de Poeh is zo geweldig! Leuk om te lezen als kind, nog veel leuker voor volwassenen. Het zit vol grappen, lieve opmerkingen en wijsheden. Dit boek is het vervolg op Winnie de Poeh, waarin verschillende dingen gebeuren: er wordt een huis voor Iejoor gebouwd, Teigetje verschijnt en er zijn veel kleine avonturen. Uiterst geschikt om voor te lezen, ook aan volwassenen. Of ze dat willen, is een tweede. Ik heb een poging gewaagd, maar dat ging niet zo goed… Iemand die ik er wel blij mee kan maken? ;)

Ronald Giphart – Mijn vrouw en andere stukken.
Dit boek bevat de beste columns die Ronald Giphart schreef in 2007 voor de Volkskrant, ter vervanging van Martin Bril. Ik moet bekennen: ik twijfelde. Ik heb namelijk Phileine zegt sorry gelezen en ik was er niet bepaald van gecharmeerd (teveel seks en sorry hoor, maar vrouwen denken echt niet zo over seks). Maar ik besloot om Ronald Giphart met deze columns nog een kans te geven en gelukkig maar!
Zijn columns zijn grappig, slim en soms nét op het randje. De leukste column vond ik ‘Interview met mijn zoon’ en eentje over een receptenboek in het Noors (weet de titel niet meer). Fijn om te lezen voor tussendoor en om van te leren als je zelf ook columns schrijft.

Yoko Ogawa – De huishoudster en de professor.
Dit boek speelt zich af in Japan. De professor is een wiskundeprofessor die sinds een auto-ongeluk een kortetermijngeheugen van slechts tachtig minuten heeft. Op een dag krijgt hij een nieuwe huishoudster en hoewel hij haar elke dag vergeet, krijgen ze toch een bijzondere band. Het doet de professor vooral veel plezier als hij de huishoudster en haar zoon uitleg over wiskunde kan geven. Ook tussen de huishoudsters zoon en de professor ontstaat een bijzondere band. Maar hoe lang blijft dat goed gaan?
Ik vond het echt een bijzonder boek. Het is niet in zweverige taal geschreven, maar juist simpel en toch krijg je een goed idee van hoe die onderlinge verhouding is. En wat al helemaal speciaal is: het gaat bijzonder veel over wiskunde/rekenen in het boek en ik vind het niet eens erg! Dat geeft wel aan hoe goed ik het boek vond toch?

Gabriel Garcia Marquez – Liefde in tijden van cholera.
Zin in een lekker dik boek? Lees dan deze. Het gaat over de romantische Florentino Ariza die verliefd wordt op Fermina Daza. Maar zij wijst hem af en trouwt met de arts Juvenal Urbino. Over opgeven en een ander meisje zoeken, denkt Florentino echter niet (hoewel hij wel een aantal affaires heeft, maar dat is natuurlijk geen echte liefde).  Dat betekent dat hij zal moeten wachten totdat Fermina een weduwe is.
Heerlijk dik boek, geweldige schrijfstijl van Gabriel Garcia Marquez (ik moet wel toegeven: je moet er van houden), ook de tijd waarin het zich afspeelt, vind ik interessant (in een Caribische havenstad rond de eeuwwisseling en dan dus de eeuwwisseling tussen de 19e en 20e eeuw). Aanrader!

Heb jij één van deze boeken gelezen of zelf een boekentip?

Piet Pietjes, een ongekend talent

Ik lees wel eens interviews. Ja, dat is echt waar. En niet alleen dat, soms lees ik ook interviews met schrijvers die een nieuw boek uit hebben. Dat zou heel interessant kunnen zijn, ware het niet dat zich er vaak een verschijnsel voor doet waar ik ECHT NIET tegen kan als literatuurwetenschapstudent. Ik zal het uitleggen.

Een fictief voorbeeld. Schrijver Piet Pietjes heeft een boek geschreven, ‘Dirk-Jan’. Het boek gaat over een jongen, Dirk-Jan (serieus?), die opgroeit in een klein dorp en zich eraan onttrekt wanneer hij achttien is en hij naar de grote stad gaat. Je kan je wel voorstellen hoe dat gaat: ruzie met zijn ouders, geen geld, gedoe met meisjes et cetera.

Piet Pietjes is nogal bekend (duh, wie kent hem niet?), dus hij wordt geïnterviewd door alle kranten en tijdschriften. Waar vragen ze naar? Autobiografische elementen. Want heel toevallig komt Piet Pietjes ook uit een klein dorp en is hij naar een grote stad gegaan. Dus meneer Pietjes, is het u dan ook overkomen dat u verlaten bent door het meisje van uw dromen, zoals Dirk-Jan? Had u ook ruzie met uw ouders en hebt u ze toen tien jaar niet gezien?

En het is zo NIET boeiend en relevant. Barthes, een bekende in de wereld van literatuurwetenschap, verklaarde in 1967 de schrijver dood. Dat wil zeggen dat hij er tegen is dat mensen teksten interpreteren door te kijken naar de auteur en of bepaalde gebeurtenissen in het verhaal autobiografisch zijn. Volgens Barthes gaat het namelijk om de lezer, de interpretatie van de lezer. Iedereen zal het anders interpreteren, maar dat is juist het mooie eraan. Het is niet interessant of de schrijver wel of niet ook in de tuin van de buren heeft geplast, omdat het niet om de schrijver gaat, maar om het verhaal.

Dus lieve journalisten, kap er gewoon mee. Ook al is het autobiografisch, dan nog is het niet hetzelfde. Als schrijver maak je dingen mooier of juist erger en taal is überhaupt niet transparant. Alvast hartelijk bedankt.

Ergeren jullie je daar ook aan of ben ik de enige?

Books are dangerous

Bron

Books are dangerous. The best ones should be labeled: “This could change your life.” – Helen Exley

Lezen. Ik doe het elke dag: de krant, blogs, andere websites en natuurlijk ouderwets een boek (geen e-books voor mij!).
Over het lezen van dat laatste wil ik het gaan hebben. Weten jullie nog wat boeken zijn? Weet je wel, die dingen van papier die in die kast in de hoek liggen te verstoffen? Sommigen zijn zelfs zonder plaatjes!

Oké, nu jullie weer weten wat boeken zijn, de volgende vraag: hoe vaak lees je ze? Nee, ik bedoel niet doorbladeren en denken: Poeh zeg, deze heeft wel erg veel bladzijdes, maar elk woord (Elk woord?! Ja, elk woord, zelfs elke punt.) lezen. Aandachtig lezen.

Sommige mensen schijnen er een fobie voor te hebben, maar dat is echt nergens voor nodig. Lezen is leuk. En bovendien nog goed voor je ook. Ik zal een aantal dingen opnoemen:
– Goed voor je algemene kennis.
– Goed voor je taalvaardigheid.
– Houd je van schrijven? De beste leermeester (behalve zelf schrijven) is een boek lezen. Maar als je schrijft en je leest niet, dan vraag ik me af waarom je überhaupt schrijft. Maar goed.
– Geen geld voor reizen? Lang leve het boek. Gratis (of nou ja, twintig euro, maar dat is niets vergeleken met die duizend euro voor je vakantie) en voor niets kun je andere landen en werelden bezoeken, sommigen bestaan geeneens in het echt!

En graag wil ik ook even aandacht voor het volgende: chicklits en literaire thrillers zijn vermakelijk om te lezen, maar waag je ook eens aan echte literatuur. Met een hoofdletter L. Het is echt niet allemaal saai en moeilijk, geloof me maar.

Dus hup, pak een boek uit de kast en ga lezen!

Lees jij veel? En zo ja, wat voor boeken?