Liefdeslessen van tante Laura: introductie plus een paar vragen

Hallo lieve lezers van Lauradenkt.nl!

Mijn naam is tante Laura en ik ben zoals ze zeggen al een oude vos die zijn streken nog niet verloren is. In de zestig jaren dat ik rond loop op deze aarde heb ik al veel meegemaakt op het gebied van de liefde. En waarom zou ik die kennis niet met jullie delen? Ik heb namelijk gemerkt naar aanleiding van vorige liefdesblogjes dat jullie daar wel behoefte aan hebben.

De komende tijd zal ik jullie tips geven, zoals ik dat al eerder over online daten online daten bijvoorbeeld heb gedaan, maar ik ben er ook om vragen te beantwoorden. Dus heb je een brandende vraag in de trant van ‘Ik heb hand in hand gelopen met een jongen. Ben ik nu zwanger?’, stel hem dan! Mijn antwoorden zijn altijd juist, dus volg mijn advies en dan komt het helemaal goed.

Heel toevallig heb ik al een paar vragen binnen gekregen, die ik dan ook meteen zal beantwoorden. Lees ze goed, misschien steek je er nog wat van op!

Diederikje: ‘Ik heb altijd ruzie met m’n vriendin over wie moet afwassen, stofzuigen, schoonmaken, boodschappen doen, koken, wassen, strijken en het vuil moet wegbrengen. Tante Laura, vindt u ook niet dat ik lekker lui op de bank mag zitten met een biertje in de hand terwijl zij haar taken uitvoert?’
Oh oh, Diederikje toch. Jij snapt er duidelijk niets van. Vrouwen zijn de baas. Jíj moet afwassen, schoonmaken, boodschappen doen, koken, wassen strijken en het vuil wegbrengen, zij niet. Oh en vergeet niet om drinken voor haar in te schenken en chocolade te geven.

V3rL3guHj0nGuhh: Ik heb een oogje op een vriendin van een vriendin, maar zij kent mij nog niet. Hoe moet ik het aanpakken? 
Voeg haar toe op Facebook, vraag haar nummer via die vriendin van je, zoek uit waar ze woont en: stalken maar. Op een gegeven moment MOET ze wel ja zeggen op de vraag of ze met je op date wil.

Anoniempje: Lieve tante Laura, mijn vriend kietelt me als ik naast hem in slaap probeer te vallen. Ik vind het heel vervelend, en zeg dat ook, maar hij houdt niet op. Wat moet ik doen? -xxx-
Er zit niets anders op: zijn arm eraf hakken.

Piet: Wat is de beste plek om iemand ten huwelijk te vragen?
Als jullie op de bank Boer zoekt vrouw/the Voice/GTST aan het kijken zijn (‘Schatje, ik wil je wat vragen.’ ‘Sssssst, het wordt net spannend.’).

Dus kom maar op met die vragen!

Wat moet ik in mijn profiel voor een datingsite zetten?

God ja, je bent nu al twee maanden single en dat is dus echt te lang, daar kan je echt niet mee aankomen bij je vrienden. Dus er moet wat gebeuren. Weet je wat? Je schrijft je in bij een datingsite. Maar eh, wat moet je eigenlijk in je profiel neerzetten? Je wil natuurlijk niet één of andere weirdo aan de haak slaan. Tante Laura (die zelf nog nooit aan internetdating heeft gedaan en dat ook niet van plan is, de aangewezen persoon om hierover te schrijven dus) geeft tips.

Let wel op: deze tips zijn alleen bedoeld voor mensen die een serieuze relatie willen!

Foto

Voor vrouwen: kies een foto waarop je decolleté goed zichtbaar is. Dit is echt een vereiste, anders kun je die mannen, zelfs die weirdos, wel op je buik schrijven. Het beste kun je daarnaast ook nog een duckface opzetten en een panterprintje aantrekken.
Voor mannen: span je spieren aan en toon ze! Vooral je sixpack. Heb je die niet? Kijk op YouTube voor make-uptutorials om er één te faken.
Voor zowel mannen als vrouwen: Photoshop is your friend.

Motto

Voor vrouwen: een minuut niet gesproken, is een minuut niet geleefd.
Voor mannen: bier en tieten.

Omschrijf jezelf in vijf woorden

Voor vrouwen: bitch, ongeduldig, ochtendhumeur, gestresst, afhankelijk.
Voor mannen: onbetrouwbaar, bot, ongeïnteresseerd, snel verveeld.

Wat zoek je in een relatie?

Voor vrouwen: genegenheid, lange gesprekken, affectie, veel knuffelen.
Voor mannen: seks.

Hobby’s

Voor vrouwen: breien, hoelahoepen, mijn katten, lange gesprekken voeren over kleding, make-up en emoties.
Voor mannen: bier, voetbal, bier, auto’s, bier, seks, bier.

Succes gegarandeerd!

Laura’s liederenanalyse: ik heb je lief

httpv://www.youtube.com/watch?v=jSHIpfA1UoA
Goede kwaliteit van Nederlandse videoclips is voor nono’s.

(Aangezien het toch een semi-rubriek was, maak ik er nu maar een echte rubriek van. Dus voor de mensen die niks te doen hebben, ik heb het ook aangepast bij de oude blogjes, zoek op: Laura’s liederenanalyse)

Weet je, ik vind Paul de Leeuw leuk. Ja ja, hij maakt wel eens grapjes dat je denkt van: zou je dat nou wel doen, Paultje? Maar hij ziet eruit als een knuffelbeer en hij is grappig en stiekem vind ik sommige liedjes leuk. Bijvoorbeeld ‘Ik heb je lief’. Maar jongens, die tekst. Nee. Nee. Nee.

Ik heb je lief mijn hele leven
’t is veel meer dan houden van
Jeetje, rustig aan hoor. Ik ken je helemaal niet. Nou ja, eerder gezegd: jij kent mij helemaal niet!
’t is alsof je in mijn bloed zit
Bah bah bah. Incest?
ik zonder jou niet leven kan
Ik weet zeker dat jij dat wel kan, Paultje. 

Jouw mooie ogen doen me smelten
zet me zo in vuur en vlam
Wat is het nou? Smelten of in vuur en vlam?
Ik voel het enkel bij jouw aanblik
Ik krijg het ook van Rotterdam
Oké, je spreekt jezelf tegen. Eerst voel je het alleen maar bij mijn aanblik en dan opeens OOK bij Rotterdam? Wat is het nou? Probeer je me soms te vertellen dat je vreemd gaat? SCHOFT!

Ik heb je lief, ik heb je lief, ik heb je lief
wat moet ik zonder jou?
Gewoon. Je leven leven.
’t zijn vier hele kleine woordjes
Nou, dat valt wel mee. Ik vind ‘lief’ een relatief lang woord vergeleken met de andere drie.
En al maakt je dat een beetje bang
Nou inderdaad.
‘k heb je lief, vier jaargetijden lang
Oh een jaar dus? En net zei je nog dat je je hele leven mij lief zou hebben. Jeetje. Lekker wispelturig ben jij.

‘k voel het heel vaak als jij opstaat
Niet als ik ga zitten? Dus je bent blij dat ik weg ga? Jeetje, jij bent echt erg hoor. Ik dacht dat dit een liefdesliedje was.
of na een zomerse bui
ik word al week bij de gedachte
jij die loopt in mijn lievelingstrui
Ehm. Ik denk dat ik verzuip in jouw trui, Paul. No offence.
’t is mijn hand die jij plots vastpakt
als ik domweg naast jou fiets
’t komt ook, dat is nou het gekke,
zelfs door helemaal niets
Jeetje. Door helemaal niets? Gaat het wel goed met je? Dit klinkt toch wel ernstig. Misschien moet je een keer naar de dokter gaan.

Nee, dat wordt geen echte, ware, heuse sprookjesliefde tussen Paul en mij. En niet alleen omdat hij homo en dertig jaar ouder is.

Laura’s liefdesletteren: gaatjes in de lucht

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk. En vandaag: omdat er nog meer is dan alleen de romantische liefde.

***

Hoewel hij al tien jaar gepensioneerd was, waren zijn handen nog hard van de eelt. Af en toe knutselde hij iets van hout in elkaar, een zich rollend voortbewegend hondje met een touwtje eraan vast, zodat zijn kleinzoon het achter zich aan kon trekken. Of hij hing een extra plank op voor zijn dochter. Maar dagelijks schuren en timmeren was er niet meer bij. Hij schaamde zich haast voor die met aderen bedekte handen, zo grof en onbehouwen, maar zijn kleinzoon pakte hem zonder schroom met zijn eigen zachte handje beet.
Met grote ogen keek het jongetje naar de hemel.
‘Kijk opa, iemand heeft gaatjes in de lucht geprikt!’
De oude man keek naar de sterrenhemel en welverdraaid, zijn kleinzoon had gelijk: de lucht was niet egaal blauw, maar er blonk her en der een aantal lichtjes. Terwijl hij zich nog verwonderde over de gaatjes, als een oud kind, was zijn kleinzoon al met het volgende verbazingwekkende bezig. Zijn ogen waren nu gericht op de grote man naast hem wiens stevige grip zorgde voor een vredig gevoel van veiligheid.
‘Opa.’
Aan de toon hoorde hij dat het een serieuze bedoening was.
‘Je bent zo lief. Blijf je voor altijd bij me?’
Zijn stem trilde toen hij antwoord gaf.
‘Natuurlijk, jongen.’
En hij kneep nog wat steviger in het zachte handje. Maar terwijl het kind alweer vrolijk voor hem uit rende, kon de man alleen maar denken aan het onvermijdelijke.

Flirt erop los met tante Laura

Ach ja, die jongens. Ze zijn lief hoor, maar flirten? Daar zijn ze niet altijd de beste in.
‘Maar Laura, ik ben een jongen en ik vind een meisje leuk en wat moet ik doen?’
Lieve jongen, tante Laura helpt je met haar adviezen. Overigens komen deze tips ook voor in ‘Flirt erop los met tante Laura’, binnenkort verkrijgbaar in alle boekenwinkels voor maar liefs vijftig euro! (een koopje, al zeg ik het zelf)

1. Kijk haar in de ogen.
Dus niet zo’n dertig centimeter daaronder, hoe laag het truitje ook mag zijn. En ook al doe je het stiekem: we hebben je door.

2. Duik niet meteen bovenop een meisje.
Dat wordt niet gewaardeerd. ‘Maar-‘ Nee, echt niet. Sowieso is het eerst handig om het één en ander van elkaar te weten, bijvoorbeeld haar naam.

3. Schep niet op over je Mercedes (vooral niet als het in werkelijkheid een Ford Ka is).
Ten eerste zijn wij niet geïnteresseerd in auto’s (ik althans niet) en ten tweede houden we niet van opscheppers.

4. Sms/mail/bel eens uit jezelf.
Kijk, je hebt twee handen gekregen (dat hoop ik althans). En je hebt waarschijnlijk ook een mobieltje/computer. Daar kun je hele leuke dingen mee doen, bijvoorbeeld een smsje sturen naar je crush (bij gebrek aan een beter woord) met de vraag of ze wil afspreken. Oh en nog een tip: sms/mail eens terug!

5. Heb lef.
En dan de laatste van slechts vijf gouden tips (in mijn boek staan er welgeteld vijftig, dus dat is één euro voor elke tip, zoals ik al zei: een koopje!). Er gebeurt hoogstwaarschijnlijk niets als jij niets doet. Dus stap op haar af, in godsnaam! Ja, je kan een blauwtje lopen, maar het zou ook zomaar goed kunnen gaan.

En ik heb jullie nog wat leuks te vertellen! Omdat ik dus dit geweldige boek heb geschreven, kom ik binnenkort in de Oprah Winfreyshow. Speciaal voor mij maakt ze nog één aflevering. Is het geen schat?

Laura’s liefdesletteren: mijn eigen toekomst

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Ze zaten op een bankje in het park. Zij kneep haar ogen dicht tegen de zon. Hij zat verscholen achter de krant van vandaag.
‘Zullen we zo een bakkie doen?’ vroeg ze.
De krant ritselde en ik hoorde zijn zwaar stemgeluid.
‘Nel, ik heb de krant nog niet uit. Dat zie je toch?’
Zij knikte. Ja ja, dat was ook zo. Terwijl hij het economisch nieuws las, bekeek zij haar handen. De rimpels vormden een weg van de ene vinger naar de andere en lieten daarbij een spoor van pigmentvlekken na. Ze schudde haar hoofd alsof ze niet kon geloven dat dit toch echt haar handen waren.
‘Anna komt morgenmiddag langs.’
Hij humde van ‘Ja, ja.’ Zij glimlachte en dacht aan de kleinkinderen.
‘Niet vergeten gebak te halen voor bij de koffie.’
Hij deed zijn krant even omlaag, zodat ik zijn grijze haren kon zien. Of wat er nog van over was.
‘He nee, Nel. Je verwent die kinderen teveel.’
Er verscheen een ondeugend lachje op haar gezicht.
‘Maar dat vind ik juist zo leuk.’
Een twinkeling in zijn ogen.
‘Dat weet ik toch.’
Hij pakte haar hand en drukte er een kus op. Ze giechelde als een jong meisje. Hij las de krant uit en daarna stonden ze op. Gearmd schuifelden ze stapje voor stapje het park uit, om gebak te halen. Ik keek ze na en hoopte dat ik net mijn eigen toekomst had gezien.

Laura’s Liefdesletteren: snoepring

Oké, iets nieuws op mijn blog. Ik vind fictie schrijven leuk, maar ik maak er te weinig tijd voor vrij. Ik doe het wel, maar dat zijn meestal langere verhalen (en serieuzer) en daarom niet geschikt voor mijn blog. Zwijmelen en fantaseren over liefde is ook iets wat ik graag doe, dus wat krijg je dan? Laura’s Liefdesverhalen. Laura’s Liefdesliteratuur had qua alliteratie perfect geweest, maar het is natuurlijk geen literatuur. Laura’s Liefdeslectuur klinkt wel een beetje denigrerend naar mezelf toe. Dus Laura’s liefdesverhalen. Mocht je een betere naam weten, dan hoor ik het graag!  Lenneke heeft de naam Laura’s Liefdesletteren verzonnen en dat gaat hem worden! Uiteraard is dit allemaal ter voorbereiding van Ria Romers chicklit.

***

Af en toe durfde hij een blik op haar te werpen, maar dan keek hij snel weer naar de grond. Ze moest giechelen toen hij een snoepring uit de snoepautomaat haalde, van zijn laatste zakgeld.
‘Voor jou, omdat ik je lief vind’ zei hij.
Ze stak haar hand al uit, maar hij draaide zijn wang naar haar toe.
‘Eerst een kusje.’
Ze giechelde nog een keer. De rode lippenstift van haar moeder liet een afdruk achter op zijn wang.
‘Wij gaan later trouwen toch?’
Hij knikte enthousiast.
‘Ja en dan nemen we vijf kindjes en een hond en een kat en een goudvis en een konijn!’
Hand in hand liepen ze naar de speeltuin. Af en toe keek ze naar de ring. Wat was hij toch mooi.

Kind ophalen van de crèche, boodschappen doen, de baas bellen. Ze heeft het druk en loopt met grote stappen door de straat. Ze loopt zo hard dat ze recht op hem afkomt en struikelt over de stoepstenen of misschien wel gewoon over haar eigen voeten. Haar papieren vallen op de grond. Terwijl de man de papieren opraapt, kijkt hij haar aan en ze ziet een blik van herkenning in zijn ogen.
‘Ben jij niet…?’ vraagt hij.
Ze heeft geen idee wie het is en loopt snel door. Nog zoveel te doen.
Hij kijkt haar na. Wat is ze toch veranderd.

Jij bent niet mijn alles

Het gebeurt in liedjes. In gedichten. In films. Maar helaas ook in het echte leven.
‘Jij bent mijn alles. Zonder jou ben ik niets.’
Het is één van de uitspraken waarin ik een hekel aan heb of dat is nog zwak uitgedrukt: ik verafschuw het.

Dit is niet vanuit een gefrustreerde vrijgezelperspectief bedoeld, want dat ben ik niet. Voor zover ik weet, heb ik nooit tegen een jongen gezegd dat hij mijn alles is. En dat is maar goed ook, anders was ik nu niets.

Je hebt mensen die in een relatie stappen en hun hele leven opzij zetten. Hij of Zij is het Leven. Heette je vriendin eerst nog Marietje, nu is het MarietjeenPietje geworden. Marietje praat alleen nog in wijvorm en dat is niet omdat ze koninklijk bloed heeft. Denk je gezellig wat met Marietje te gaan drinken, blijkt Pietje ook mee te gaan. Ze zitten met lijm aan elkaar vast. Marietje is bovendien zo’n typje dat alles op Facebook zet.
‘Beertje, je bent mijn allesje, you and me forever, it’s real love!’ zet Marietje op de Facebookpagina van haar ware Jakob. Ze weet zeker dat ze voor altijd bij elkaar blijven.

En dan gaat het mis. Want ‘Beertje’ is toch niet meer zo verliefd. Hij is jaloers op zijn vrienden, die hij overigens nooit meer ziet (want dat vindt Marietje a.k.a. Tijgertje niet leuk), want die gaan nog wel stappen in het weekend. Hij is het gebonden leven zat.
Misschien voel je hem al aankomen, maar inderdaad: Pietje maakt het uit.
En Marietje? Die heeft een probleem. Want Pietje was Alles en nu is er Niets.

Ik zeg niet dat je geen kleffe koosnaampjes mag gebruiken, dat je niet af en toe in wijvorm mag praten of dat je geen lieve dingen mag zeggen tegen je geliefde. Maar het kan te ver gaan. Iemand anders kan niet alles zijn, het kan ook niet zo zijn dat jij niet zonder iemand kan. Want mensen gaan weg. Niet altijd, maar het risico bestaat. Dus bereid je er op voor. Zorg ervoor dat je naast je relatie ook nog een eigen leven hebt. Vergeet je vrienden en je hobby’s niet. Bovendien heb je dan ook nog wat aan elkaar te vertellen, ook fijn.

En alsjeblieft, liedjes- en filmmakers, dichters, ‘gewone’ mensen, zeg geen dingen meer als ‘Jij bent mijn alles en ik kan niet zonder jou’. Je geeft een verkeerd beeld.

Leunstoelliefde

Vandaag ga ik het over de liefde hebben en hierbij wil ik vertellen dat ik dit (helaas) niet zelf bedacht heb, maar dat dit uit een lezing van Jan Drost komt tijdens de Soul Masqué. En om even onbetaalde sluikreclame erdoor heen te gooien: het staat waarschijnlijk ook in zijn boek Het Romantisch Misverstand (die ik overigens niet gelezen heb, maar een ieder die het mij cadeau wil doen: ik houd je niet tegen).

Ik heb jullie al eerder het verhaal van de bolvormige wezens verteld, maar voor de mensen die te lui zijn om te klikken even in het kort: het verhaal ging dat mensen vroeger bolvormige wezens waren met vier armen, vier benen en twee geslachtsdelen (soms dezelfde geslachtsdelen, soms niet). Maar op een gegeven moment werd Zeus, de oppergod, boos en spleet de wezens in tweeën. Sindsdien zijn de wezens op zoek naar hun wederhelft, want zonder hen zijn ze niet compleet.

Er is dus een romantisch misverstand gebaseerd op dit verhaal en dat is: liefde is jagen naar het hele. Zonder de ander ben je niet compleet. We willen samensmelten met hem of haar. Ja, we zijn alleen geboren en we gaan ook alleen weer dood, maar in de tussentijd horen we toch met iemand samen te zijn? Want vrijgezel zijn, dat hoort toch niet? Kijk alleen al naar de maatschappij die de voorkeur geeft aan stelletjes.

Maar, zegt Jan Drost, als er sprake is van samensmelting: wie heb ik dan om van te houden? Het is een eenheid, er is niemand om van te houden. Je kan de twee personen niet los van elkaar zien.

Relatietherapeuten zeggen dat de meeste problemen in huwelijken voortkomen uit het willen zijn van een eenheid.  Mensen denken dat je het altijd met elkaar eens moet zijn. En als dat dan een keer niet zo is, zit je met de gebakken peren.

En dat is juist wat je niet moet doen. Het is eigenlijk heel raar om te denken dat je één kunt zijn met iemand anders, dat je precies dezelfde ideeën en gevoelens en opvattingen kunt hebben als een ander. Dat jullie een eenheid zijn. Je kunt beter van een tweeheid uitgaan, die niet per se hetzelfde hoeft te zijn. De voorwaarde voor een liefdesrelatie is dat je met zijn tweeën bent (er schijnt een vrouw getrouwd met zichzelf te zijn, maar dat kan dus eigenlijk niet he). Je moet dus niet alleen vanuit jezelf denken.

Dat zou ook betekenen dat er niet zoals als de ware is. Want die tweeheid, die kun je niet per se alleen met Harry vormen. Misschien lukt het ook wel met Gerrit.

En als de ware niet bestaat, dan bestaat leunstoelliefde (geweldig woord trouwens), wachten op de ware, ook niet. Maar wat is volgens Jan Drost het belangrijkste? De films en de boeken die je goed vindt, zeggen iets over jou en wat je zoekt in de liefde. Ga geen romantische komedies kijken, want die zijn niet realistisch. Kijk góede films (hij noemde Revolutionary Road, die heb ik niet gezien, maar ik vind Blue Valentine een goed voorbeeld) en gooi de chicklits weg.

Al kan ik het zwijmelen zelf nog niet helemaal opgeven.

Ik ben een romanticus

Ik ben heel veel. Een meisje. Een liefhebber van de kleur blauw. Een blogger. En een romanticus (romantica?).

Geen rozenblaadjes en kaarsjes, want dat is voor de fantasielozen (maar lieve jongens die dit doen, maakt niet uit, het gaat om het idee enzo, het is al heel wat dat jullie überhaupt iets doen). Nee, wanneer ik in een relatie ben, schrijf ik lieve briefjes en doe ze in een glazen pot. Ik plak boeken vol met herinneringen. Of ik verzin van die grappige, kleffe koosnaampjes, die niemand mag horen, behalve hij.

En niet alleen dat. Mijn hoofd zijn vol met romantiek. Vele scenario’s zijn al gepasseerd in mijn gedachten. Romantische films en boeken zijn er niets bij (en altijd geldt: still a better lovestory than Twilight). Ik zwijmel me suf. Je zou er bijna moe van worden.

Ik zal jullie een voorbeeld geven die ik zelf wel goed bedacht vind, al zeg ik het zelf. Misschien kunnen jullie het je nog herinneren, maar ooit was het winter en lag er sneeuw. Heel veel sneeuw. En tja, dan loop je het risico om te vallen. Het verhaal gaat als volgt:

‘Het is echt koud.’ mopper ik zomaar wat voor me uit en ik wrijf mijn handen tegen elkaar aan. En dan is het ook nog zo druk op het station. Wat een rotdag. Ik probeer me een weg te banen door de mensen, maar dan schuiven mijn voeten opeens over de sneeuw en begin ik te vallen (in slowmotion, net zoals in de film).
‘Ik ga mijn arm breken.’ is het eerste wat ik denk, tijdens die twintig seconden dat ik val. ‘Of mijn tas gaat open en al mijn spullen liggen op de grond en iedereen stapt erop en dan zijn al mijn papieren gescheurd en besmeurd of kwijt.’
Maar dan gebeurt het. Want voordat mijn hoofd de grond kan raken, voel ik al een paar sterke en gespierde armen om me heen (om maar even de chicklit-taal te gebruiken).
Ik word opgevangen door een jongen. Een leuke jongen.
Hij lacht, met van die pretlichtjes in zijn ogen weet je wel en zegt: ‘Gaat het een beetje?’
Ik stamel (zulk soort jongens zorgen ervoor dat je in de war raakt): ‘Ja, ja, het gaat wel. Dankjewel.’
Hij lacht weer. Je valt bijna flauw (‘Oh mijn god Laura, niet overdrijven.’ ‘Nou en, het is toch niet echt gebeurd en het is míjn verhaal.’).
‘Zullen we anders een kop warme chocolademelk met slagroom drinken, zodat je van de schrik kunt bekomen?’ stelt hij voor.
Ja ja, it is meant to be, dat snap je wel.
Dus ik ga met die jongen warme chocolademelk mét slagroom drinken en hij blijkt natuurlijk geweldig te zijn. We houden van dezelfde muziek, hij maakt me aan het lachen, houdt de deur voor me open en hij is ook nog slim, zo’n soort jongen.
En als we de Starbucks (we zijn op het station he) uit lopen, de kou in, verwarmt hij mijn handen met de zijne.

Zucht.

Helaas (of nou ja, zo helaas is dat nou ook weer niet, want ik houd niet van de winter) is het nu lente en ik denk dat de kans heeeeel klein is dat er nu sneeuw komt en dat ik dan bijna val, maar opgevangen word door een leuke jongen die warme chocolademelk met slagroom met me gaat drinken en mijn handen verwarmt.
Maar gelukkig bestaat er nog iets als struikelen over stenen en terrasjes in de zon.

Ik voel alweer een nieuw verhaal opkomen.