Laura’s liefdesletteren: echte mannen zijn niet zenuwachtig

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Echte mannen zijn niet zenuwachtig, zei opa altijd. Toch voelde Tim klamme handen, zweet op zijn voorhoofd en het gebonk van zijn hart. De laatste jaren had niemand hem wat kunnen doen. Vervelende klanten? Kom maar op. De buren aanspreken op hun harde muziek? Eitje. Maar zij? Zij.

Elke dinsdag, stipt om twaalf uur, kwam ze de zaak binnen. Een croissantje en een latte macchiato. Soms was zijn collega er sneller bij. De glimlach die zij aan een ander schonk, kon hij niet verdragen. Zij hoorde bij hem. Ze wist het alleen nog niet.

Haar oorbellen waren altijd opvallend. Zijn lievelings waren die in de vorm van katten. Kattenmensen zijn leuke mensen, wist hij. Gegarandeerd.

Een keer was hij haar achterna gegaan. Ze stapte op haar blauwe fiets richting de buitenwijken, koptelefoon op, sjaal om. Ze had niet achterom gekeken, maar dat was alleen, omdat ze niet wist dat hij daar stond.

Soms ging ze naar de wc en liet dan haar laptop onbeheerd achter. Toevallig moest hij dan net altijd in die hoek zijn. Grafisch vormgever zag hij nu staan, en een naam.

Als je echt wil, kun je iedereen vinden. Hij dankte de KvK dat alles op het internet stond. In de bloemenwinkel twijfelde hij over de kleur. Zou ze gele rozen mooier vinden dan rode? Hij nam ze allebei.

Echte mannen zijn niet zenuwachtig, galmde in zijn hoofd, terwijl hij op de bel drukte.

Laura’s liefdesletteren: nieuwbouw

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Op de grond ligt een verloren luchtbedje. Het raam is beplakt met vuilniszakken die er midden in de nacht vanaf vallen. Overdag is er het geluid van boren, geschuif en gedoe. De woorden weerkaatsen tegen de muren en blijven maar terugkomen. Kastjes wachten om gevuld te worden en zuchten vervolgens onder het gewicht van alle borden. Het bed staat in delen tegen de verfloze muur. Alleen het licht van de lantaarnpaal zet hem in de schijnwerpers.

In dit huis zijn geen mensen weggegaan, series bekeken, de liefde bedreven. De vloer heeft nog niet getrild van de stampende ruzies. Alles wat hier gebeurt, gebeurt voor het eerst.

Laura’s liefdesletteren: slingers

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Zorgvuldig had ze de slingers opgehangen. Niet te laag en met het ene uiteinde boven de boekenkast, het andere uiteinde aan het keukenkastje. Even had ze in de winkel getwijfeld over de ballonnen met confetti, maar waarom ook niet? Je wordt maar één keer veertig.

Normaal ging ze nooit naar de traiteur. Veel te duur en in je eentje eten is niet gezellig. Maar nu kon ze eindelijk naar binnen lopen in plaats van er langs.
‘Vanavond heb ik een feestje,’ had ze tegen de buren gezegd. ‘Alvast excuses voor eventueel geluidsoverlast.’
Ze had dit keer zelfs boven de vitrinekast gestoft, ook al kon niemand dat zien. Nou ja, misschien Peter wel, die was lang.

Niemand komt ooit op tijd op een feestje, dat wist ze wel. Maar om elf uur hoorde ze nog steeds alleen het tikken van de klok. De speciaal samengestelde Spotifylijst had ze even afgezet, is zonde om die nu al te draaien. De waxinelichtjes doofden een voor een hun licht. De prik uit de cola verdween. Maar zij bleef wachten.

Laura’s liefdesletteren: wat kon zijn

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Het meisje bij stijldansen dat zo lief lachte elke keer als hij haar rond zwierde. Of de vrouw die hij altijd tegenkwam tijdens zijn wekelijkse wandeling in het park. Misschien was het toch zij die naar hem staarde tijdens het feest, terwijl hij te veel bezig was met anderen.

Op de een of andere manier kwamen ze altijd als hij een relatie had, de opties. Als vrijgezel leken ze ver weg, in de trein starend naar buiten, maar nooit naar hem. Ze roken het als hij over ze heen was en kwamen dan op hem af als krijsende meeuwen op broodkruimels.

Waarom zou je voor één persoon kiezen als er zoveel mogelijkheden waren? Er was altijd wel iemand knapper, leuker, slimmer. Ze wachtten op hem in datingapps, cafés of misschien wel om de hoek van de straat. Ze liepen hand met hand met hem op het strand, fluisterden lieve woorden in zijn oor en kusten hem met eindeloze zachte lippen. Alle liedjes gingen over die ene tot er een andere kwam. Achter in de rij aansluiten alstublieft.

Dat het de keuze was die het juist mooi maakte, dat de reden was waarom mensen vijftig jaar bij elkaar bleven en niet de verplichting, dat wist hij nog niet.

Laura’s liefdesletteren: vrijheid

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Haar hele leven lag voor haar open. Nooit meer hoefde ze rekening met iemand te houden. Zijn vuile sokken, het geblèr van de animatieseries en het zeuren over dat zij zo zeurde. Eindelijk kon ze op reis. Naar India. Of Nieuw-Zeeland. Of België. Wat maakte het uit? Nu kon ze weer sjansen met de jongen om de hoek. Als ze wilde, kon ze vanavond al iemand in bed krijgen. En de nacht erop weer. Maar ze wilde hem.
Nee, nee, ze hoefde hem niet meer. Het mooie was dat hij nog steeds gebonden was, maar zij was vrij. Echt alles was mogelijk. De carrière waar hij niet in geloofde. Daar zou ze nu voor strijden. Als ze tenminste niet gewoon al haar spullen wegdeed en in een klein huisje op de hei ging wonen. Met een hond. Hij was allergisch, daar hoefde ze geen rekening meer mee te houden. Hij lag niet meer aan haar voeten, maar de wereld wel.
Zou hij haar eigenlijk ook ‘gekkie’ noemen? En zich verstoppen onder het deken om haar stiekem te kietelen? Misschien kon ze wel tegen kietelen. Mensen die tegen kietelen kunnen, zijn de vervelendste. Zo mooi was ze niet eens. En ze deed logopedie. Wie doet er nu logopedie? Heel saaie mensen. Dat paste wel bij hem, het saaie.
Maar zij was niet saai. Oh nee, ze had wel tachtig plannen en allemaal even goed. Ze hoefde alleen nog maar even zijn spullen op straat te gooien en dan kon het beginnen. Die trui vol gaten, hoppatee. Het kettinkje? Maar die stond zo mooi overal bij. En de foto? De foto bleef. Het verdriet bleef. Hij bleef, maar niet bij haar.

Laura’s liefdesletteren: papiertje

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Zijn moeder zei altijd dat zijn handschrift niet te lezen was. Hanenpoten, zo noemde ze het. Ze zag het verschil niet eens als hij wel zijn best deed, met het puntje van zijn tong uit zijn mond en een rode hand, omdat hij het potlood zo stevig vasthield. Maar het kon hem niet schelen. Dat was sowieso het enige wat zijn moeder kon doen, vitten op hoe hij eruit zag, wat hij deed en wat hij zei.
Maar Saartje interesseerde dat niet. Die hield gewoon zijn hand vast, ook al was die drijfnat van het zweet. Ze had hem zelfs een keer een kus op de mond gegeven op de dag dat hij vergeten was Labello op te doen. Het voelde warm en een beetje gek, maar dat was ook wat ze in films deden, dus dan zou het er wel bij horen. Vandaag hadden ze zes dagen verkering. Zes! Vroeger dacht hij dat hij nooit een vriendinnetje zou krijgen. Dat zei zijn moeder altijd: ‘Meisjes houden alleen van nette jongens’. Maar Saartje had geglimlacht toen hij het vroeg, met trillende stem.
En nu had hij een gedichtje voor haar geschreven. Dat zag hij ook een keer in een film. De vrouw die het gedichtje ontving, moest zelfs huilen. Zijn moeder zei dat gedichten voor mietjes waren. Hij wist niet wat dat betekende, maar het kon nooit goed zijn. Gelukkig was Saartje anders. Hij had er zelfs een paardensticker opgedaan, hoewel hij paarden maar eng vond. Tijdens gym zei hij dat hij naar de wc moest en toen had hij het in haar jaszak gestopt. Heel misschien had hij even aan de jas geroken en de mouw over zijn schouder gedaan. Na gym liepen ze samen terug naar school. Hij wilde haar hand vastpakken, maar die hield ze in haar zak. Ze giechelde.
‘Ik vergeet ze altijd weg te gooien,’ zei ze.
In haar hand hield ze een hoop snoeppapiertjes vast. Ze vond alleen de rode lekker en dat kwam goed uit, want hij hield meer van de groene. Daarom had hij het gedichtje op rood papier geschreven met groene letters.
‘Ik gooi het even weg.’
Hij wilde iets zeggen, hij wilde haar tegenhouden, maar hij kon niet meer bewegen. Een snoeppapiertje dwarrelde naast de prullenbak. Het was groen.

Laura’s liefdesletteren: opa’s

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Opa’s zijn van een andere wereld. Ze weten niet wat mobieltjes zijn, maar wel hoe de bomen in het bos heten. Ze hebben grote handen die ze soms op je hoofd leggen. Ze weten wat ze moeten zeggen als je valt. Soms brommen ze naar oma’s, maar ze geven ook stiekem knipogen als ze niet kijkt. Ze zijn stil bij dat ene liedje op de radio en dan zie je het verleden in hun ogen.

Opa’s verjagen de monsters onder het bed. Ze kijken naar sport op tv, maar zeggen er niets van als je er doorheen praat. Opa’s geven je snoepjes ‘en niet tegen mama zeggen hè’. Ze stoppen je een euro toe voor je rapport, ook al sta je onvoldoende voor rekenen. Ze tillen je op en draaien net zo lang totdat je duizelig wordt en ze even bij moeten komen in hun stoel. Opa’s zeggen dat ze voor altijd bij je blijven en dat ze wel honderd jaar oud worden, als het niet duizend is. Ze willen met je trouwen en laten nooit je hand los. Opa’s liegen niet.

Je merkt pas op hoeveel het over opa’s gaat in de wereld als ze er niet meer zijn.

Laura’s liefdesletteren: (g)een betekenis

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Maandag hadden ze nog gekibbeld over het eten. Hij wilde iets met mie, zij wilde pizza bestellen. Hij wees haar op hun uitgaven. Zij wees hem op de exclusieve koffie die hij per se moest drinken. Maar dat betekende niks. Zij hadden geen ruzie, maar meningsverschillen die altijd eindigden in kussen en grapjes.
Soms legde hij voor het slapen zijn hand op haar dijbeen. De laatste tijd duwde ze die steeds vaker weg. Maar dat betekende niks. Ze was moe. Druk op werk. Iedere relatie kent die momenten.
Via Facebook kwam ze weer in contact met vriendinnen van de middelbare school. Hij hoorde ze lachen in de woonkamer, zelf verbannen naar het kantoortje. Ze stopten als hij binnenkwam en keken hem meewarig aan. Maar dat betekende niks. Gepraat over vrouwendingen, dat was niet bestemd voor mannenoren.

En nu belde ze hem op, terwijl ze normaal gesproken altijd appen. Maar dat betekende niks. Ze liet een stilte vallen toen hij ‘Hallo lieverd’ zei. Maar dat betekende niets. Ze zei: ‘We moeten praten.’ Maar dat betekende niets. Als je het niet ziet, is het niet aanwezig.

Laura’s liefdesletteren: het kattenmannetje

 

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Als hij naar het station liep, zat ze altijd achter het raam. Grijze strepen en een doordringende blik. Hij kneep zijn ogen een beetje dicht ter begroeting, maar zij bleef staren. ’s Nachts was het vaak het straatschoffie met de gaten in zijn vacht. Klagelijk miauwend draalde hij dan om hem heen, maar er viel niets te schooien.
‘Ga jij ook lekker slapen, knaap?’
Gejammer als antwoord. Aan zijn muur hing de bekende poster van Le Chat Noir die minzaam op hem neerkeek, terwijl hij naar filmpjes op het internet zocht. De stakker die sprong, maar het net niet haalde. De schoft die zijn broertje een duw gaf. En zijn favoriet: de jonkies die omhoog klommen in de broek van het baasje, maar steeds vielen.
Een paar jaar geleden had hij er zelf eentje naar huis genomen. Pas na twee dagen durfde ze het mandje te verlaten. Ze bleef maar piepen en hij bleef maar niezen. Een onmogelijke liefde.

Laura’s liefdesletteren: belofte maakt schuld

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Er zijn zoveel dagen voorbij gegaan waarop ik niet aan je denk. En dagen waarop ik denk dat ik niet aan je denk. Ik ben vergeten hoe je rook als je net de douche uitstapte. Hoeveel moedervlekjes je linkerschouder versierden. Soms bel ik je, maar de stem van de voicemail ‘Dit is Sanne, ik ben er even niet. Misschien bel ik je terug.’ klinkt steeds minder vertrouwd en meer blikkerig. Op jouw nachtkastje liggen nu andere boeken. In de spiegel kijkt iemand hoe de lijntjes op haar gezicht veranderen. Waar je kleding heen is, weet ik niet. De rode jurk had je aan, toen.
Inmiddels heb ik een kind dat jij nooit hebt gedragen. Ik draag polo’s, waar jij zo’n hekel aan had. Soms is het alsof je nooit hebt bestaan en soms is het alsof je nooit weg bent geweest.

Er zijn zoveel dagen voorbij gegaan waarop ik niet aan je denk. Omdat ik het niet durf. Omdat schuld een gevoel is dat in alle hoeken kruipt en me nooit meer laat gaan. Omdat ik zou willen dat ik je nooit had gekend.