Ik was in mijn geboortedorp en had een afspraak met Evy. Dat kun je natuurlijk niet afzeggen, dus trok ik mijn rozerdanditbestaatniethardloopwindjack aan (en ook wel andere kleren hoor) en begon met hardlopen.
Het ging eigenlijk best goed, zeker gezien de dramatische keer daarvoor (toen werd ik ingehaald door een slak). Er kwam leuke muziek langs, er waren weinig mensen op het pad langs het water waar ik liep en ik moest niet plassen (ook erg fijn tijdens het hardlopen). Maar opeens begon de grond te trillen. Ik hoorde het geluid van honderden trippelende stappen en evenveel zwaardere voetstappen. Ik viel bijna, zo erg was het.
Het beeld wat ik vervolgens zag, was nog erger.
Honderden border collies kwamen op me af, met hun baasjes achter hen. Mooi niet dat die baasjes zeiden ‘Fikkie, af!’. Nee hoor, ze lieten de storm van honden gewoon op me af komen. Ik werd onder de voet gelopen, het geblaf in mijn oren, haren op mijn nietmeerzoroze hardloopjack, vieze tongen over mijn gezicht.
Blijkbaar was het border colliedag in het dorp. Als ik dat had geweten, had ik gerend voor mijn leven. De andere kant op.
Ondanks deze nachtmerrie rende ik daarna weer verder. Deze dag had niet verschrikkelijker kunnen zijn en dat werd het gelukkig ook niet. Het werd ietsje beter. Ik was bijna klaar, toen er een klein meisje naast me kwam rennen. Ze schaterde het uit van het lachen en maakte het lopen net wat leuker.
Ik weet al wie mijn hardlooppartner wordt. En nee, het zijn niet de honden.