De liefde is raar. Dat wisten we al. Vandaag gaan we één aspect ervan uitlichten.
Jeeeej, je lover en jij hebben een weekendje weg geboekt! Normaal zien jullie elkaar niet zo lang achter elkaar (druk, druk, druk, zo lang duurt de relatie nou ook weer niet dat je samenwoonplannen hebt en elkaar dus zowat elke dag ziet), dus dit is alleen maar dikke pret. Op een ruzietje hier en daar (‘Moet je nou echt zo HARD ademen?’ ‘Dit is al de derde keer dat je je omkleedt.’) is het perfect. Na drie dagen nemen jullie afscheid en brengen weer een dag zonder elkaar door.
Prima toch? Je hebt net drie dagen 24/7 bij elkaar doorgebracht, dus daar kan je wel een tijdje op teren. Maar je kroeliewoelie is net weg of je voelt het al je hele lichaam overnemen: het gemis. Het slaat werkelijk nergens op, je hebt een voorraadje liefde, hoor je niet blij te zijn dat je even van je lief af bent? Lekker rustig, tijd voor jezelf, weet je wel. Nou, niet dus.
En het gaat nooit over, sterker nog, het wordt steeds erger. Eerst kon je prima functioneren als je Beertje na drie dagen zag, maar nu is dat een ongelooflijke lange tijd waarin je minstens twintig keer een whatsappje stuurt met ‘Ik mis je zoohooo’. Stiekem kijk je al halsreikend uit naar de avond, terwijl je je hartendief in de ochtend nog hebt gezien.
En dan ben je, ein-de-lijk, na drie helse uren, weer bij hem/haar en dan gaat de tijd zo ongelooflijk snel voorbij. Zucht.