Het enige wat klopte, was de datum


Marjan van den Bergs column over mij, die in de Margriet is verschenen (hoogtepuntje!)

Ik was een jaar of elf en zat op pianoles. De muziekvereniging had een boekje dat eens in de zoveel tijd uit kwam. Eén keer per (half?)jaar was er een voorspeelavond. Over één zo’n voorspeelavond schreef mijn vader een stukje, voor het boekje van de muziekvereniging.

Ik weet niet waar het boekje is, dus ik kan het jullie niet laten lezen, maar dit kwam er in voor: het feit dat het vrijdag de dertiende was, mijn moeder die tegen mijn vader schreeuwde omdat hij te laat was en ik die moest huilen, omdat ik het van de stress allemaal niet aan kon.

Het enige wat klopte, was de datum.

In plaats van trots te zijn op mijn vader schaamde ik me rot. Ik had helemaal niet gehuild! Wat moest iedereen wel niet denken? De pianojuf kon wel zeggen dat ze het een leuk stukje vond, maar er klopte helemaal niets van!

Toen ik de column van Marjan van den Berg over mij las en ik zag dat ze mij doodverlegen noemde, dacht ik: neeeeeee. Want ik was misschien timide (zoals ze dat met een mooi woord noemen), maar toch echt niet een stotterend muisje dat haar niet aan durfde te kijken en mijn vragen fluisterde.

Maar ja, toen ging ik nadenken. Mijn moeder denkt dat jullie haar inmiddels wel seniel vinden na mijn blogjes over haar (even voor de duidelijkheid: dat is ze niet). Maar dat is het hele punt van columns: je dikt hier en daar wat aan, anders is het niet leuk.

Soms krijg ik reacties waarin mensen me verwijten dat ik overdrijf en generaliseer. En ja mensen, dat doe ik, ik geef het toe! Ik strooi met vooroordelen en alles vergroot ik. Maar dat is wat naar mijn idee een column juist leuk maakt. Je weet dat het overdreven is, maar dat maakt het juist grappig. Als ik alles zou opschrijven zoals het was, dan val je halverwege in slaap. En ja, ik verzin wel eens dingen om het verhaal wat leuker te maken. Wat precies weet alleen ik, muwhahaha…

En de boodschap van vandaag is dus: geloof niet alles wat ik zeg en voel je vooral niet persoonlijk aangesproken!

Vijf tips voor het schrijven van een column

Wat ik één van de leukste rubrieken vind in tijdschriften? Columns natuurlijk! Ze zijn grappig, soms confronterend, persoonlijk. En zelf columns schrijven is ook leuk, maar hoe moet dat eigenlijk? Nu ben ik geen pro (maar een amateurtje, zoals dat heet, maar dat klinkt wel heel zielig eigenlijk), maar toch geef ik een aantal tips. Misschien heb je er nog wat aan.

1. Gebruik humor.
Wat zijn de leukste columns? Die met humor. Probeer dus niet altijd serieus te zijn, maar zet er af en toe een leuk grapje tussen. Vooral handig bij de eerste en/of laatste zin.

2. Maak het persoonlijk.
Ik ben nieuwsgierig, jij bent nieuwsgierig (geef maar toe), iedereen is nieuwsgierig. Je hoeft me niet te vertellen dat je in je neus peutert en wat je allemaal op de wc doet (liever niet), maar als je wat persoonlijker wordt, zorgt het er ook voor dat mensen zich met je kunnen identificeren.

3. Probeer niet alleen iets af te kraken.
Dit is erg moeilijk en ik moet zeggen dat het mij ook niet altijd lukt. Want het is makkelijk en stiekem ook wel leuk om bijvoorbeeld Oh Oh Cherso af te kraken. Als je er dan toch voor kiest om dat te doen, zorg er dan ook voor dat je iets positiefs/leuks benadrukt, zodat het niet alleen maar gezeur wordt.

4. Lees, lees, lees, lees meer!
Ja, die tip komt van een liedje van Annie M.G. Schmidt (Heeft iemand de serie Annie M.G. gezien? Hele leuke serie!).  Lees vooral veel columns van anderen en leer daar ook van.

5. Veel oefenen.
Oké, dit is een open deur, maar ik noem hem toch maar. Een goede column schrijven is niet iets wat in één keer lukt. Dus oefen veel, bijvoorbeeld in de schoolkrant of op een blog natuurlijk :)

Schrijven jullie wel eens columns? En hebben jullie nog meer tips?