Ik voer een strijd met mijn broer en broertje. Nee, niet om mijn ouders’ liefde, want die heb ik al in the pocket. Het gaat om hun baarden.
Ja, mijn broer(tje)s zijn vieze hipsters. Niet als in hippe hipsters, maar meer zo van: ik ben te lui om me te scheren en nu lijk ik op een zwerver-hipster. Je snapt wel dat elke keer als ik ze zie, ik mijn handen vol afgrijzen voor mijn mond houd en gil: ‘GA JE SCHEREN!!!!!!!’
Nu heb ik wel een beetje verstand van mannen (ik heb langer met dan zonder ze geleefd in één huis), dus ik wist wel dat ze niet zouden luisteren. Maar ik ben ook een eigenwijze drol, dus blijf ik het zeggen.
‘Ja, maar baarden zijn mooi, Laura blablabla.’ zeg je nu tegen me.
Sommige baarden zijn inderdaad oké. Als je donker haar hebt bijvoorbeeld. Of baardpotentie. Dat hebben mijn broer en broertje dus niet. Zij hebben alleen zwerverpotentie.
Elk bezoek weer zeg ik het dus weer.
‘Je moet je scheren!’
En wat zeggen zij dan altijd?
‘En jij moet je wegscheren!’
Verdomme.