Myrthe van der Meer – UP (+ winactie voor de materialistische boekenjunkies onder jullie)

20150306_161451 (1)

Heftig.
Dat is wat ik zou zeggen als iemand me vroeg om UP van Myrthe van der Meer te beschrijven in één woord.

Het is geen boek wat je in een dag leest, lekker liggend op het strand. Eerder een boek dat je oppakt en weer weglegt, omdat het verdrietig maakt. Toch lees je uiteindelijk verder, want het houdt je vast en laat je niet meer los.

Het is het vervolg op PAAZ, dat gaat over dezelfde Emma die opgenomen wordt op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. In UP gebeurt dat voor de tweede keer en krijgt ze naast het etiketje Asper ook de diagnose manisch-depressief te horen.

Ik vind het heel goed dat er zoveel aandacht wordt besteed aan dit boek. Er heerst nog steeds een enorm stigma op psychische ziekten. Denk aan mensen die tegen iemand die depressief zeggen: ‘Je moet gewoon naar het positieve kijken.’
Waarom accepteren we het wel als iemand een gebroken been heeft, maar ben je gek of een aansteller als je een psychische stoornis hebt? Misschien, omdat we er niet genoeg kennis van hebben. Gelukkig zijn er boeken.

Dus ik zou zeggen: lees het. Je hoeft niet eens aan te komen met smoesjes als ‘Geen geld.’, want je kunt namelijk een UP-goodiebag winnen! Op de foto zie je waar dat allemaal uit bestaat (exclusief enorm grote boekenkast vol boeken, die ik eigenhandig met collega’s erin heb gezet, want The House of Books, de uitgeverij van Myrthe van der Meer, is namelijk onderdeel van mijn oude stage).

Wat je ervoor moet doen? Gewoon reageren, het liefst iets origineels (Geen ‘Leuk geschreven!’ of ‘Ik volg jou, volg je mij ook?’ dus). En voor de mensen die enkel meedoen voor het winnen of om de boeken later weer door te verkopen: alleen mensen die al vaker gereageerd hebben of van wie ik weet dat ze mijn blog lezen mogen meedoen.

22 maart mail ik de winnaar!

(Voordat jullie denken dat ik een shady bitch ben: ik heb een boek opgestuurd gekregen als recensie-exemplaar)

Why I love this book: Helene Wecker – De golem en de djinn

‘Je MOET De golem en de djinn lezen.’ riep ik al weken naar mijn collega’s bij mijn stage. Ik gaf het boek cadeau aan een paar vriendinnen en raadde het iedereen aan. Nu wil het toeval (of niet) dat Janinke één van die collega’s was en ook voor Why I Love This Book ging werken. Blijkbaar was mijn enthousiasme toch nog ergens goed voor, want ze vroeg of ik er een filmpje over wilde opnemen.

Allereerst het concept Why I Love This Book. Het is bedacht door Marc Barteling en eigenlijk heel simpel: vertel in één minuut (ik hield me niet aan de regels en deed er wat langer over) waarom je een bepaald boek zo goed vindt. Het gevolg is dat je je nooit meer af hoeft te vragen welk boek je nu weer moet lezen (niet dat ik dat ooit heb trouwens), omdat de tips je al tegemoet komen.

Nou, jullie zijn natuurlijk superenthousiast geworden van mijn filmpje waarin ik eruit zie als een twaalfjarige en heftig met mijn ogen knipper (bleek door mijn lenzen te komen, ik dacht al: wat knipper ik veel, maar ik heb dus de verkeerde grootte lenzen). Niet getreurd als je een arme pleb bent, want je kunt hem namelijk gewoon winnen!

Klik hier om te kijken wat je moet doen en mocht je gewonnen hebben: vertel me dan vooral wat je van het boek vindt :)

(Dit filmpje was trouwens ook in het kader van ‘enge dingen moet je doen, want dat is goed voor je’) (ik wil geen presentatrice worden geloof ik)

(Oh en ook wel goed om te melden: dit is allemaal op vrijwillige basis, dus ik kreeg er niet voor betaald ofzo) (was het maar zo’n feest) (als je heel veel medelijden hebt, wat ik goed kan begrijpen, mag je me geld sturen)

Half Zwart

Half zwart

Voor mijn stage* moet ik uiteraard boeken lezen (jeetje, wat een straf zeg). Eén van de eersten was Half Zwart van Sally Green, een Young Adult/Fantasy-boek. ‘Wat Twilight deed vampieren, zal Half Zwart doen voor heksen.’ stond in het persbericht. Dat joeg me wel angst aan (Heksen die glinsteren in het zonlicht? En betekent dat dat er nóg een film met Kirsten Stewart komt?), maar gelukkig had ik niks te vrezen.

Half Zwart vertelt over Nathan, een half zwarte heks. Dat is erg in een wereld waarin witte heksen de ‘goeden’ (of niet?) zijn en zwarte de ‘slechten’. Heksen kunnen alleen maar hun gave krijgen (bijvoorbeeld toverdrankjes brouwen) als ze op hun zeventiende drie inwijdingsgeschenken krijgen van een familielid en hun bloed drinken. Maar Nathans moeder is dood en zijn vader een beruchte zwarte heks. Bovendien wordt Nathan opgesloten in een kooi.

Half Zwart is onderdeel van een trilogie en god, wat is dat frustrerend. Ik heb het boek in twee dagen uitgelezen en ikmoétwetenhoehetafloopt. Maar dit boek is pas deze maand uitgekomen, dus dat wordt lang wachten. Een aanrader is het in ieder geval!

*Ik blog alleen maar over boeken die ik leuk vind, dus geen zorgen: hier zit geen dwang achter en is volledig mijn eigen mening.

De Cirkel

Voor kerst kreeg ik het boek De Cirkel van Dave Eggers en wow, jongens, wat een boek is dat. Het zet je heel erg aan het denken en is daarnaast ook dusdanig spannend dat je het liefst alle 445 pagina’s in één dag zou uitlezen.

Een korte samenvatting: Mae mag gaan werken bij de Cirkel, het machtigste internetbedrijf van de wereld. Dit bedrijf heeft ervoor gezorgd dat iedereen slechts één online identiteit heeft en heeft nog meer plannen in petto. Welke? Lees het boek maar!

Gedachten naar aanleiding van dit boek: word ik wel eens op mijn vingers getikt dat ik teveel bezig ben met mijn telefoon, is dat in dit boek allemaal nog een stapje erger. Ben je ergens naar toe geweest (al is het maar de sportschool of een bezoekje aan je oma), dan móet je het delen met je volgers. Het liefst met foto’s en een paar tings (soort van berichten) en als het kan ook een video. Wat als iedereen je kan opsporen, omdat er overal camera’s zijn? Wat als je hier allemaal niet aan wilt meewerken, maar je wel moet?

Het boek geeft een beeld van hoe de toekomst zou kunnen worden. Waarbij niet alleen de NSA weet dat jij gegoogeld hebt op ‘zwangerschapsverschijnselen’, maar de hele wereld dat kan zien. Waarbij die ene sexy foto die je maakte voor je scharrel nooit verwijderd kan worden. Waarbij je altijd weet waar iedereen is.

Natuurlijk hoeft het niet zo te zijn in de toekomst. Maar het zet je wel aan het denken. Is het echt nodig om van elk aspect van je leven een foto te maken (hallo Instagrammers)? Waarom whatsappen met je vriendin als je ook kunt bellen of beter nog: elkaar in real life kunt zien. Is privacy op het internet überhaupt mogelijk?

Het is geen boek om vrolijk van te worden, maar ik kan het jullie sowieso aanraden. Het zet je in ieder geval aan het denken en wellicht plaats je minder vaak Instagramfoto’s van je havermoutontbijt (ik hoop het!).

Terug naar Oegstgeest: Terug naar Oegstgeest

20130707_143404

Na al een jaar in Oegstgeest te hebben vertoefd, heb ik dan eindelijk mijn lijfboek gelezen: Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers. Van een aantal lezers kreeg ik een standje, omdat het zo lang heeft geduurd, maar ik er wel steeds literaire grapjes over heb gemaakt. Mijn smoesjes:
1. Het boek komt uit 1965 en is dus niet heel makkelijk verkrijgbaar (plus geen geld enzo).
2. In de derde (of tweede?) moesten we bij Nederlands Kort Amerikaans lezen van Jan Wolkers. Daardoor liep ik een Jan Wolkers-trauma op (en daar kon het lieve programma ‘De achtertuin van Jan Wolkers’ bij Villa Achterwerk echt niet tegenop). Waarom? Hmm, hoe zal ik het uitleggen. Vier woorden: seks met een standbeeld. Bah. Dat zegt wel voldoende, denk ik zo.

Maar goed, je bent een Oegstgeestenaar/Oegstgeestenees/Oegstgeester (IEMAND VERTEL ME WAT IK BEN) of je bent het niet. Bovendien moest ik wel bovenstaande foto kunnen whatsappen als mensen vroegen wat ik ging doen.

En dan komt nu, tadadadadadadum, het oordeel van uw Oegstgeestse (???) literatuurwetenschapper: ik verwachtte het ergste na Kort Amerikaans, maar het viel reuze mee. Het boek is makkelijk te lezen, ik vond het interessant en er komt verrassend weinig seks in voor (‘Wat?! Is dit wel echt een boek van Jan Wolkers?!?!). Blij word je er echter niet van. Het is gebaseerd op Wolkers’ jeugd afgewisseld met fragmenten waarin de hoofdpersoon (die ook Jan heet), ja ja, terug naar Oegstgeest gaat. Een grote rol in het boek speelt de christelijkheid van de ouders, de interesse voor dieren en de dood van één van de broers. Wat ik vooral mooi vind, zijn de beschrijvingen van de landschappen.

Als je in Oegstgeest woont, moet je het zeker weten lezen (de herkenning!), maar anders is het ook een mooi boek. Aanrader dus!

Brieven aan Doornroosje

brievenaandoornroosje

Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn lieve studievriendinnetjes het boek ‘Brieven aan Doornroosje’ van Toon Tellegen. Toon Tellegen vind ik geweldig en sprookjes zijn ook leuk, dus dat was een goede match!

Het boek bestaat, je raadt het misschien al, uit brieven aan Doornroosje, geschreven door de prins die haar wil kussen. Doornroosje is namelijk al honderd jaar in slaap (ze had zich geprikt aan een vergiftigd spinnenwiel, het domme kind) en alleen een kus kan haar doen ontwaken. Elke dag schrijft de prins haar. Hij schetst hoe het kussen en de reis zal verlopen, hij is dan weer vrolijk dan weer verdrietig en denkt vooral erg hard na. Soms is het grappig, soms juist hartverscheurend.

Dan nu de vraag: is het een aanrader? Ik heb dit boek aardig snel gelezen (binnen een week) en dat kan ik je niet aanraden. De context van de prins is beperkt, want het gaat natuurlijk steeds over dat kussen en of dat wel zal lukken en hoe Doornroosje zal reageren (maar dan wel op verschillende manieren beschreven natuurlijk). Op een gegeven moment heb je dat wel gehad als je het zo snel leest.
Maaaar het is wel een aanrader om lekker rustig aan te lezen. Af en toe een brief. Mensen die de stijl van Toon Tellegen kennen, zullen niet teleurgesteld zijn.

En dan als laatste een paar citaten ter illustratie:

“Kijk toch uit,’ mompelt mijn moeder. ‘Kijk vooral toch altijd overal verschrikkelijk goed uit. En als je heel goed hebt uitgekeken, kijk dán vooral uit!”

***

‘En nu lijkt wel eindeloos te duren. Klein ondeelbaar nu.
Het is nu. Het is altijd maar nu.

***

‘Ik begon te hollen. De weg was soms zo steil dat ik bijna niet stil kon blijven staan. Mijn geluk gloeide in mijn hele lichaam en lag bovendien ook nog eens als een baal meel op mijn schouders. Al hollend werd die baal geluk steeds zwaarder, mijn gelukkige knieën knikten, de weg ging plotseling weer omhoog. Ik, gelukzalige, kon niet meer.
‘Aan geluk bezweken’, een kruis langs de weg.’

***

Jong duurt langer dan je denkt

Laatst las ik het boek ‘Jong duurt langer dan je denkt’ van Rando Kim, professor consumentenwetenschap in Korea. Het is een boek voor rusteloze twintigers, die het allemaal niet weten. En Kim geeft ons advies.

Toegegeven: ik was al een beetje sceptisch. Zou dit niet zo’n verschrikkelijk happydepeppydoehetzelfboek zijn met ‘wijze’ adviezen die nergens op sloegen? Ik had er niet al teveel vertrouwen in.

Mijn voorgevoel is deels uitgekomen. Ik was het af en toe absoluut niet eens met de schrijver (maar dan zou je ook kunnen zeggen: ‘Jaaaa, maar Laura, die man is oud en wijs en jij bent jong en wat minder wijs, dus wie zou er nou eerder gelijk hebben?’), maar er stonden soms wel bruikbare dingen tussen.

Wat ik een interessante theorie vond, was die van de klok. Ik heb wel eens gezegd dat 21 bijna 30 is en dertig bijna 40 en 40 bijna 80 (oftewel: ik ben superduperoud), maar zo schijnen meerdere mensen erover te denken. Je hebt het gevoel dat je tussen je twintigste en dertigste van alles moet bereiken (volwassen worden, studie afmaken, baan zoeken, liefde, huis kopen, trouwen, kinderen). Daar ben je zo op gefocust dat je helemaal niet denkt aan wat erna komt. Het is niet alsof op je dertigste verjaardag, wanneer je dat allemaal misschien bereikt hebt, het leven afgelopen is. Of zoals Rando Kim het zegt: ‘Veel jongeren schrikken zich dood van de snelheid waarmee de tijd voorbijvliegt en velen van hen zijn bij lange na nog geen dertig.’

Ik vrees dat ik dat ook vaak heb.

Maar Kim biedt een ander inzicht. Stel je voor, zegt hij, dat je leven vierentwintig uur duurt. Hoe laat zou het nu dan zijn?
‘Als de levensverwachting van een gemiddelde persoon ongeveer tachtig jaar is, hoe laat is het dan op de levensklok van een vierentwintigjarige? Dan is het 7.12 ’s morgens (…) Als docent die veel jongeren volwassen heeft zien worden, vind ik dat tijdstip, twaalf over zeven ’s morgens, van groot betekenis. Iemand van vierentwintig – die de reis van zijn puberteit heeft volbracht en nu over een drempel moet waarna hij (of zij) als volwassene deelneemt aan de maatschappij – staat bijna precies op die tijd van de dag waarop de meeste mensen zich gereedmaken om aan het werk te gaan en het huis uit te gaan.’
Hoe raar is dat?
‘Goed, maar hoe zit het met iemand van zestig die met pensioen gaat of al is? Voor hem of haar is het zes uur ’s avonds, het tijdstip waarop de meeste mensen ophouden met werken, weggaan van kantoor en naar huis gaan om de avond met hun gezin door te brengen.’
Mooie symboliek vind ik het wel. Het zet mij in ieder geval aan het denken. Natuurlijk, niet iedereen wordt tachtig. Maar het heeft geen zin om te stressen. Tijd genoeg, zoals Doe Maar zingt.

Verder heb ik weinig uit het boek kunnen halen. Het was me iets te belerend  en het is jammer, maar logisch, dat het vooral op jongvolwassenen uit Korea was gericht. Aanraden zou ik het boek dus niet, maar het heeft in ieder geval tot bovenstaand inzicht geleid. En nog een ander mooi citaat: ‘Het is erger om niets te doen dan om dingen verkeerd te doen.’

Hoe laat is het bij jou?

What is life but a dream?

Stel je eens voor, het is 4 juli 1865. Jij, een toevallige passant, ziet een bootje voorbijvaren. In dat bootje zitten twee mannen en drie kleine meisjes. Eén van die mannen, Lewis Carroll vertelt een verhaal over een meisje dat zich verveelt en op zoek gaat naar avontuur. Alice, de middelste van de drie zusjes, vindt het verhaal zo leuk  dat ze Lewis opdraagt het op te schrijven. Drie jaar later gebeurt dat en dan komt Alice in Wonderland uit (goh, naar wie zou dat toch vernoemd zijn?). In 1871 verschijnt het tweede deel: Through the Looking-Glass.

Dat is het verhaal van het boek Alice’s Adventures in Wonderland, een Engelse klassieker. Velen van jullie hebben waarschijnlijk de tekenfilm gezien, die de twee verhalen door elkaar schudt of anders wel de Tim Burtonfilm die daar een vervolg op maakt. Maar waarschijnlijk heb je het boek niet gelezen. En dat is stom. Want het is echt een geweldig boek (of: het zijn geweldige boeken, want eigenlijk zijn er dus twee delen). Het zit vol met versjes, grappen, zinnen die je aan het denken zetten en rare figuren. Niet overtuigd? Hier volgen een aantal geweldige citaten:

***

‘Take some more tea,’ the March Hare said to Alice, very earnestly.
‘I’ve had nothing yet,’ Alice replied in an offended tone, ‘so I can’t take more.’
‘You mean you can’t take less,’ said the Hatter: ‘it’s very easy to take more than nothing.’

***

‘I know what you’re thinking about,’ said Tweedledum: ‘but it isn’t so, nohow.’
‘Contrariwise,’ continued Tweedlebee, ‘if it was so, it might be; and if it were so, it would be; but as it isn’t, it ain’t. That’s logic.’

***

‘I can’t believe that!’ said Alice.
‘Can’t you?’ the Queen said in a pitying tone. ‘Try again: draw a long breath, and shut your eyes.’
Alice laughed. ‘There’s no use trying,’ she said: ‘one can’t believe impossible things.’
‘I dare say you haven’t had much practice’ said the Queen. ‘When I was your age, I always did it for half an hour a day. Why, sometimes I’ve believed as many as six impossible things before breakfast.’

***

‘I see nobody on the road,’ said Alice.
‘I only wish I had such eyes,’ the King remarked in a fretful tone. ‘To be able to see Nobody! And at that distance too! Why, it’s as much as I can do to see real people, by this light!’
(…)
‘Who did you pass on the road?’ the King went on, holding out his hand to the Messenger for some more hay.
‘Nobody,’ said the Messenger.
‘Quite right,’ said the King: ’this young lady saw him too. So of course Nobody walks slower than you.
‘I do my best,’ the Messenger said in a sullen tone. ‘I’m sure nobody walks much faster than I do!’
‘He can’t do that,’ said the King, ‘or else he’d have been here first.’

***

En de laatste strofe van het gedicht dat op de laatste pagina stond (wat je misschien ook wel een mise en abyme is):

Ever drifting down the stream –
Lingering in the golden gleam –
Life, what is it but a dream?

Dus waar wachten jullie nog op? Lezen dat boek!

Trein/koffie/leesboek


Mijn koffieboek.

Ik studeer Literatuurwetenschap. Ja, dat heb ik pas honderd keer verteld, maar toch. Logischerwijs moet je voor je studie veel lezen en houd je dus ook van lezen (raar dat mensen dat dan alsnog vragen en het dan niet als retorische vraag bedoelen). Ik zal jullie een inzicht geven in mijn leesgewoonten.

Allereerst is het soort boeken dat ik lees veranderd sinds ik studeer. Ik merkte dat vooral op het boekenfestijn in Rotterdam en de boekenmarkt in Dordrecht (allebei aanraders!). Ik grijp eerder naar ‘echte’ literatuur (ligt eraan of je gelooft in het verschil tussen hoog en laag en dus tussen literatuur en Literatuur) dan ‘gewone’ romans. Ook een beetje omdat ik soms het gevoel heb dat ik bepaalde boeken gelezen moet hebben, maar vooral omdat het meer een uitdaging is. Niet dat ik zo’n boek helemaal ga analyseren, maar ik lees toch wel anders nu ik deze studie doe.

Goed, met één boek lezen red je het natuurlijk niet. Nee, gemiddeld lees ik drie boeken tegelijkertijd.
‘Ben je gek ofzo?’
Ja.

Allereerst een treinboek. Volgend collegejaar is dat natuurlijk een stuk minder, omdat ik in Oegstgeest woon, maar de afgelopen jaren moest ik twee uur heen en twee uur terug reizen voor college. Uit het raam staren word je ook wel zat en bovendien is lezen leuk. Dus lees ik in de trein (en in de metro en in de bus). Mijn treinboek is meestal een boek dat ik moet lezen voor mijn studie (literatuur bedoel ik dan, geen theoretisch boek). Qua concentratie gaat het eigenlijk uitstekend, ik kan me goed afsluiten van geluiden en dergelijke wanneer ik eenmaal in het boek zit.

Zoals jullie misschien weten, hebben wij een koffieritueel. Ik neem dan altijd mijn koffieboek mee (ook al drink ik thee). Een koffieboek is geen zware literatuur, maar iets luchtigs zoals een columnbundel. Kleine stukjes die snel gelezen kunnen worden. Momenteel is mijn koffieboek ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab, maar eigenlijk is dat geen goede, want zo luchtig is die niet.

Als laatste heb ik dan een heus leesboek. Meestal iets van literatuur. Eens in de zoveel tijd leen ik boeken bij de bibliotheek (ik ben een arme student, dus ik kan niet anders en bovendien is de bibliotheek een leuke plek) en dat is dus voor deze taak. Het leesboek lees ik achter mijn bureau of op bed.

Dus voortaan niet meer gek opkijken als iemand zegt een koffieboek of iets dergelijks te hebben. Ik heb het immers ook, dus het is heel normaal.

‘Waarom zou een wonder geen wonder zijn alleen omdat een ander het niet ziet?’

Ik was bij de bieb geweest om boeken te halen (goh). En toen las ik opeens een geweldig boek.

Dat boek is Een schitterend gebrek van Arthur Japin. Het enige wat ik eerder van hem gelezen had, was een boekengeschenk (kan dat?) over kleine mensen (en dan bedoel ik echt echt echt kleine mensen).

Het verhaal gaat over de eerste liefde van Giacomo Casanova, Lucia geheten. We volgen het verhaal vanuit haar en ooooooh, wat is het mooi geschreven, jongens. Nu vind ik liefde als onderwerp voor een boek sowieso wel leuk (en dan heb ik het niet over chicklits), maar jeetje. Het is absoluut niet cliché geschreven en ik wilde steeds doorlezen. Er zit een zekere onderhuidse spanning is, maar het ligt er niet zo dik bovenop als in een thriller bijvoorbeeld. Als ik dan toch een minpuntje zou moeten noemen, dan was het dat ik het in het begin niet helemaal volgde. Er is namelijk het verhaal van de jonge Lucia en de oude Lucia. Maar dat wordt na verloop van tijd duidelijk en nou ja, eigenlijk hoort dat wel bij het boek.

Dus: gaat hem lezen, allen! Ik vond hem zo goed dat ik hem een ++ heb gegeven en dat is zeldzaam. Ben je nog niet overtuigd? Hier een paar mooie citaten uit het boek:

– ‘Waarom zou een wonder geen wonder zijn alleen omdat een ander het niet ziet?’
– “Ik ben verliefd op je. (…) daarom moeten wij elkaar niet meer onder ogen komen. (…)’
Ik heb dorst dus ik drink niet.
Ik heb honger dus ik vast.’
– ‘U hebt gestudeerd. Ik ben maar eenvoudig. Toch ben ik een stuk slimmer, want ik weet dat liefhebben geen ziekte is.’

Hup, lezen dus!