https://www.instagram.com/p/Bxkt4ZOI5Fi/
Vroeger vond ik presenteren doodeng. Ik was een verlegen kind en kon niets ergers bedenken dan alle ogen van de klas op me gericht. Dagen van tevoren was ik zenuwachtig, de woorden prevelend, maar steeds meer bibberend. Als de dag des oordeels dan eindelijk was gekomen durfde ik niemand aan te kijken en praatte ik zo snel dat de inhoud verloren ging.
Het was me snel duidelijk: presentaties waren niet aan mij besteed en dat zouden ze ook nooit worden. Maar ergens kwam een omslag. Ik werd minder verlegen, begon met toneel en raakte gewend aan de blikken. Mijn stem trilde niet meer, ik keek iedereen aan en nam pauzes tussen de zinnen door als ik voor een groep moest staan.
Een paar maanden geleden deed ik mee aan de workshop ‘presenteren kun je improviseren’ van improvisatievereniging Iets Anders in Utrecht. We kregen en moment een onderwerp – die van mij was liefde – en random, maar echt heeeeeel random slides. Ga je gang maar. En probeer ondertussen het publiek te betrekken, handgebaren te gebruiken en oh ja, een grapje hier en daar zou ook leuk zijn.
En dat lukte me gewoon. Ik stond voor mensen die ik niet ken te praten over slides die ik niet kende en ik maakte zelfs grapjes.
In diezelfde tijd kwam het idee om tijdens het grootste event van mijn werk een bloggersworkshop te geven aan de vaste bloggers van onze website. Ik had er geen zin in. Wat had ik te vertellen en waarom zou dat überhaupt leuk zijn? Maar ik had geen tijd om zenuwachtig te zijn, want het was druk.
Dus daar stond ik dan. Vroeger zou dit mijn nachtmerrie zijn geweest, maar nu deed ik het gewoon. En ook dat ging goed. Zo goed dat ik dacht: misschien kan ik dit wel vaker doen.
Als je me dit vroeger had verteld, had ik je nooit geloofd. Ik ben stiekem wel een beetje trots op mezelf.