Zoals ik al eerder heb verteld, deed ik in mijn examenjaar vrijwilligerswerk bij een appartementencomplex voor verstandelijk gehandicapten. Het was leuk, interessant, maar ook moeilijk. Elke week moest ik met Annette, een vrouw in de dertig met het syndroom van Down, naar streetdance. Probleem was alleen wel dat ze zich ook elke keer huilend in het toilet opsloot (als ze eenmaal aan het dansen was, vond ze het wel leuk hoor). Ik was achttien en moest opeens streng doen tegen een verstandelijk gehandicapte vrouw die ouder was dan ik en proberen haar uit die wc te krijgen. Maar het is me gelukt. Ik heb er veel geleerd, maar toen de eindexamens naderden, stopte ik ermee.
Sindsdien wilde ik wel weer beginnen met vrijwilligerswerk, maar je weet hoe dat gaat: je hebt het druk, je stelt het uit, je hebt geen zin om het allemaal uit te zoeken. Uiteindelijk heb ik het toch gedaan en nu ben ik sinds december taalcoach bij het Rode Kruis.
Taalcoach klinkt ingewikkelder dan het is. Je wordt gekoppeld aan een inburgeraar en het gaat erom dat je zorgt dat de inburgeraar op een leuke manier in contact komt met het Nederlands en de Nederlandse cultuur. Je gaat dus geen woordjes stampen en de grammatica leren, maar bijvoorbeeld samen Koninginnedag vieren.
Ik werd gekoppeld aan Sanny (dat is niet haar echte naam, maar zo noemt mijn moeder haar en in verband met privacy enzo), een 28jarige vrouw uit Birma. Vijf jaar geleden is haar man gevlucht vanwege politieke redenen en twee jaar geleden lukte het haar pas om hem achterna te gaan (verschrikkelijk dat je elkaar dan drie jaar niet ziet…). Ze is nu bezig met een cursus Nederlands (ze heeft al het inburgeringsexamen gedaan) en werkt als schoonmaakster.
Bijna elke week spreken we af en ik moet zeggen dat ik het erg leuk vind. Sanny is een hele lieve vrouw en ik voel me erg welkom bij haar. Hele bijzondere dingen doen we niet (het is wel lastig, want er zijn niet zoveel boeiende dingen te doen in ons dorp), maar we gaan bijvoorbeeld wandelen, eten of een Nederlandse film kijken (we hebben al ‘Alles is liefde’ en ‘Ja Zuster, Nee Zuster’ gezien, wie heeft er nog meer tips?). Laatst zijn we naar de kubuswoningen in Rotterdam geweest (zie de foto hierboven).
Wat ook interessant is, is dat je leert over je eigen land door de manier waarop zij ernaar kijkt. En natuurlijk leer ik veel over Birma. Misschien dat ik daar nog een keer een apart blogje over schrijf, want echt, de dingen die daar gebeuren…
Wat ik probeer met dit blogje is jullie aansporen om ook vrijwilligerswerk te gaan doen!
‘Maar Laura, ik heb geen tijd ennogmeersmoesjes.’
Dan hier even een paar redenen om het wel te doen: het is leuk, je leert er van, er is voor ieder wat wils, het staat goed op je cv (voor de ambitieuze mensen onder jullie) én: zoveel tijd hoeft het niet te kosten. Je hoeft niet elke week vrijwilligerswerk te doen. Je kan ook een keer gaan collecteren (dat wil ik zelf ook nog een keer doen, maar dan moet ik eerst nadenken voor welk doel) of een dagje uit gaan met ouderen. Er zijn zoveel mogelijkheden!
En dit geldt vooral voor de mensen van mijn leeftijd. Want de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers bij het Rode Kruis (in mijn regio tenminste) is hoger dan zestig jaar. En dat is echt belachelijk. Dus laten we dat eens met zijn allen veranderen!