Een tijdje geleden heb ik al geschreven over dat de binaire oppositie tussen man en vrouw die misschien zo slecht nog niet is. Daarin zei ik ook dat het beste wat je in deze wereld kan zijn een blanke, westerse man is. Man ja, geen vrouw. En waarom niet? Omdat vrouwen nog steeds als minder gezien worden. En het zijn niet alleen de mannen die dat in stand houden.
‘Maar Laura,’ zul je, als je een vrouw bent, misschien zeggen. ‘Ik heb gestudeerd, ik werk en heb mijn eigen huis gekocht. Ik mag auto rijden, stemmen, geld verdienen en broeken dragen. Ik heb geen man nodig om voor me te zorgen. Dus waar heb je het in hemelsnaam over? Ik ben toch geëmancipeerd?’
Het klopt, al die dingen mag je. Maar denk dan eens verder. Nog steeds komt het voor dat vrouwen minder verdienen dan mannen. En het wordt als raar gezien wanneer de vader thuis blijft bij de kinderen en de vrouw kostwinnaar is.
Natuurlijk, vroeger was het erger. Virginia Woolf vertelt daarover in ‘A room of one’s own’. Vrouwen konden vroeger niet schrijven, omdat ze geen inkomen hadden (ze kregen nog net genoeg geld van hun vader of man om kleding te kopen en dat was het wel) en bovendien geen eigen kamer om in te schrijven. Denk daarbij aan de weerzin die er was tegen vrouwen die schrijven (Zoals een hele stomme man zei: ‘Zelfs de slechtste man is nog beter dan de beste vrouw.’) en je kan als vrouw geen kant op.
Nu is dat anders. Toch? Of niet? Is het eigenlijk niet raar dat op de boeken van Joanne Rowling J.K. Rowling staat? Ja, dat is gedaan, omdat de uitgever dacht dat jongens het boek niet zouden lezen als ze wisten dat het van een vrouw was. Dat boek is in 1997 gepubliceerd, nog niet zo heel lang geleden.
Nu een voorbeeld waardoor vrouwen (inclusief ikzelf) het in stand houden. Ik vind het leuk en galant als een jongen mijn jas aanneemt. Maar zou het niet ontzettend raar zijn als ik hém in zijn jas hielp? Dat vind ik eigenlijk wel en dat is misschien wel een fout van mijn denken of er zo ingeprogrammeerd door de patriarchale maatschappij (een maatschappij waarin de man hoger staat dan de man) dat het er niet uit te krijgen is.
Vrouwen zijn nog steeds beperkt. Ik kan niet ’s nachts om drie uur alleen door Rotterdam lopen. Ja, het kan wel, maar dat doe ik niet, omdat ik dan kwetsbaar ben. Als man zul je zoiets toch sneller doen.
Om dan toch iets positiefs te zeggen: ik heb al een veel beter leven dan de vrouwen van een paar generaties terug. Er zijn meer open dan gesloten deuren voor mij. Maar we zijn er nog lang niet en ik weet ook niet of dat wel gaat gebeuren (omdat binaire opposities dus nodig zijn, zie dit blogje).