Sommige zaken in het leven zijn onvermijdelijk. We gaan dood. We hebben emoties, of we nou willen of niet. En dan iets waar ik niet tegen kan: we kunnen onszelf niet volledig zien.
‘Maar Laura toch,’ wil je misschien zeggen. ‘Niemand kent mij beter dan ik.’ Goed, jij weet wat je denkt (maar kun je je nog herinneren wat je vorige week allemaal dacht?) en je bent overal bij, want duh, je kunt je niet losmaken van jezelf. Maar weet jij hoe je eruit ziet als je schrikt? Ken jij de blik in je ogen als iemand een compliment maakt? Hoe je overkomt als je op straat loopt?
Soms zie je foto’s van jezelf en je kan het gewoon niet geloven: ben ik dat? Wat erg dat iedereen daar tegenaan moet kijken. Maar anderen zien niets geks aan de foto, want zij weten hoe je eruit ziet, in (bijna) alle facetten.
‘Je kunt zo goed met nieuwe mensen praten,’ zei ik een keer tegen een vriendin. Ze moest lachen: ‘Nee joh, ik ben er juist heel slecht in.’ Dat was niet bedoeld als een ‘Oh, ik ga zeggen dat ik zo dik ben in deze broek, zodat jij moet zeggen dat dat niet zo is’, ze dacht het daadwerkelijk. Ze kan zichzelf niet zien zoals ik haar zie.
Soms kan ik het niet hebben dat ik mezelf nooit zo zal zien als anderen. Dat ik niet weet hoe mijn neutrale blik is. Hoe ik presenteer. Natuurlijk, je kunt filmpjes maken, maar gedraag je je niet anders zodra je weet dat je gefilmd wordt? Bovendien kun je niet alles filmen.
Er is een stuk van mezelf waar ik niet bij kan. Dat ik niet kan begrijpen. Het enige wat ik kan doen is een hand uitreiken naar anderen en hopen dat ze hem aannemen, zodat ik een glimp kan zien.