Kijk, filosofie is natuurlijk hartstikke leuk, maar je brood ermee verdienen kun je niet. Ja, bij de McDonald’s, maar ik vind het eten daar smerig, dus dat werd hem niet. Ik zocht en ik zocht, maar uiteindelijk heb ik toch mijn roeping gevonden.
Tijdens de afwas.
Nee, ik wil geen afwasser worden, al zou je dat haast wel zeggen als je ziet hoe vaak ik het doe (‘Wat, die één keer in de maand?’ ‘Ssssst.’). Mijn toekomst ligt in het dirigent zijn.
‘Oké, Laura, dat moet je even uitleggen. Wat heeft dirigeren in HEMELSNAAM te maken met afwassen?’ Pff, dat is zo logisch als maar zijn kan.
Ik was af en Jeroen droogt af. Onze relatie is na drie maanden samenwonen (en bijna twee jaar een relatie) natuurlijk helemaal uitgeblust, dus praten we nooit meer met elkaar, behalve over de kinderen (‘Maar jullie hebben toch geen kinderen?’ ‘Oh ja.’). De stilte klinkt echter zo oorverdovend dat we dan maar uit pure nood een elpee opzetten (ja, we zijn van die hipsters met een platenspeler and proud of it). We hebben al een aardige collectie opgebouwd, voornamelijk klassieke muziek.
Afwassen is saai, de relatie is saai, Jeroen is saai, dus dan richt je je maar op de muziek. Dus wat doe je dan? Je gaat het orkest dirigeren met een pollepel die je nog moet afwassen. Het sop slingert in het rond, je spieren verkrampen, je vriend krijgt bijna een klap voor zijn kanis, maar hé, je kan niet stoppen, want de muzikanten zijn afhankelijk van je. Ik ga helemaal op in de muziek, de violen, de dwarsfluiters, de-
‘Zou je alsjeblieft door willen gaan met afwassen?’ ‘DOORGAAN MET AFWASSEN EN SNEL EEN BEETJE, WANT WE MOETEN ZO WEER UITGEBLUST OP DE BANK ZITTEN EN NAAR LINGO EEN RANDOM PROGRAMMA KIJKEN.’
Back to reality.