De blogavonden

Ik heb er tachtigduizenden meegemaakt. Ik zit aan mijn bureau die alles behalve opgeruimd is. Er liggen de meest random dingen op, zoals zo’n leeg reisflesje die je meeneemt op vliegtuigvakantie, een kabeltje waarvan ik niet meer weet waarvoor het dient en pennen, eindeloos veel pennen. Ik ben aan het computeren, zoals we dat vroeger noemden. Klikkend van de ene pagina naar de ander. Het gebeurt altijd als ik muziek luister. Dat is bijna nooit vrolijke muziek, maar het ontspant me toch. Er staat een eindeloze rij aan tabbladen open met dingen die ik nog moet lezen, kijken, luisteren. Ooit.

En opeens heb ik het: een onderwerp of vaak alleen maar een woord. Ik typ de eerste zin in de WordPress-omgeving en zonder er echt over na te denken volgt de rest. Voor ik het weet, staat ie er: een nieuwe blog. Soms leg ik hem even weg, herlees hem de volgende dag en zet hem dan pas live. Of ik zet hem gewoon meteen online. Zoals nu. Op een van mijn vele blogavonden.

Daag jezelf uit (januari 2023)

In een ver verleden had ik de maandelijkse rubriek ‘Daag jezelf uit’. Sinds ik niet meer dagelijks blog zijn de rubrieken verdwenen, terwijl die toch ook leuk waren. Dus vanaf nu weer ouderwets om de zoveel tijd een paar uitdagingen.

1. Draag eens een soort sieraden dat je normaal niet draagt. Denk aan armbanden, terwijl je normaal alleen van de oorbellen bent of doe eens een ring om (ik draag zelf nu af en toe ringen, in het begin voelde het gek, maar het went). En ja, iedereen kan sieraden dragen, mannen ook.

2. Ga naar de kringloopwinkel met een vriend of vriendin en stel een outfit voor elkaar samen.

3. Luister een liedje in een andere taal. Bijvoorbeeld deze, die ik zelf erg mooi vind.

4. Ga naar de bioscoop en laat iemand anders de film kiezen (niet stiekem spieken!).

5. Koop een bosje bloemen voor jezelf. Gewoon, omdat het kan.

Durf te dromen

Ik had het al een aantal blogs geleden verteld, maar sinds een paar maanden heb ik een nieuwe baan. Jullie willen natuurlijk weten hoe en wat en goed nieuws: dat ga ik nu vertellen.

Bij mijn vorige werk had ik het idee dat ik niet alles mezelf kon halen wat erin zat. Maar wat paste dan wel bij mij? Ik kwam er zelf niet uit en besloot met een coach te praten. Zij liet me dromen (‘Wat als alles mogelijk is?’) en daarna bekeken we wat realistisch was.

Mijn droom is: schrijven, dingen maken, verhalen verzinnen op tachtigduizend verschillende manieren. Ik houd van mensen interviewen, verhalen schrijven, toneelspelen, inspiratie zoeken, liedteksten maken, dromen. Het liefst zou ik allemaal verschillende projecten doen, sommige projecten met andere mensen, sommige alleen.

Maar de huur moet ook betaald worden. En ik heb het gevoel dat ik nog veel kan leren van werken bij een organisatie in plaats van volledig als freelancer aan de slag te gaan. Mathijs doet dat wel (hij is freelance als componist, vooral in het theater, en als kok) en dat is niet altijd makkelijk. Maar het past heel goed bij hem: hij vindt altijd wel iets om te doen, ook in moeilijke tijden zoals tijdens de lockdown, toen het niet bepaald de beste tijd was voor hem met gesloten theaters en restaurants.

Maar wat betekende mijn droom dan realistisch gezien? Voorheen werkte ik vier dagen. Mijn coach vroeg me om uit te rekenen hoeveel ik moest verdienen om met drie dagen werken rond te komen. Daarnaast maakte ik een lijst met harde eisen die ik had voor een baan:

– Het salaris moest dus genoeg zijn om (comfortabel) van rond te kunnen komen
– In Utrecht of omgeving
– Drie dagen in de week
– Vrij op woensdag (omdat Mathijs onregelmatig werkt, houden we deze dag in ieder geval altijd vrij om leuke dingen te doen)
– Mogelijkheid om deels thuis te werken

Wat ik belangrijk vond in een baan:
– Creativiteit
– Vrijheid/autonomie
– Vertrouwen
– Mogelijkheid tot experimenteren
– Een goede werk/privé-balans
– Blijven leren
– Een organisatie waar je iets goeds doet voor de omgeving

Ik achtte de kans dat zo’n baan bestond niet groot. Er zijn niet veel banen voor drie dagen, laat staan banen voor drie dagen die voldoen aan deze eisen. Maar toch heb ik hem gevonden! Ik werk nu op vijftien minuten fietsen van mijn werk, drie dagen in de week, ben vrij op woensdag (en vrijdag!), kan tijds- en plaatsonafhankelijk werken, doe een opleiding (voor communicatieprofessional B). Het is afwisselend werk waar ik vertrouwen krijg en mijn creativiteit kan gebruiken, die iets goeds doet voor de omgeving. Ik werk namelijk bij de Omgevingsdienst regio Utrecht. Zelf had ik hiervoor nog nooit van een omgevingsdienst gehoord, maar kort gezegd: de Omgevingsdienst regio Utrecht geeft vergunningen af, controleert de naleving en werkt aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving.

En daarnaast? Ik ben nog nooit zo creatief geweest. Zo ben ik bezig met:

– Toneel. Ik heb afgelopen maanden twee cursussen gevolgd( Fysiek Acteren II en Kleinkunst/Cabaret I aan de Theaterschool Utrecht) en ga komende maanden repeteren voor een toneelstuk.
– Het maken van een korte film samen met Mathijs en twee anderen.
– Het maken van liedjes met Mathijs.
– Een ander toneelstuk in een bijzondere vorm (over al deze dingen zal ik later nog bloggen).

Het idee was dat ik naast die drie dagen kon beginnen met freelancen. Ik moest eerst nog even wennen aan mijn nieuwe baan, maar nu heb ik ruimte voor korte/kleine opdrachten. Dus even schaamteloze zelfpromotie: mocht je iets voor me in de aanbieding hebben wat te maken heeft met tekstschrijven, redigeren, workshops toneel/schrijven geven of iets anders creatiefs, dan weet je me te vinden!

Ik ben in ieder geval heel blij dat ik deze stap heb gezet. De eerste keer dat mijn coach erover begon, vond ik het een onredelijk idee. Alsof dat ooit ging lukken. En wat denken andere mensen daar wel niet van? Maar het is mijn leven en ik merkte al heel snel dat mijn leven nu veel leuker is. Ik leer heel veel bij mijn nieuwe baan, waar mensen me waarderen voor wie ik ben. En ik kan helemaal los in de rest van de tijd met mijn creativiteit. Het is zonde om het bij dromen te laten.*

*Niet iedereen kan het zich veroorloven om drie dagen te gaan werken. Ik ben me er heel goed van bewust dat ik geprivilegieerd ben dat ik dit kan doen.

Laura Molenaar is vertaler IJslands: “Vertalen is een puzzel”

Ik ben bevriend met vele Laura’s, wat best lastig is qua naamgeving. Zo heb ik wel eens over Andere Laura geschreven. Wat ik daarin nog niet verteld heb, is dat Laura behoorlijk cool is. Ze is freelance journalist, studeerde filosofie (waar ik haar van ken) en… heeft een boek uit het IJslands vertaald. Ja. Een boek. Vertaald. Uit het IJslands. Hoe dan????
(Dat heeft ze overigens niet in haar eentje gedaan, maar samen met Kim Liebrand, dus bij dezen ook credits naar Kim natuurlijk)

Dat vraagt om een interview, vind ik. Ik kan iedereen aanraden om hun vrienden te interviewen, want je ontdekt weer geheel nieuwe dingen over elkaar. Bij dezen mijn interview met Laura over het vertalen. 

Muziek maken met een rabarber

Want hoe kom je er eigenlijk op om IJslands te gaan vertalen? Het begon allemaal met de documentaire ‘Heima’ over de band Sigur Rós die Laura zag op haar zestiende. De combinatie van het IJslandse landschap, de taal en het feit dat het in IJsland normaal is om muziek te maken op een rabarber fascineerde haar.
Bovendien is de IJslandse literatuur bijzonder rijk. Laura: “De literaire cultuur is daar heel levend, een op de tien mensen heeft wel een boek of poëzie gepubliceerd. Je hebt natuurlijk ook de bekende Jólabókaflóð, waar vlak voor kerst in één keer heel veel boeken worden gepubliceerd. Dat zijn geliefde kerstcadeaus voor de donkere dagen. Er zijn ook allerlei boekenprogramma’s en podcasts over boeken. Auteurs staan daar dus in veel hoger aanzien dan in Nederland.”

Laura begon IJslands te leren met een cd-rom, maar het echte leren startte pas toen ze via de Reddit-pagina Learnicelandic een echte IJslander leerde kennen (er zijn maar 340.000 IJslanders, dus dat is zeldzaam). Die was bezig met een website waarop mensen IJslands konden leren en Laura werd het proefkonijn.

De schoonheid van de eigen taal

Laura verwachtte dat IJslands zoals Duits of Zweeds zou zijn, maar er zitten veel grammaticale constructies in die we niet meer kennen. “Zoals de aanvoegende wijs. Die vind je in het Nederlands nog terug in zinnen als ‘Het zij zo’ of ‘Ware het niet dat’ en in het IJslands gebruiken ze dat nog om de haverklap.”
Bovendien is de taal heel conservatief met leenwoorden. Een computer is een tölva, wat een samenvoeging is van tala (getal) en völva (zieneres), wat samen het woord getallenheks maakt. Een telefoon wordt sími genoemd, het oude woord voor draad. “Ze vieren de schoonheid van hun eigen taal door te kiezen voor hun eigen equivalent, dat vind ik mooi.”

Van IJslandse rap naar IJslandse pannenkoeken

Als eerste vertaalde Laura IJslandse rapnummers, want die zijn makkelijker te vertalen door de Engelse leenwoorden tussendoor. Daarna ging ze verder met sprookjes vanwege hun vaste vorm. “Op een gegeven moment wil je je leesvaardigheid vergroten en het helpt dan heel erg om te gaan vertalen. Je kunt niet een woord overslaan, je moet weten wat elk woord betekent. En dat helpt met vocabulaire opbouwen.”

Wat Laura ook hielp, was de ontwikkelingsbeurs die ze kreeg van het Expertisecentrum Literair Vertalen. Deze beurs betaalt de uren van de begeleiding, in dit geval de begeleiding van Kim Liebrand: “Zij heeft mij heel erg geholpen door mij keuzes te laten maken en dan samen te kijken wat het resultaat is van een vertaalkeuze. Je hebt bijvoorbeeld typische IJslandse pannenkoeken. Je kunt daar gewoon pannenkoeken van maken, je kunt uitleggen wat voor pannenkoeken het zijn of het IJslandse woord laten staan. Of voetnoten gebruiken, maar dat is in proza niet gebruikelijk. Daar moet je goed over nadenken.”

Markering

Uit deze samenwerking kwam ook de vertaling van het boek Markering door Fríða Ísberg voort. Laura heeft het boek namelijk samen met Kim vertaald. “Het is een uniek boek. Je zou kunnen zeggen, dat het sciencefiction is, maar er komen geen ruimteschepen in voor en er wordt eigenlijk niks uitgelegd van hoe die wereld eruitziet. Dat vind ik krachtig: dat je niet veel uit hoeft te leggen om het te begrijpen.”
Maar ook het filosofische en psychologische element vindt ze interessant. “Het gaat over empathie. Door het boek heen wordt bevraagd wat empathie is en in hoeverre het iets zegt over iemand als diegene empathisch is en of het meten van empathie ons verder helpt in de samenleving. Ik vind het heel leuk dat Friða niet een bepaalde positie verdedigt. Je krijgt nergens het idee dat zij ons iets probeert te leren. Je voelt mee met alle personages, dat vind ik sterk.”

In het boek komen personages vanuit verschillende lagen van de samenleving die daardoor ook anders praten. Hoe vertaal je dat op een goede manier? “Je moet goed lezen, de taal analyseren en je oren openhouden op straat en op het internet. Zo gebruikt het personage Tristan veel straattaal en over hem wordt meerdere keren gezegd dat hij slecht IJslands spreekt, dus het mag allemaal wat platter.”
Het is onmogelijk om het verhaal precies intact te houden, omdat de IJslandse taal anders werkt dan de Nederlandse. Hoe ga je daar als vertaler mee om? “Je bent vooral op zoek naar een waarachtige versie van wat er in het IJslands staat. Het hoeft niet precies hetzelfde te zijn, want dat kan niet. Als de stijl, de sfeer en de boodschap maar hetzelfde is.”

 

Vertalen is een puzzel

Vertalen is ontzettend moeilijk en dat onderschatten we volgens Laura: “Want we doen het de hele dag. We lezen Engelse dingen op het internet, kijken Franse of Duitse series. Het voelt misschien alsof we die talen goed beheersen, omdat we ze kunnen verstaan, maar om te vertalen moet je álles begrijpen. Niet alleen elk woord, elke zin, maar ook wat die betekent in de context, de connotatie, woordgrapjes, wat voor soort mensen deze woorden gebruiken, of het een oubollig woord is of juist nieuwerwets. Dat allemaal weergeven in het Nederlands is een puzzel.”
Laura onderschatte hoe goed je Nederlands moet zijn om te kunnen vertalen: “De perfecte vertaler moet alle registers open kunnen trekken: een onzekere jongen, een boze mevrouw en ga zo maar door. Al die stemmen moet je kunnen nabootsen. En de taal is ook in ontwikkeling. Met leren vertalen ben je nooit klaar.”

Voorbeeld

De vertaler van Harry Potter, Wiebe Buddingh’, vindt Laura heel inspirerend: “Die heeft ervoor gekozen ook namen zoals McGonaghall, Dumbledore en Hogwarts een Nederlands equivalent te geven. Voor kinderen zijn die moeilijk uit te spreken, en Anderling of Zweinstein roepen meteen een bepaalde associatie op. Dat vind ik heel creatief.”
Zelf staat Svava Jakobsdóttir nog hoog op haar te vertalen lijstje. “Zij is een feministische romanschrijver uit de jaren zestig die heel surrealistische, absurdistische verhalen schrijft met een feministische ondertoon. Denk aan een verhaal over een vrouw die tijdens het trouwen letterlijk haar hand weggeeft…”

Ik zou zeggen: ga het boek Markering lezen! Ondanks dat ik natuurlijk een beetje bevooroordeeld ben, omdat Laura het vertaald heeft, kan ik zeggen dat ik het oprecht een goed boek vond. Het zet je aan het nadenken, maar leest makkelijk en dat komt uiteraard onder andere… door de goede vertaling.

Ik ben weer eens met van alles bezig

Ja, het is weer zover: ik ben tachtigduizenddingen en nog een beetje aan het doen. Bijvoorbeeld dit:

– Ik heb sinds drie maanden een nieuwe baan bij de Omgevingsdienst regio Utrecht. Daar zal ik later nog een volledige blog aan wijden, want jullie vragen je wellicht af wat dat is, een omgevingsdienst (en één van mijn taken is om de zichtbaarheid van de omgevingsdienst te vergroten, dus dit lijkt me een goed startpunt). Ik werk daar drie dagen in de week en leer ontzettend veel. En sinds een paar weken leer ik nog veel meer, want ik ben begonnen met een opleiding, maar dat lezen jullie dus in die blog!
– Het plan was om zoals altijd één toneelcursus te doen. Maar goed, dan doe je een cursus fysiek acteren en is de groep heel fijn en de docent heel goed en zeggen mensen: ‘Waarom komt er geen fysiek acteren II?’ En dan zegt de theaterschool: ‘Als er genoeg mensen meedoen, vinden wij het helemaal prima.’ Er kwamen genoeg mensen, maar ik had me ondertussen ook al ingeschreven voor een cursus Kleinkunst/Cabaret 1. Iets wat ik stiekem doodeng vond, maar toch heel graag wilde doen. En zo doe je opeens twee cursussen in de week (ook hier zal ik vast een keer apart over bloggen).
– Sommige dingen moeten gewoon gebeuren. Via mijn vorige werk had ik een coach met wie ik goed klikte. Haar man had hulp nodig met een idee, ik bood die hulp en dat klikte ook. En toen dacht ik opeens: wacht eens even. Dit zijn mensen met creatieve talenten en Mathijs en ik ook. Waarom gaan we niet eens iets met zijn vieren maken? Zo gezegd, zo gedaan: we zitten nu in het maakproces, maar ik kan jullie alvast vertellen dat we een korte animatiefilm gaan maken en dat ik daar ontzettend veel zin in heb. Je raadt het al: hier ga ik ook over bloggen in de toekomst.
– Mathijs zie ik ook wel eens, ja echt. Omdat hij onregelmatig werkt, is woensdag onze datedag. Dat kan iets simpels zijn als wandelen of naar de film gaan, het maakt eigenlijk niet uit wat, als we maar samen zijn.
– Vrienden heb ik ook nog. Oude vrienden, nieuwe vrienden, soon to be vrienden. Aan sociaal contact in ieder geval geen gebrek.
– En nu zou ik nog talloze dingen op kunnen noemen. Familie natuurlijk of de boekenclub of spelen met Molly of Netflixen, want dat doe ik uiteraard ook.

Oftewel: ik heb veel blogs, maar ze zitten allemaal nog in mijn hoofd.

In Bruges

https://www.instagram.com/p/Ck59x6nIk0k/

Waar gingen jullie naar toe: Brugge
Zijn jullie niet net terug van het Gardameer: ja, een paar weken, maar we wilden graag nog een nachtje naar Brugge.
Waarom: we zouden in april 2020 gaan, maar nou ja, je snapt wel wat daar is gebeurd. Toen hadden we het een tijdje daarna weer geboekt, maar ging het weer niet door vanwege dezelfde reden. Dus hadden we het nog tegoed.
Hoe was het: het gezelschap (Mathijs) was leuk, Brugge zelf is mooi, maar ook erg toeristisch.
Hoezo wist je dat niet: de enige keer dat ik er was, gingen we er met school naar toe en in mijn beleving was het toen niet druk en toeristisch.
Oké, heb je wel aanraders: ja hoor. Eten bij Cézar en wcms drinken bij The Old Chocolate House.
Heb je ook afraders: Kaffee Kamiel. Heel lang wachten op niet zo lekker eten en te weinig personeel voor zo’n grote zaak.
Heb je nog andere tips: ga niet op 11 november, want dat is het Wapenstilstand.
Viel je nog iets op: op alle menu’s staat ‘groentjes’ in plaats van ‘groenten’ en daar krijg ik heel erg jeuk van.
Waar gaat de volgende trip naar toe: Berlijn.
Is dat ook over een paar weken: nee, dat is nog onbepaald.
Oké: oké.

Genieten en grijze haren aan het Gardameer

https://www.instagram.com/p/Cj0u-yVou8i/

Waar gingen jullie naar toe: het plaatsje Garda aan het Gardameer in Italië
Hoe lang: een week
Met wie: Mathijs
Waarom: vroeger kwam ik daar vaak met mijn familie en we hadden behoefte aan wat zon
Was er zon: jazeker, het was welke dag een stabiele 21 graden (de perfecte temperatuur voor mensen die Laura Bosua heten)
Waren jullie daar de enigen: het was niet zo druk als in het hoogseizoen, maar nee, we waren niet de enigen. De rest van de toeristen bestond voor 99% uit Duitse bejaarden. Met hier en daar wat verdwaalde Duitse kinderen.
Kinderen? Moeten die niet naar school: ja, dat vroeg ik me dus ook de hele tijd af.
Wat hebben jullie allemaal gedaan: we hebben vooral gerelaxed en daarnaast veel gefietst naar dorpjes als Lazise en Bardolino, ik voor het eerst op de elektrische fiets.
Hoe ging dat: nou, daar kan ik wel een hele blog aan wijden. Wat een verschrikking en gevaar is zo’n ding. Langzaam fietsen is geen optie en dan kunnen wij Nederlanders gelukkig nog goed fietsen, maar dat geldt niet voor elke Duitser…
Wat is het verschil tussen het Gardameer 14 jaar geleden en nu: er zijn fietspaden langs het hele meer en dus die elektrische fietsen. Voor de rest is er nog steeds ijs, zijn er marktjes en is het eten natuurlijk fantastisch.
In wat voor accommodatie zaten jullie: een appartement met een onverwarmd en verwarmd zwembad. Ik moet bekennen dat ik zelfs het verwarmde zwembad nog te koud vond… (Geen idee hoe ik de winter ga doorkomen)
Hoe romantisch is het Gardameer: heel erg romantisch en zeker aan te raden om naar toe te gaan buiten het hoogseizoen.

Daag jezelf uit (september 2022)

In een ver verleden had ik de maandelijkse rubriek ‘Daag jezelf uit’. Sinds ik niet meer dagelijks blog zijn de rubrieken verdwenen, terwijl die toch ook leuk waren. Dus vanaf nu weer ouderwets om de zoveel tijd een paar uitdagingen.

1. Ga je boekenkast(en) langs op zoek naar boeken die je nog niet gelezen hebt. Leg die apart en lees in ieder geval eentje van de stapel.

2. Stuur een zomaar-kaartje naar vijf mensen. Het hoeven niet eens mensen te zijn die je kent, het kan bijvoorbeeld ook voor Omapost zijn.

3. Of je nu kunt tekenen of niet: zoek op YouTube naar een tekenles van jouw lievelingsdier. Ik heb dit laatst gedaan (ik kan niet zo goed tekenen, dus ik had deze gekozen) en kreeg er weer helemaal een basisschooltekenlesgevoel ervan.

4. Schrijf je in voor een workshop. Het maakt niet uit wat voor workshop: kleien, toneelspelen, zingen. Als het maar een workshop is.

5. Maak iets schoon wat je al weken, zo niet maanden uitstelt. Denk bijvoorbeeld aan de bovenkant van de keukenkastjes of juist de binnenkant.

Zo, dat waren ze voor nu!

 

Laura’s liefdesletteren: een goed mens

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

In principe ben ik een goed mens, maar ik ben een gescheiden man. Alles wat ik doe, is bij voorbaat fout. Pakjes Wicky, niet de goede kleur. Tien minuten te laat op het schoolplein. De korstjes moeten eraf, maar alleen van de onderkant.
Zij bezit alle kennis. Ik bezit één weekend in de maand, de rest van de dagen tel ik af door kruisjes op de kalender te zetten. Op de vrijdag ervoor gaan alle blikjes bier in de vuilniszak, verschoon ik de lakens en kijk ik fronsend naar de pakjes Wicky in de supermarkt. Voor de zekerheid koop ik alle kleuren.
‘Mama zegt dat jij niet genoeg geld betaalt, waardoor ze geen spelletjes voor me kan kopen.’
‘Van mama mag ik tot acht uur opblijven.’
‘Mama smeert altijd mijn brood.’
Het was het eerste woordje wat hij zei, ik weet nog hoe wonderlijk ik dat vond, maar tegenwoordig kan ik het niet meer aanhoren. Mama, mama, mama. Eén keer kwam het eruit, voordat ik het doorhad: ‘Nou, mama is een kutwijf.’
Stilte.
‘Papa, wat is een kutwijf?’
Tegen haar zei ik dat hij het woord van de televisie had geleerd. Ik moest hem ook niet naar volwassen programma’s laten kijken, dat wist je inmiddels toch al. Netflix heeft verdomme een speciale instelling voor kinderen.
Het wegbrengen is het ergst. Plakkerige handjes in de mijne, een natte zoen op mijn wang en dan rennen naar mama. Of nee, het thuiskomen, dat is verschrikkelijk. Lege pakjes Wicky in de prullenbak. Een vergeten shirtje. Een leegte.
In principe ben ik een goed mens, maar ik ben een gescheiden man.

Dit is geen afscheid

https://www.instagram.com/p/Chu4Y2WIKH6/

Jullie lazen het al in mijn vorige blog: ik heb een nieuwe baan. Donderdag ga ik beginnen, maar ik moest natuurlijk eerst gedag zeggen bij mijn oude werkgever, Tover.

Dat was nog niet zo makkelijk. Want Tover is een bijzonder bedrijf en de mensen zijn geweldig. Het is heel knap dat er zoveel leuke mensen bij één bedrijf kunnen werken. Ik begon 2,5 jaar geleden toen corona in volle gang was: in mijn studio van 28 vierkante meter zonder mijn collega’s in het echt gezien te hebben. Dat kwam pas na een paar maanden. In die paar maanden heb ik virtuele koffiemomentjes gehouden (tip!) om toch mensen te leren kennen. En dat werkte goed: toen ik iedereen dus uiteindelijk in het echt ontmoette (wat heel surrealistisch voelt trouwens, want huh ik wist niet dat die persoon zo klein/lang was), wist ik van iedereen wel iets persoonlijks.

Een andere manier om in connectie met mensen te komen was door het geven van online workshops theaterimprovisatie. Ik wilde iets leuks organiseren voor mijn collega’s die alleen zaten en kijken of ik dat eigenlijk wel kon, zo’n workshop geven. Het was een van de leukste dingen die ik heb gedaan: het verzinnen van de workshop, zorgen dat mensen zich op hun gemak voelen en hen te zien spelen. Ik kan oprecht zeggen dat iedereen het heel erg goed deed en het was fantastisch om mijn collega’s op een andere manier te leren kennen (en zij zichzelf ook). Voor herhaling vatbaar dus (ik ben in te huren!!!).

Sommige collega’s zijn inmiddels vrienden geworden en zij hebben dan ook bijgedragen aan een fantastisch afscheidsfeestje. Overdag verraste ik collega’s in hun kantoren met waterpistolen (bedankt Julia voor dat geweldige idee) en danste ik met Elsemarie (wij deden de afgelopen tijd elke dag een dansje van de dag, waarbij de één een aantal danspassen opnam en de ander dat na moest doen in een video). Een paar weken geleden trakteerde ik tijdens mijn verjaardag op cake die je zelf moest versieren, net als vroeger, en nu mochten mensen zelf hun snoepzakje vullen (want speelsheid is een belangrijk goed). Tijdens de borrel, geweldig georganiseerd door de office manager, gingen we koekhappen en konden er snoepkettingen van drop en chips worden gemaakt. Elsemarie had een geweldig passend cadeau bedacht: een vriendschapsboekje ingevuld door al mijn marketingcollega’s. Het was 32 graden, op het dakterras maakten we foto’s met de Dom op de achtergrond en ik wilde dat de tijd even stil stond.

Ik verlaat Tover dan misschien wel, maar niet de mensen. Of zoals mijn collega/vriendin Martine schreef in mijn vriendschapsboekje: dit is geen afscheid.