Uuuuuuu

Iets meer dan 5 jaar geleden kwam ik te wonen in Utrecht. Ik heb nog nooit, op Oud-Beijerland na, zo lang in één woonplaats gewoond. Ik ben van plan die jaren nog heel wat uit te breiden, want dit is waar ik wil blijven. Daar dragen meerdere dingen aan bij, zoals mijn werk, dat veel vrienden van me hier wonen en dat het in het midden van het land is. Maar als ik de stad zelf niet boeiend zou vinden, was ik hier natuurlijk alsnog niet gebleven.

Utrecht is klein, maar fijn. Het noemt zich een stad, ja oké, ik ken niet iedereen, maar ik weet wie er bij Broese werkt en in welke buurt Maarten van Rossem woont. Utrecht is niet moeilijk om van te houden. Je loopt één keer door de binnenstad (maar niet op zaterdag, want Utrecht is oud, dus er is weinig ruimte) en je bent al verliefd. De grachten, de werfkelders, de mensen.

Utrecht heeft de Domtoren, die nog heel even ingepakt blijft. Het bijbehorende Domplein, waar mijn herinneringen liggen aan diploma-uitreikingen, drankjes bij Lebowski en toneelspelen bij de theaterschool. De Oudegracht die eindeloos doorloopt. Gedichten van Ingmar Heytze verspreid over muren.

Hoeveel mensen heb ik hier inmiddels al ontmoet? Vrienden, kennissen, collega’s, buren, mensen met wie ik intensief toneel speel voor een paar dagen, weken, maanden en dan nooit meer zie. Toch ontdek ik elke keer weer meer. Ik moet nog steeds naar het Sonneborgh Museum en ik heb de Dom nog steeds niet beklommen. Maar dat geeft niet. Want dit is waar ik wil blijven. En er valt nog genoeg te beleven.

Thuis

Als er één ding is waar ik op kan varen in het leven dan is het dat ik heel goed voel wat ik wil. Soms kost het misschien wat meer tijd, zoals toen ik weg wilde uit Rotterdam: moest ik in Leiden of in Utrecht gaan wonen? Uit de plus- en minnenberekening kwam Utrecht duidelijk als winnaar naar voren, maar mijn gevoel wist het nog niet. Ik liet het even gaan en uiteindelijk voelde ik ook sterk: ik wil naar Utrecht. En zo geschiedde, het bleek de juiste keuze.

En nu woon ik al vijf jaar in Utrecht, weer in mijn eentje zoals in het begin, en voel ik: ik wil niet verhuizen. Ik ben al zo vaak verhuisd in mijn leven, nergens (behalve bij mijn ouders) heb ik langer dan twee jaar gewoond. Dat is heel onrustig. Natuurlijk heb ik me steeds weer de nieuwe buurt eigen gemaakt: mijn buren leren kennen, weten waar de katten wonen, welke minibibliotheek waar staat en hoe ver de supermarkt lopen is. Ik kan dat. Maar ik wil het niet.

En waar zou ik naar toe moeten? Ik sta niet lang genoeg ingeschreven voor een sociale huurwoning en ik verdien met mijn drie dagen in de week niet genoeg voor een particuliere huurwoning (3,5 keer de huur verdienen als eis is daar geen uitzondering). Dit huis voelde al heel snel na de breuk aan als míjn huis. Het is gevuld met mijn spullen, precies zoals ik het wil. De kleuren op de muren maken me rustig. Ik speel op mijn piano van vroeger, toen ik nog kind was. De kast staat vol met mijn boeken, sommige heb ik al gelezen en andere nog niet. Ik weet precies hoeveel kilometer een rondje in het park is, naar welke buren ik toe kan als ik mijn sleutel kwijt ben en hoe lang ik erover doe om naar het centrum te gaan. Ik wil hier niet weg.

Dus ik ga niet weg. Ik ben niet het type voor een huisgenoot, dus ik ga het huis niet delen. Dat is financieel niet makkelijk (de huren zijn nogal hoog in Utrecht) en daar zijn tijdelijke oplossingen voor, maar hoe moet dat op de langere termijn? De oplossing zit hem in het freelancen wat ik naast drie dagen werken doe. Ik kan wel bang zijn om mezelf te promoten, maar nu moet ik wel, dus dit is wat ik kan: ik kan je helpen met schrijven, redigeren, het geven van workshops (over schrijven, maar als je een keer iets anders wil doen, dan kan ik ook een leuke workshops theaterimprovisatie geven of poëzie analyseren), bloggen, interviews, websiteteksten en vast nog wel meer. Je mag me altijd een mailtje sturen.

Oftewel: help mij door jou te laten helpen en zo maken we het rondje compleet. En kan ik hopelijk eens een keer langer dan twee jaar ergens blijven wonen!

Mollekebolleke


Laatste selfies met Molly.

Molly was heel angstig toen mijn ex en ik haar kozen. Of toen ik haar koos. Haar zusje was veel speelser en ik dacht: dat komt wel goed, ik kies voor Molly, die heeft ons nodig. In het begin vond ze alles eng: geaaid worden, het geluid van een filmpje op de laptop. Eigenlijk elke vorm van beweging en geluid. Maar ik ontdekte al snel de weg naar haar hart: spelen. Hoe vaak heb ik gespeeld met de hengel met de veer? Eindeloze keren. En zo maakte ze steeds stapjes, ook letterlijk. Kopjes geven. Miauwen. Spinnen. Eén voor één. We noemden haar Molly, maar vaak zei ik ook Mollebolleke of het minder eerbiedige Snolly. Of lieve, kleine Molly.

Van een bange kat naar een aanhankelijke kat. Altijd over je heen lopen als je op de bank zat, je begroeten als je thuiskwam en als ze aandacht wilde terwijl ik achter mijn bureau zat, tikte ze met een zacht pootje op mijn been. Dat laatste is het allerliefste wat een kat ooit heeft gedaan, vind ik.

En nu, nu ben ik een blog aan het schrijven over mijn lieve kat die hier niet meer is. Als ik wakker word en de slaapkamerdeur open doe, komt ze niet op bed. Ik hoef haar geen eten te geven. Het huis wordt minder snel vies. Ze kijkt niet meer uit het raam. Elke keer als ik vanuit de lift naar mijn voordeur loop, vergeet ik het even. Dan denk ik: Molly ligt op me te wachten. Maar Molly is in een ander huis.

Veel mensen snappen het niet. Is er geen manier waarop het toch kan? Weet je het zeker? Of ze zeggen dat ze dat zelf nooit over hun hart zouden verdragen, hun kat aan een ander geven. Maar dan ben je geen goed kattenbaasje: het welzijn van de kat gaat altijd voorop, ook al betekent dat heel veel verdriet voor jou. Ik had egoïstisch kunnen zijn, haar bij me houden, zodat ik minder alleen ben en altijd een warm lijfje op mijn schoot, iets dat op me wacht. Maar hoe zou ik dat kunnen doen wetende dat ik haar vacht niet goed kan bijhouden in mijn eentje en dat ze meer, veel meer aandacht nodig heeft dan ik kan geven? Met een schuldgevoel elke keer als ik lang van huis ben. En als er één ding is waar ik aan vast kan houden, is het wel dat ik altijd heel goed weet wat ik wil in mijn leven. En in dit geval is dat het allerbeste voor Molly.

En als je eenmaal beseft dat dit niet het allerbeste is, is het heel moeilijk. Er loopt een beestje rond in huis en je weet dat die niet kan blijven. Het beestje neemt jouw spanning over. “Ze krabt nooit,” zeg je tegen haar nieuwe baasjes en nog geen vijf minuten krabt ze je. Want je bent bezig de allerliefste kat van de wereld voor te stellen aan haar nieuwe baasjes, iets wat je nooit gedacht had te hoeven doen. En het is zo moeilijk. En dat voelt ze.

Ik heb de beste baasjes gevonden die ze maar kon krijgen en voor minder had ik het zeker niet gedaan. Het zijn mensen die net zoveel verstand hebben van katten als ik en met veel liefde en geduld. Ik heb nog nooit zo hard gehuild bij vreemden als toen zij Molly op kwamen halen. Alle laatste keren: laatste keer op schoot, laatste keer spelen, laatste keer eten geven. Ik was er heel bewust mee bezig. Ik heb overal filmpjes van gemaakt zoals mijn etensritueel met haar: eerst een paar brokjes één voor één op de gang gooien (ze rende al, voordat ik ze gooide, want ze wist dat dat eraan kwam) en dan de rest in het bakje doen. Haar lieve, zachte buikje. Hoe hoog ze kon springen. Ik heb zoveel foto’s, maar Molly heb ik niet meer.

Molly is nu in een groot huis met alle ruimte. Ze is voor het eerst van haar leven een trap opgegaan en ze krijgt een tuin waarin ze van alles kan ontdekken. Ze heeft veel mensen die haar aandacht geven, zoveel meer dan ik ooit in mijn eentje had kunnen doen. En ze doet het zo goed. Al het vertrouwen, het geduld en de liefde die ik haar de afgelopen jaren heb gegeven, hebben hun vruchten afgeworpen. Ik ben zo trots op haar. En ik mis haar zo.

’t Is wel een beetje raar, 32 jaar

Maandag ben ik 32 jaar geworden en, ik zal het licht uitdrukken, dat was niet mijn leukste verjaardag ooit. Sommige lezers volgen me al heel lang en hebben van alles met me meegemaakt: relatiebreuken, verhuizingen, afscheid van een kat. En nu is dat allemaal weer aan de hand.

Ik ga niet elk saillant detail vertellen (de lurkers denken: hè jammer), maar Mathijs heeft het uitgemaakt en dat was onverwachts voor mij. Ik ben daar uiteraard heel verdrietig over. Zoiets heeft ook nog andere gevolgen: ik kan een tijdje van mijn spaargeld in dit huis blijven wonen, maar het is eigenlijk niet te betalen in mijn eentje. Ik zal dus op een gegeven moment moeten verhuizen (mocht je iets weten: ik ben op zoek naar minimaal 40 vierkante meter met één slaapkamer in een fijne wijk in Utrecht en mijn budget is 1000 euro exclusief), wat ik ook heel moeilijk vind. Het wordt mijn zooooooooveelste verhuizing en sinds ik uit huis ben, heb ik nog nergens langer dan twee jaar gewoond. Dat geeft onrust en verhuizen, terwijl je dat niet wil, is echt niet fijn.

En dan Molly. Mijn lieve, kleine Molly. Ze is zo gegroeid in de afgelopen paar jaar van schuwe kat naar een speelse, aanhankelijke poes. Zij heeft hier natuurlijk ook niet om gevraagd. Ik heb dit eerder meegemaakt met mijn kat Dikkie en ik weet dat ik in mijn eentje niet goed genoeg voor haar kan zorgen. Ik weet niet waar ik terecht kom (of dat groot genoeg is), ik kan haar niet in mijn eentje kammen (ze moet heel vaak gekamd worden) en ik weet dat ik er niet genoeg ga zijn, terwijl ze veel aandacht nodig heeft. Het is heel erg verdrietig, maar dit is beter voor haar. Dus mocht je een fijn huis voor haar weten (met meerdere personen, geen jonge kinderen, geen andere huisdieren, mensen die veel van katten weten en geduldig zijn), hoor ik het graag. Ondertussen ga ik natuurlijk ook rondkijken of ik een fijne plek voor haar kan vinden.

Dus lieve lezer, beter kan ik het niet maken. Leuker ook niet. Zelfs niet makkelijker. Alle tips en adviezen zijn welkom, want het is nogal wat. En bedankt voor het lezen.

In alles zit een verhaal

Soms heb ik moeite met schrijven. Mijn overtuigingen over mezelf belemmeren me dan: kan ik het eigenlijk wel? Zit iemand erop te wachten? Ik ben deze blog begonnen, omdat ik meer wilde schrijven, beter wilde worden. Dan moet je jezelf niet in de weg zitten.

En als je jezelf dan even niet meer in de weg zit, merk je dat inspiratie overal zit. Een vrouw vertelt over die keer dat ze een auto vol mandarijnen had, om te verkopen voor de Roparun. Je ziet een boom en langs de stam klimt een plant naar boven. Of je loopt op straat en iemand zegt: ‘Zijn ze leeg geworden?’ Je schrijft het op, wie weet kun je er ooit nog eens een blog over schrijven.

En je beseft ook: iedereen gaat ergens doorheen, heeft een verborgen pijn. Maar wij horen alleen de snauw of zien een verbeten gezicht. Hoeveel makkelijker zou het zijn als we wisten wat daarachter zit? Zodat we elkaar beter kunnen begrijpen en helpen. En hoe waardevol zijn verhalen daarvoor.

Dus ja, in alles zit een verhaal. Je moet hem er alleen wel zelf uithalen.

Lang leve de bieb

Elke maandagavond na pianoles ging ik met mijn moeder naar de bibliotheek, want dat was in hetzelfde gebouw. Ik nam standaard 6 boeken (dat was de maximale hoeveelheid) mee en leverde 6 boeken weer in. Vooral de boeken van Laura Ingalls Wilder (what’s in a name) heb ik stukgelezen.

In Leiden had ik ook een abonnement en in Rotterdam ging ik af en toe ook, maar daarna bleef het lang stil op boekenleengebied. Ik kocht boeken of haalde ze uit de minibibliotheken die je tegenwoordig overal hebt (I love it). Maar met de Boekenweek dit jaar dacht ik opeens: waarom niet? Ik neem weer een abonnement! (er was ook een actie, dus dat scheelde)

Ik woon op 1 minuut afstand van een bibliotheek en het voelt net weer als toen. Deze bibliotheek ziet er zelfs een beetje uit als die van vroeger (een beetje ouderwets dus) en het is klein, maar fijn. Als ik nu een interessant boek tegenkom, hoef ik niet na te denken of ik hem ga kopen, maar reserveer ik hem gewoon. Ik zit niet meer op hetzelfde niveau van vroeger, als volwassene moet je wel eens werken, maar 1 boek in de week lees ik toch zeker wel uit.

En: ik vind het heerlijk.

Laura’s liefdesletteren: schoolkorfbaltoernooi

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

We zijn tien jaar en het gras is groen en de lucht is blauw. Vorige week regende het nog en keken we op tegen deze dag, maar de goden zijn ons goedgezind. Het is zo’n dag waaruit je hele jeugd lijkt te bestaan: je speelt met kinderen die je niet kent, maar die voor die dag je beste vrienden zijn. Je eet knakworsten op witte bolletjes en het zijn de lekkerste broodjes die je ooit hebt gegeten. Jullie zullen laatsten worden, maar dat maakt niet uit, want we hebben allemaal hetzelfde, iets te grote, blauwe shirt aan en we rennen, rennen, rennen, omdat we nog energie hebben en alleen maar kleine zorgen die nu lijken op te lossen in de wolken. We lopen elkaar achterna als kuikentjes achter de moedereend en we verbranden niet. Onze ouders verkopen snuisterijen voor een klein bedrag, het is eigenlijk niet logisch en toch is het de meest logische dag die er is. In je zak heb je een paar muntstukken voor een zakje snoep of toch die bal die bij de snuisterijen ligt. Deze dag duurt eeuwen en de zon brandt langer dan hij ooit heeft gedaan. Straks lig je soezig in bed, je hoofd vol met korfballen en gras en broodjes, nog niet wetend dat morgen het echte leven weer komt en dat ook dit zal vervagen en de kleine zorgen grote zorgen zullen worden. Maar nu niet. Nu hoef je alleen nog maar je ogen dicht te doen en te dromen.

Vergeten

Ik ben 31 en dat betekent dat ik praktisch bejaard ben. Mensen boven de 31 zullen zeggen dat dat allemaal wel meevalt, maar vandaag ben ik erachter gekomen dat de vergeetachtigheid toch echt begint in te slaan: ik ben namelijk mijn blogverjaardag vergeten.

En niet zomaar vergeten, nee, het is inmiddels al meer dan een maand geleden dat mijn blog 12 jaar is geworden. 12 jaar is lang, als mijn blog een kind was, zou die naar de middelbare school gaan. De puberteit in. Mijn blog is een puber! En ik ben hem vergeten…

Ik heb mijn blog de laatste tijd ook wel een beetje verwaarloosd. Hij stond niet op nummer 1, eerder op nummer 10 of misschien wel 12 (wat dan wel weer mooi is gezien zijn leeftijd). Ik was bezig met de mensen om me heen, met werk, met freelancen (kreeg als feedback dat ik mijn bedrijf niet genoeg promoot, dus bij dezen: Tekstbureau Zinnespel voor al uw teksten en schrijftrainingen), met toneel en ik geef het toe: zelfs Outlander kwam nog voor mijn blog op de lijst.

Ja, het is erg. Maar vanaf nu ga ik mijn leven verbeteren. Ik zal alleen nog maar blogs van de hoogste kwaliteit schrijven, elke dag een stuk of 10. Ze zullen grappig zijn, intellectueel doch makkelijk te lezen. Ja, dat ga ik doen. Zeker weten.

Tschüss Berlin

 

Waar ging je naar toe: Berlijn
Met wie: Mathijs
Waarom: daar wonen vrienden van Mathijs
Hoe ging het met je Duits: op zich gut, heb gewoon Duits gepraat, maar ik verstond zelf lang niet alles
Wat heb je daar eigenlijk gedaan: vooral veel vintage geshopt (Berlijn is vintage heaven), maar ook gewandeld, lekker gegeten en naar een museum geweest
Heb je nog iets geleerd over Duitsers: ja sicher
Wat dan: dat je niet in hoeft te checken in de tram en metro (je moet uiteraard wel een kaartje hebben)
Nog meer: ik was even vergeten dat wcms hier niet zo lekker is, omdat ze in Duitsland suikervrije slagroom gebruiken (whyyyyyy)
Is er nog meer: ja, roken is veel normaler hier. Het gebeurt soms zelf binnen. Als fervente hater van roken was dat… wennen.
Zou er nog meer zijn: ja, als je wil afrekenen in een restaurant, is het not done om naar de kassa te lopen, je moet echt wachten totdat ze naar je toekomen
Heb je nog iets over jezelf geleerd: neem rust, voordat je een weekendje weggaat, want tijdens een weekendje weg krijg je niet genoeg rust
Bedankt voor dit verslag en alle wijze lessen: kein Problem

5 leuke dingen

Ik vond het wel weer tijd voor wat leuke tips. Daar komen ze:

1. Muziek: Whitney
Ik weet niet wat het is, maar ik word heel rustig van de muziek van Whitney. Ze hebben ongetwijfeld al veel geld verdiend aan mijn streams op Spotify (en je krijgt als artiest niet zoveel geld voor een stream, dus dat wil wat zeggen). Ik weet ook niet hoe ik de muziek moet omschrijven, maar volgens Wikipedia is het: indie folk, indie rock, soul. Mijn favoriet is het album Light Upon The Lake.

2. Serie en boek: Normal People
Ik keek eerst de serie (die is nu weer te zien op NPO Start) en ik was meteen verkocht. Het is zoooo goed geacteerd en ik houd ervan dat er zo weinig wordt gezegd. Ik ben nu het boek aan het lezen en hoewel ik de serie leuker vind (dat komt niet vaak voor), is het ook fijn om de gedachten van de personages te lezen.

3. Workshop: cyanotypie
Samen met Andere Laura volgde ik een workshop cyanotypie (blauwdrukken maken). Dit wilde ik al lang, want ik vind het er heel mooi uitzien. En het is veel makkelijker dan ik dacht, je kunt het zelfs thuis doen zonder al te veel moeite!

4: Instagram-account: Poëzie is een daad
Het concept is heel simpel: elke dag deelt @poezieiseendaad een Nederlandstalig gedicht. Fijne manier om nieuwe gedichten te ontdekken.

5: Museum: Muzieum
In het Nijmeegse museum Muzieum ervaar je hoe het is om blind te zijn. Je wordt door een blinde of slechtziende in het donker begeleid (je krijgt een blindenstok mee) en dat is een ervaring die indruk maakt. Want hoe kook je op een inductieplaat als je niets kan zien? En hoe klinkt een film met audiodescriptie? Ik kan het iedereen aanraden om dit een keer te doen.

Dat waren mijn tips voor nu! En mocht je nog tips voor mij hebben, dan hoor ik dat natuurlijk ook graag.