Het is een ramp


Ik wil kauwgom. Het pakje is leeg.

Een beetje afgekeken van first world problems.

– Ik moet plassen/ik moet mijn lenzen uitdoen/ik moet opstaan/ik moet mijn mascara eraf halen, maar ik heb geen zin.
– Als de bus sloom is en ik de metro net voor mijn neus zie wegrijden (hij gaat om de vijf minuten, maar ik wil hem nu!).
– Als het koud is: ‘Ooooh, was het maar dertig graden.’ Als het dertig graden is: ‘Ooooh, het is veel te warm, was het maar kouder.’
– Struikelen als je hakken aan hebt (en doorlopen alsof er niets is gebeurd, maar iedereen heeft het toch gezien).
– Meezingen met een liedje op de fiets en dan mensen tegenkomen.
– Dat je een heel mooi boek leest en het opeens uit is.
– Mensen die tijdens het wachten op de bus gaan roken en dat waar ik ook sta het mijn kant op komt.
– Hallo, waar blijft het derde seizoen van Downton Abbey? (Ja, hij komt, maar in september pas en daar kan ik dus echt niet op wachten hoor)
– Dat de smaak van kauwgom er zo snel af is.
– (De meeste) mannen en romantiek.
– Als het slot van de wc vervelend doet en je denkt: oh mijn god, ik kom hier nooooooooooooooooit meer uit.
– Deze openingszin: ‘Ik heb een vraagje. De vriendin van een vriend van mij heeft gezoend met een meisje. Is dat vreemdgaan of niet?’ (en even voor de duidelijkheid: JA, dat is vreemdgaan. Al vond de vragensteller van niet).
– Iets tweeten en dan pas de taal- of spelfout zien die je gemaakt hebt.
– Zoveel films willen zien dat je niet weet met welke je moet beginnen.

En nog veel, veel meer!

(maar eigenlijk mag ik niet klagen natuurlijk)

Acht dingen die ik geleerd heb over het dragen van hakken

Mijn nieuwste aanwinst. 

Tegenwoordig dragen de meisjes op hun tiende al de eerste hakken, maar ik was zestien toen ik ermee begon. Sindsdien ben ik op dit gebied veel wijzer geworden en die kennis zal ik uiteraard met jullie delen (overigens zijn het niet allemaal fouten die ik zelf heb gemaakt, maar ook een paar die ik bij anderen heb geconstateerd).

1. Nooit rennen op hakken als je je trein moet halen.
Geloof me, je mist nog liever je trein dan dat je dit risico neemt. Waarom? Je verliest altijd wel een hak Assepoesterstyle (op de knappe prins na), je hebt een rentempo van één meter per kwartier en als je geluk hebt, krijg je daar gratis een paar blaren bij. Bovendien  haal je je trein meestal toch niet.

2. Draag geen hakken tijdens concerten of het uitgaan.
De eerste tien minuten gaan nog wel, maar de meeste concerten duren wel wat langer. Op een gegeven moment gaan je voeten zo branden dat je bijna zou willen dat je helemaal geen voeten meer had. Het maakt niet uit hoe leuk ze zijn, je gaat de hakken die je draagt haten. Oh en na die twee uur kun je alleen maar strompelen.

3. Altijd inlopen.
Het is niet de bedoeling dat je een week erna nog niet kunt staan, omdat je zoveel pijn aan je voeten hebt.

4. Draag alleen hakken als je erop kan lopen.
Ik moet toegeven: hilarisch is het wel, om vrouwen te zien die niet op hakken kunnen lopen. Je vermaakt er mensen dus wel mee. Maar uitgelachen worden is niet leuk, dus doe toch maar die ballerina’s aan als je niet op hakken kunt lopen (en altijd eerst thuis oefenen!).

5. Hakken in neonkleuren kun je beter in de schoenenwinkel laten staan.
Ik ken geen enkele outfit die er beter op wordt door neonkleurige hakken. Als je licht nodig hebt in het donker kun je beter een zaklamp kopen.

6. Doe ze aan, omdat jij het leuk vindt. Niet omdat je denkt dat de mannen het sexy vinden.
Ik denk dat mannen stiekem bang zijn voor hakken, omdat je ze ook als wapens kunt gebruiken.

7. In de winkel lopen ze nog lekker, thuis waarschijnlijk niet.
Altijd hetzelfde liedje met die hakken.

8. Het maakt niet uit hoe hoog de hakken zijn, ik zal altijd klein blijven.
Dat is echter niet iets om over te huilen, want: klein maar fijn, groot is idioot. Echt waar (ik hoop niet dat de club van de lange mensen nu boos op me worden…)

Laura denkt niet alleen, maar schrijft ook!

Ik heb jullie leuks nieuws te vertellen, want aan mijn blog had ik niet genoeg (ach nee, arm blogje, je bent heel lief hoor!). Daarom schrijf ik sinds kort ook voor drie andere websites en ik zal ze even aan jullie introduceren.

1. Whoopsie Daisy
Misschien kent een aantal van jullie deze website wel. Het is een online magazine voor vrouwen vanaf 18 jaar en eigenlijk komt er van alles aan bod. Elke week schrijf ik een column hiervoor.

Dit zijn de columns die ik al geschreven heb (u mag klikken):

– Hup Holland Hup
– Pas op: de tentamenweken zijn weer begonnen!
– Hoera, geslaagd! En… Wat nu?

2. Say What
Deze site bestaat nog niet zo lang, maar richt zich op jongeren. Eén keer in de twee weken schrijf ik een blogje over een willekeurig onderwerp. En vanaf volgende week komt er een interviewserie (Studie & Studeren) waarin ik mensen interview over hun studie. Aanmeldingen zijn altijd welkom! Momenteel ben ik vooral op zoek naar MBO en HBO-studies, maar ook universitaire studies zijn natuurlijk goed. Dus heb je interesse, mail dan naar: blogs@say-what.nl Het interview gaat overigens via de mail.

Dit heb ik tot nu toe geschreven voor Say-What.nl:

– Even voorstellen: Laura
– Vijf stappen om te beginnen met bloggen
– Nieuwe interviewserie: Studie & Studeren

3. Studenten.net 
Afgelopen dinsdag ging ik naar Groningen. Dat is nogal een wereldreis als je vlakbij Rotterdam woont, maar ik had het er voor over. Het was namelijk voor een gesprek met Studenten.net. Ik had al een proefstukje geschreven (zie hieronder) en het gesprek ging over het vervolg daarvan. Ik ga sowieso interviews schrijven en wie weet nog meer. Heel leuk in ieder geval :D Overigens mag ik de interviews die ik hiervoor schrijf ook op mijn blog zetten, dus dat is ook fijn!

Dit is het interview dat ik heb gehouden voor Studenten.net:

Binnengluren bij… Monica (20) uit Oegstgeest

Dus mocht je denken: nou, ik heb echt niet genoeg aan een dagelijks blogje van Laura, I want more! (Dit heet ook wel een verslaving) Iedere week verschijnen er dus 2 tot 4 stukjes van mij op andere websites die je kunt lezen!

(Zo, dat was de zelfpromotie weer voor vandaag :P)

Ik snap het niet

Ik snap er helemaal niets van.

– Mannen.
– Waarom mensen (: doen in plaats van :). Ik raak ervan in de war!
– Wiskunde. Gelukkig heb ik dat nooit meer (ja, je mag jaloers zijn).
– Dat Joseph Gordon-Levitt me nog niet gebeld heeft.
– En dat ik ook nog niet gebeld ben door een radiostation dat me wil hebben voor LalalaLaura.
– Het weer in Nederland.
– Dat de voetballers van het Nederlandse team niet naar me luisteren als ik aanwijzingen naar de tv schreeuw.
– Twilight-fans.
– Dat het volgende seizoen het laatste seizoen van How I Met Your Mother is. Wat moet ik dan in godsnaam? (Of eigenlijk: wat moet ik deze zomer in godsnaam, want alle leuke series zijn afgelopen… Tips zijn welkom.)
– De verpakking van lolly’s.
– Waarom mijn bureau zichzelf niet opruimt.
– Dat er mensen zijn die vrijwillig naar hardcore luisteren.
– Dat er mensen zijn die denken dat heel de bus wil meegenieten van hun muziek (vaak de mensen die vrijwillig naar hardcore luisteren)
– Waar de achterkantjes van mijn oorbellen blijven.
– Waar mijn oorbellen überhaupt blijven. Of eigenlijk, de tweede oorbel van een setje.
– Bikinifoto’s op Facebook.
– Dat voetballers hun shirt niet tijdens de wedstrijd uit mogen doen. Ik bedoel, hallo, waarom zou je anders naar voetbal kijken?
– Wat er leuk is aan SBS6-programma’s.
– Dat niemand me gelooft als ik zeg dat ik heel sterk ben. Hallo, ik kan wel mooi het deksel van de jampot eraf krijgen hoor!
– De bedenker van het driezoenensysteem.
– Dat Ellen DeGeneres 54 is.
– Waarom de tijd zo snel gaat.
– Het leven (om even dramatisch te eindigen).

Snap jij het wel?

Les van juffrouw Laura: Nederlands

Naast student Literatuurwetenschap en blogger ben ik ook bijlesjuf. Ik lijk misschien een lief meisje, maar als bijlesjuf ben ik erg streng. Zo laat ik de bijles niet beginnen, totdat het bijleskindje ‘Goedemiddag juf Laura’ zegt. Als het kindje aan het einde geen ‘Tot ziens, juf Laura’ zegt, wordt mijn salaris voor die les verdubbeld. Onvoldoendes straf ik af met een zweep van de liniaal. Complimenten geef ik niet.

Dat gezegd hebbende zal ik jullie vandaag verblijden met een les Nederlands van juf Laura. Dus zeg maar in koor: ‘Goedemiddag/avond/ochtend juffrouw Laura!’
Goed zo. Ik zal eerst even vertellen waarom ik dit doe. Dit is niet op een ohmijngodwelkemensenmakendiedommefoutennoukijkmijeensgoedinNederlandszijn-manier bedoeld. Mensen maken fouten (zelfs ik, kun je het je voorstellen?) en dat kan gebeuren. Het is niet leuk om fouten te maken (als je overigens een fout bij mij ziet, dan moet je dat gewoon zeggen, ik beloof dat ik niet boos word!), dus is het wel handig om een aantal dingen te weten. Hieronder een paar fouten die ik vaak tegen kom en belangrijker: hoe het wel moet.

1. Ijsland IJsland.
Dit is iets wat ik vaak zie. Veel mensen gaan niet naar IJsland, maar naar Ijsland op vakantie (huh, dat land ken ik niet?). Maar bij de ij horen de i en de j bij elkaar, dus als de i een hoofdletter is, dan moet de j dat ook zijn. En als je dat niet kan onthouden: probeer Ijsland maar eens uit te spreken. Klinkt toch anders dan IJsland.

2.  Jou boek jouw boek. Dit is echt wat voor jouw jou.
Niet alleen de d’s en t’s zijn lastig, hetzelfde geldt voor de w. Wanneer wel en wanneer niet? Als het een bezittelijk voornaamwoord is (zoals: mijn/jouw/haar/zijn/ons/jullie boek) komt er een w achter, dus: jouw. Logischerwijzer als dit niet het geval is, komt er geen w achter: ik geef het jou. Maar lastig wordt het in het volgende voorbeeld: dit boek is van jou. ‘Huh, maar dan is het toch ook een bezit?’ Ja, maar het is geen bezittelijk voornaamwoord. Je kunt het zo onthouden: bezittelijk voornaamwoord = w, voorzetsel (op de basisschool leerden we dat met behulp van een kip en zijn hok. Dus alles wat je kon verzinnen: de kip zit in, voor, achter, op etc. zijn hok was een voorzetsel) = zonder w. Oh en zeg alsjeblieft geen me boek, maar mijn boek.

3. Persé per se.
Dit is alleen voor de mierenneukers (sorry voor het taalgebruik) onder ons, zoals ik. Het woord komt oorspronkelijk uit het Latijn waarin het op zichzelf betekent. In het Latijn kenden ze de accent aigu niet (het streepje). Niemand zal het vervelend vinden als je persé gebruikt (behalve ik), maar de officiële spelling is per se.

4. Hij wilt hij wil
In het Nederlands komt er achter regelmatige werkwoorden in de derde persoonsvorm in het enkelvoud een t erachter. Bijvoorbeeld: lopen – hij loopt. Laat het werkwoord willen nu net niet zo’n regelmatig werkwoord zijn. Willen is een beetje dwars en heeft dus geen t bij hij/zij/het. Hetzelfde geldt voor de werkwoorden kunnen, zullen en mogen.

5. Ik irriteer me aan hem. Ik erger me aan hem.
Ergeren en irriteren zijn twee verschillende werkwoorden. Maar wanneer gebruik je ze? Irriteren wordt passief gebruikt. Iets irriteert je. Je kan je niet aan iets irriteren. Maar je kunt je wel aan iets ergeren, actief dus. Voorbeeld: Jouw gedrag irriteert me. Ik erger me eraan.

Goed, klas, dit was de les. Nu goed leren, want voor morgen geef ik een proefwerk op. Class dismissed!

(En even, omdat ik benieuwd ben: is dit handig of niet? Zou je het leuk/interessant/leerzaam vinden om dit soort dingen vaker te lezen? Of denk je: rot op, ik heb al Nederlands gehad op de middelbare school :P)

Vandaag ga ik iets vertellen over mooie citaten

Soms lees je iets en dan denk je: zo mooooooooi. Eigenlijk te mooi om niet te delen. Dus dat is wat ik vandaag ga doen. Ik zal mijn favoriete citaten noemen en (heel belangrijk) waarom ik ze zo mooi of goed vind.

1. Baz Luhrmann – Everybody’s free to wear sunscreen.
‘Uh oké, mooi hoor?’ Nee, het gaat niet om die zin, maar dat is de titel van een liedje van Baz Luhrmann (lees hier de tekst). Wat de achtergrond er precies van is, is onduidelijk. Zo wordt er beweerd dat het de speech van Kurt Vonnegut was bij een diploma-uitreiking, maar dat blijkt niet waar te zijn. Het is een speech aan een klas uit 1999 en bestaat uit goede adviezen en gedachten, zoals: you are not as fat as you imagine, do one thing everyday that scares you en mijn favoriet: know that worrying is as effective as trying to solve an algebra equation by chewing bubble gum.

2. Ingrid Jonker – Herfsoggend.
Ik kan jullie sowieso aanraden om de dichtbundel ‘Ik herhaal je’ van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker te lezen. Eén van de mooiste dichtsregels die ik tot nu toe heb gelezen komt uit uit het gedicht ‘Herfsoggend’.

Oggendstrale verwarm die kamer soos
goue eekhorinkies op soek na verborge geheime

(Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen)

Daar hoef ik niets aan uit te leggen toch? Echt heel mooi.

3. Jacques Brel – Ne me quitte pas.
Eén van de bekendste liedjes van Jacques Brel. Erg mooi (ik houd sowieso van Franse liedjes, dus wie tips heeft, kom maar op!), maar het onderwerp is niet zo leuk (ne me quitte pas betekent verlaat me niet). Het taalgebruik is heel mooi, voor zover ik dat kan zien bij de Nederlandse vertaling. De mooiste regel vind ik dit:

Je t’inventerai
des mots insensés
que tu comprendras
(ik vind voor jou een onzintaal uit die jij zult begrijpen)

Het is lief (en zielig tegelijkertijd, als je denkt aan het ‘ne me quitte pas’). Liefde als iets van zijn tweeën en mots insensés versterken dat (mots betekent eigenlijk woorden, dus vandaar dat ik hier het meervoud gebruik, maar de vertaler heeft er taal van gemaakt).

4. Jonathan Safran Foer – Extremely Loud and Incredibly Close.
Een geweldig boek vind ik dat, bij herlezing nog beter. Er zitten ook veel grappige dingen in, zoals dit. Het is een gesprek tussen Oskar (een negenjarig jongetje) en zijn vader (de vader begint het gesprek):

‘Which would mean?’
‘Which would mean I moved a grain of sand?’
‘Which would mean you changed the Sahara.’
‘So?’
‘So? So the Sahara is a vast desert. And it has existed for millions of years. And you changed it!’
‘That’s true, I changed the Sahara!’
‘Which means?’
‘What? Tell me.’
‘Well, I’m not talking about painting the Mona Lisa or curing cancer. I’m just talking about moving that one grain of sand one millimeter.’
‘Yeah?’
‘If you hadn’t done it, human history would have been one way…’
‘Uh-huh?’
‘But you did it, so…?’
‘I changed the course of human history!’
‘That’s right.’
‘I changed the universe!’
‘You did.’
‘I’m God!’
‘You’re an atheist.’
‘I don’t exist!’

Het is mooi en grappig tegelijk. Waarom is het mooi? Omdat het laat zien dat je een verandering kunt maken, hoe klein ook. Een zandkorrel verplaatsen in de Sahara klinkt misschien niet heel spectaculair, maar denk er maar eens over na. Je zorgt constant voor verandering in de wereld.

5. Alice in Wonderland (de tekenfilm).
Alice in Wonderland is sowieso al geniaal he. Zowel het boek als de tekenfilm (de verfilming van Tim Burton vond ik niet zo). Als je hem nog niet gelezen heb, alsjeblieft, ga dat doen! Hieronder een stukje dat in de tekenfilm voorkomt, ik weet eigenlijk niet of dit ook in het boek is. Het is wanneer Alice door een deur in Wonderland probeert te komen.

Doorknob: ‘Sorry, you’re much too big. Simply impassible.’
Alice in Wonderland: ‘You mean impossible?’
Doorknob: ‘No, impassable. Nothing’s impossible!’

Dat je het maar even weet!

Een nieuw programma op de radio: LalalaLaura

Soms mijmer ik een beetje over de toekomst. Misschien wil ik later toch liever fitnessinstructrice worden (weinig kans) of wiskundedocente (nul komma nul kans) in plaats van journaliste. Alles is mogelijk. Of ik word natuurlijk een dj bij de radio.

Ik zie het al voor me. Het is superhandig, want je kan gewoon in je pyjama er naar toe gaan, niemand die je ziet. Het enige wat ik in het vervolg zal moeten laten is grunten, want mijn stem is mijn instrument, maar dat deed ik toch al niet zoveel. Bovendien verdien je als radiodj (ik ga dan natuurlijk niet bij de plaatselijke radio, maar bij een grote zender zoals radio 2) wel aardig, geloof ik. Ja, ik zie het wel zitten.

Maar hoe zal mijn radioprogramma eruit zien, dat is natuurlijk de grote vraag. De naam is makkelijk: LalalaLaura. Lalala vanwege de liedjes. (Laura vanwege… moet ik dat nou echt uitleggen?) Want die ga ik veel draaien. Stiekem heb ik een hekel aan radiodj’s, want ik houd niet van gepraat op de radio. Tenzij het mijn eigen gepraat is. Wat voor liedjes ik draai? Oud en nieuw gemixt. Met oud bedoel ik geen muziek uit de jaren negentig, maar eerder de Beatles (want die worden veel te weinig gedraaid op de radio!). Met nieuw bedoel ik geen Rihanna, maar the Black Keys.

Ik zal geen stomme spelletjes doen. Ik weet niet of jullie wel eens naar radio 2 luisteren rond etenstijd (geloof ik). Dan heb je werkelijk het debielste spelletje ooit. Het heet de wasstraat en je speelt tegen iemand. Je moet de titel van het liedje raden. Eerst hoor je het geluid van de wasstraat als je auto gewassen wordt samen met een deel van een liedje.  Weet je het niet, dan komt er drogen en hoor je meer van het liedje. Zoals ze het zelf noemen: een muzikale poetsbeurt. Wat je kan winnen? Een autobikini (een hoes die over de achterkant van de spiegels gaat). Geweldige prijs voor een geweldig spelletje.

Goed, geen spelletjes dus. Wat wel? Literatuur en poëzie op een LEUKE manier bespreken, zodat het niet supersaai is. Optredens van bandjes. En natuurlijk interviews waarbij ik superslimme vragen stel. En plaatjes aanvragen mag altijd (of ik ze ook draai, is een tweede).

Ik zie het wel zitten. Iemand nog een radiodj nodig?

(Jullie zouden wel naar me luisteren. Toch? Toch…?)

Hand in hand, de kameraden

Dit is een foto van één van de weinige keren dat ik ziek ben geweest in mijn leven (de laatste keer dat ik griep had, was op de basisschool). Tenminste, dat neem ik aan, want je gaat niet zomaar met je dekbed op de bank liggen met een Feyenoordpet op, toch?

Goed, die Feyenoordpet, daar ga ik het over hebben. Vind ervan wat je wil, maar bij mij thuis zijn ze voor Feyenoord. Dat gebeurt nogal snel als je ouders uit Rotterdam komen en je er vlakbij woont (‘Ja, maar dan kun je ook nog voor Sparta of Excelsior zijn.’ ‘Nou en.’).
Nu moeten jullie weten dat mijn gezin uit de volgende mensen bestaat: vader, moeder, broer, broertje en ik. Mijn broer en broertje houden van voetbal en Feyenoord, dus dat zou genoeg moeten zijn voor mijn vader, toch?
Nee, want in de tijd dat ik ziek op de bank lag, was mijn broertje nog niet groot genoeg om naar de Kuip (het stadion) te gaan. En ik wel.

Dus daar ging ik, hand in hand met mijn vader en mijn broer naast me. De enige keer dat ik me kan herinneren (maar er moeten meerdere keren geweest zijn) was met de open dag voor Feyenoordfans (voor kinderen vooral). De auto werd bij ikweetnietwaar geparkeerd en zo liepen we naar het stadion toe. Ik denk dat dat nog het leukste gedeelte was. Al die fans die gezamenlijk die route liepen, Feyenoord-liedjes zingen. Ik kan me nog het benzinestation herinneren met ballonnen waar we langs liepen en we moesten onder een tunneltje door.

Helaas gebeurde er iets wat veel kindertjes overkomt: ik viel. Resultaat: een schaafwond op mijn knie. Gelukkig was er ehbo en kreeg ik een pleister. Ik overleefde het ternauwernood.

Sindsdien ben ik waarschijnlijk niet meer in de Kuip geweest. De enige Feyenoord-speler wiens naam ik weet, is Guidetti. Maar wanneer iemand me vraagt voor welke club ik ben, is dit nog steeds mijn antwoord: Feyenoord.
(oké, dat is omdat ik anders een klap voor mijn kop krijg, maar toch)

En, zijn jullie ook geïndoctrineerd?

Hiep hoi, we mogen weer leren!


Leren is een feestje.

Het verschilt per universiteit, maar voor mij is het binnenkort zover: tentamens. Je snapt wel hoe blij ik ben. Zeker met dit lekkere weer is het geweldig dat ik me moet opsluiten met samenvattingen en termen als incommensurabiliteit. Ik sta te springen. Ik zal even een sfeerbeeld geven van hoe dat leren (Leren doe je op de middelbare school, nu heet het studeren heurrrrrr!) nu in zijn werk gaat.

Je staat op om een onmenselijk vroeg tijdstip (half negen, oh mijn god!). Op je bureau zie je de samenvattingen al liggen. Na je gebruikelijke ochtendroutine (die vooral bestaat uit heel chagrijnig kijken) sluit je je op in je kamer. Eerst nog even op Facebook kijken. Hmm, zou er nog iemand op mijn blog hebben gereageerd? Nee, wegklikken, Laura!
Je pakt de samenvatting. Wetenschapsfilosofie. Hiep hoi. Filosofie is interessant, behalve als je het uit je hoofd moet leren. God, wat is dit saai. Ja, dit weet ik allang, dat ga ik echt niet leren. Wat is dit? Ik begrijp hier niks van. Even googlen.
(DOE HET NIET, LAURA, DOE HET NIET).
Twitter openen, even kijken wat voor geweldige dingen iedereen doet. Grom. Misschien is er ondertussen wel wat nieuws op Facebook. Ooooh, ik had laatst zo’n geweldige site ontdekt. Dat liedje is echt leuk, die móet ik gewoon luisteren.
Oké, nu ga ik echt leren. Waarom heb ik zo’n stomme typefout gemaakt in mijn samenvatting? Nu kan ik nergens anders meer op letten. Ik geloof dat ik deze zin al tien keer heb gelezen en ik krijg hem nog niet in mijn hoofd.
*random persoon in huis doet de kamerdeur open*
‘GA WEG, IK BEN AAN HET LEREN!’
Irritante mensen. Zo gaat het natuurlijk nooit lukken.

Ja, ik ben dol op leren. En het gaat ook zo goed. Totaal geen afleiding. En gelukkig maar, want het is zo leuk! Dat vinden jullie ook, toch?

‘Wat ben je stil.’

Waarschijnlijk (denk ik?) kom ik niet zo over op mijn blog, maar ik ben een zogenoemd introvert type. Ik zal niet zo snel een kamer vol mensen binnen stappen en luid en enthousiast: ‘Goeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeedemiddag!’ roepen. Het middelpunt van de aandacht zijn, vind ik verschrikkelijk. Al die mensen die naar je kijken (daarom houd ik ook niet van presentaties).

Als je introvert bent, ben je niet automatisch verlegen, maar ik was dat vroeger wel. Interview ik nu met gemak mensen die ik niet ken, vroeger zou ik dat absoluut niet durven! Waarin verlegenheid verschilt van introversie, is dat je aan verlegenheid wat kunt doen. Aan introversie misschien ook, maar dan tot op een bepaalde hoogte. Je zal nooit extravert worden. Terwijl ik denk dat verlegenheid wel te overwinnen valt.

Zowel extraversie als introversie hebben hun goede en slechte kanten. Dit is wat ik irritant vind wat mensen zeggen tegen introverte mensen:
‘Wat ben je verlegen! Waarom praat je niet wat meer? Waarom ben je zo stil? Heb je het niet naar je zin? Gaat het wel goed?’
Dat je rustig bent, maakt je nog niet verlegen. Het wil ook niet zeggen dat je het niet naar je zin hebt. Maar dat snapt blijkbaar niet iedereen.

In een groep kun je meteen de extraverte en introverte mensen eruit pakken. De extraverte mensen hebben meestal het hoogste woord, zijn de gangmakers. De introverte mensen zijn stiller en zullen pas iets zeggen als ze er goed over nagedacht hebben (dat ik heb ik tenminste). Daarom hebben introverte mensen liever een één-op-één-gesprek en werkt dat ook beter voor hen.

Dan nu de boodschap van dit blogje, misschien enigszins cliché (‘Oh jee, daar heb je die zogenaamde ‘wijze’ Laura weer.’): introvert of extravert, je bent goed zoals je bent!

Naar welke kant neig jij meer?