Wereldliteratuur: mijn tips

In het eerste en tweede jaar van Literatuurwetenschap in Leiden heb je een vak dat wereldliteratuur heet. Het is één van mijn lievelingsvakken, want je moet namelijk elke week een boek lezen! Elke docent heeft één of meerdere boeken uitgekozen en gaat specifiek over dat boek een college geven. Wat ik vooral leuk vind, is dat je zo boeken leert kennen die je normaal nooit zou lezen. Het college kunnen jullie niet meer bijwonen, want dat is afgelopen, maar ik kan natuurlijk wel vertellen welke boeken ik het leukst vond. Dus als je nog boeken zoekt, hieronder mijn tips.

Harriet Beecher-Stowe – Uncle Tom’s cabin.
Het verhaal: Dit speelt zich af in Kentucky, Amerika ten tijde van de slavernij. Verschillende personages worden gevolgd, waaronder ome Tom, die verkocht wordt door zijn vriendelijke eigenaar vanwege financiële problemen.
Waarom lezen: Dit is zo’n klassieker die iedereen wel kent, maar niemand gelezen heeft. Maar dat moet je dus wel doen! Zelf weet ik niet zoveel over slavernij, maar dit boek geeft er een inzicht in. Wat ook interessant is om te weten, is dat het geschreven is naar aanleiding van een wet in Amerika in de noordelijke staten. Die maakte het strafbaar voor blanke mensen om hulp te bieden aan gevluchte slaven.
Waar op te letten: de representatie van de slaven (wordt het stereotype van zwarten ontkracht of bevestigd?)

Ingrid Jonker – Ik herhaal je.
De gedichten: dit is een gedichtenbundel van misschien wel de bekendste Zuid-Afrikaanse dichteres (de film Black Butterflies met Carice Houten gaat over haar leven). Ingrid Jonker komt als kind uit een gebroken gezin (haar vader verliet haar moeder) en heeft daar veel moeite mee gehad. Haar leven was zwaar en dat wordt vooral duidelijk door het einde ervan: Ingrid komt in psychiatrische klinieken terecht en pleegt uiteindelijk op 31jarige leeftijd zelfmoord. De gedichten in deze bundel gaan onder andere over mannen en haar jeugd. Het bekendste gedicht is misschien wel ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’. In 1994 droeg Nelson Mandela dit gedicht voor bij de opening van de eerste democratische vergadering.
Waarom lezen: omdat het geweldige gedichten zijn! Bijvoorbeeld deze regel uit het gedicht ‘Herfsoggend’ (herfstochtend): Oggendstrale verwarm die kamer soos
goue eekhorinkies op soek na verborge geheime
(Ochtendstralen verwarmen de kamer als
gouden eekhoorntjes op zoek naar verborgen geheimen)
.
Nog niet overtuigd? Lees ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga)’ en ‘Ik herhaal je’.
Waar op te letten: bij ‘Die kind’ op de herhaling en groei. Bij ‘Ik herhaal je’ de rol van de herhaling, aanwezigheid en afwezigheid. Maar er zijn natuurlijk nog meer dingen, maar die mag je zelf uitzoeken haha.

Charlotte Mutsaers – Rachels rokje.
Het verhaal: dit is een postmodernistisch boek, dus moeilijk samen te vatten. Maar zoals een eerstejaars tijdens het college zei: meisje wordt verliefd op leraar (en nog veel meer).
Waarom lezen: ooooh, deze stijl is zo geweldig he. Helaas heb ik hem van de bieb geleend, dus ik kan niet citeren, maar echt. Sowieso het feit dat het boek niet opgedeeld is in hoofdstukken, maar in plooien (zoals van een rokje). Ook wordt er veel met taal en betekenis gespeeld, wat heel interessant is. De stijl en humor is heel apart, het valt niet uit te leggen, maar voordat je hem koopt, lees er dan een stukje in, want niet iedereen kan het waarderen.
Waar op te letten: taalspel, er worden nieuwe associaties bedacht bij woorden. Ook ideologie speelt een belangrijke rol en politiek.

Arundhati Roy – The god of small things.
Het verhaal: dit speelt zich af in India en gaat over een familie die te maken heeft met een vervelend geheim. Meerdere personages worden gevolgd, waaronder de tweeling Rahel en Esthappen.
Waarom lezen: weer zo’n geweldig boek! Je leert over een andere cultuur, maar dat is niet alles. Ik vind de stijl ook heel leuk (grappig op een pijnlijke manier) en het is zelfs een beetje spannend, omdat je nog niet weet wat het geheim is. Ga het lezen, alsjeblieft!
Waar op te letten: trauma, de wet (het kastenstelsel in India is opgeheven, maar bestaat officieus nog wel) en de invloed van (de)kolonialisme.

Marjane Satrapi – Persepolis.
Het verhaal: gebaseerd op het leven van Marjane Satrapi, die opgroeit in Iran na de Islamitische revolutie. Op een gegeven moment emigreert ze naar het westen, maar uiteindelijk keert ze toch weer terug naar Iran.
Waarom lezen: het is een graphic novel (een roman in stripvorm, simpel gezegd)! Dat is weer wat anders dan een boek met letters. Ook hier is weer het interessante dat je leert over een andere cultuur.
Waar op te letten: het verschil tussen het kinderlijke van de tekenstijl en het complexe verhaal.

Ornela Vorpsi – Het land waar je nooit sterft.
Het verhaal: het speelt zich af in Albanië, een land waar weinig over bekend is. Vroeger was Albanië een communistische staat, maar tegenwoordig is het een democratie. Het is vanuit het perspectief van een meisje geschreven.
Waarom lezen: oké, het wordt een beetje saai, maar juist: weer omdat het een andere cultuur is. En zeker Albanië, een land waar ik eigenlijk helemaal niets over wist. Verder is de manier van schrijven prettig en voor sommigen een voordeel: het is niet zo’n dik boek (hooguit 150 pagina’s en dat nog niet eens).
Waar op te letten: de invloed dat het communisme had op mensen.

Dit is ongeveer de helft van de boeken die we moesten lezen, maar wel die ik het leukste vond. Hopelijk hebben jullie wat aan mijn tips! Helaas was dit het laatste jaar dat ik dit vak had :(

Oh en als jullie één van de boeken gelezen hebben of willen lezen en college-aantekeningen erover willen hebben, roept u maar! (of mailen, dat is misschien handiger)

Gedicht: de liefde van mijn leven

Laatst beleefde ik een prachtig moment. Ik ontmoette mijn ware Jakob/mijn prins op het witte paard/de ware/de liefde van mijn leven. Ik heb er een gedichtje over gemaakt. Voor de mensen die weigeren naar bovenstaand plaatje te kijken of in de war raken van de verschillende letters (ik besloot er een mooi geheel van te maken), is hier het gedicht nog een keer:

De liefde van mijn leven.

Hij roltrap op.
Ik roltrap af.
Een glimlach, meer niet.

En zo verdween hij uit mijn bestaan.

(De laatste regel moet dus eigenlijk achter elkaar, maar daar had ik niet genoeg ruimte voor op het vel papier). Voor de mensen die niet zo goed zijn in het begrijpen van een ogenschijnlijk makkelijk gedicht zal ik het even uitleggen.
Een paar dagen geleden was ik op Utrecht Centraal om aldaar de trein naar Den Bosch te nemen voor een interview (en ik ga lekker niet zeggen met wie). Daarvoor nam ik de de roltrap naar beneden. Mensjes kijken is leuk, dus bekeek ik de mensen op de roltrap naast mij, die naar boven ging. En daar was hij: de perfecte man. Ik keek naar hem, hij keek naar mij. Hij glimlachte. Ik glimlachte terug. Het was echte liefde. Helaas gingen onze roltrappen verschillende kanten op en was dat het einde van onze romance.

Maar hij heeft wel mooi mijn dag gemaakt.

De chagrijn


Klik op het plaatje om het groter te maken.

Zoals jullie weten, ben ik een dicht-talent. Ik heb al eerder een parel van poëzie geschreven, maar dat ga ik wéér doen. Ach ja, zo ben ik.

Mijn gedicht is losjes (met de nadruk op losjes) gebaseerd op het klankgedicht.  Eén van de bekendste klankgedichten is van Jan Hanlo. Het heet ‘de mus’ en het gaat zo:

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
etc.

Ik heb mijn gedicht ‘de chagrijn’ genoemd, maar het had net zo goed ‘studiegedrag’ of ‘buschauffeur’ kunnen heten.
Om het gedicht wat leuker aan te kleden, heb ik me rot gezocht naar de letters ervan in de krant en het zo op bijzondere wijze neer gezet (oh, ik ben zo creatief) (‘Oh, ik ben zo idioot, bedoel je.’ ‘Ach, houd je mond. Ik moet een paper schrijven en ik moest iets vinden om te soggen*, oké.’) Voor de mensen die mijn kunstwerk niet willen aanschouwen (je weet wel dat ik me nu heel erg beledigd voel he?), hier is het gedicht in gewone letters:

De chagrijn door de befaamde dichteres Laura Bosua (dat ben ik, voor het geval je niet wist hoe ik heette)

Argh. Argh. Grrr. Bluh.
Blablabla. Zucht.

Hmm.
Argh. Argh. Grrr. Bluh.
Aaaaaaaah.
Bam!

In mijn hoofd kan ik jullie geapplaudisseer al horen. Dankjulliewel.

Hebben jullie ook dichtaspiraties of geef je het op na het zien van mijn prachtgedicht?

(*Komt van SOG, dat staat voor studie ontwijkend gedrag, iets waar ik regelmatig last van heb. Zeg maar elke dag wel een paar keer. Oké, heel veel keren per dag.)

Where is the human nature so weak as in the bookstore?

Ja, het gaat opvallend vaak over boeken deze week (ik ga me er niet voor verontschuldigen, want boeken zijn leuk), maar misschien heeft dat ermee te maken dat het tweede semester weer is begonnen! In ieder geval, hier vijf boekentips van mij (verschillende soorten, voor ieder wat wils).

De zuivere broeders van Basra – De zaak van de mensen tegen de dieren.
Dit boek komt uit de tiende eeuw. Ja, zeer recent is het niet, maar daardoor niet minder interessant om te lezen. Het is een deel van een groot werk van een aantal filosofen uit Basra. Zij wilden een overzicht geven van de verschillende takken van wetenschap en gebruikten daarvoor soms de metaforische vertelling. Dit is er één van.
Het gaat over de dieren die het zat zijn om onderworpen te worden door de mens. Het gevolg is een rechtszaak, waarbij de rechter een djinn (een geest) is.
Wat interessant is, is het gebruik van de argumenten en verhalen. Dit is zeker een aanrader als je geïnteresseerd bent in filosofie!

A.A. Milne – Het huis in het Poeh-hoekje.
Oké, ik speel vals, deze stond ook bij de kinderboekenaanraders. Maar Winnie de Poeh is zo geweldig! Leuk om te lezen als kind, nog veel leuker voor volwassenen. Het zit vol grappen, lieve opmerkingen en wijsheden. Dit boek is het vervolg op Winnie de Poeh, waarin verschillende dingen gebeuren: er wordt een huis voor Iejoor gebouwd, Teigetje verschijnt en er zijn veel kleine avonturen. Uiterst geschikt om voor te lezen, ook aan volwassenen. Of ze dat willen, is een tweede. Ik heb een poging gewaagd, maar dat ging niet zo goed… Iemand die ik er wel blij mee kan maken? ;)

Ronald Giphart – Mijn vrouw en andere stukken.
Dit boek bevat de beste columns die Ronald Giphart schreef in 2007 voor de Volkskrant, ter vervanging van Martin Bril. Ik moet bekennen: ik twijfelde. Ik heb namelijk Phileine zegt sorry gelezen en ik was er niet bepaald van gecharmeerd (teveel seks en sorry hoor, maar vrouwen denken echt niet zo over seks). Maar ik besloot om Ronald Giphart met deze columns nog een kans te geven en gelukkig maar!
Zijn columns zijn grappig, slim en soms nét op het randje. De leukste column vond ik ‘Interview met mijn zoon’ en eentje over een receptenboek in het Noors (weet de titel niet meer). Fijn om te lezen voor tussendoor en om van te leren als je zelf ook columns schrijft.

Yoko Ogawa – De huishoudster en de professor.
Dit boek speelt zich af in Japan. De professor is een wiskundeprofessor die sinds een auto-ongeluk een kortetermijngeheugen van slechts tachtig minuten heeft. Op een dag krijgt hij een nieuwe huishoudster en hoewel hij haar elke dag vergeet, krijgen ze toch een bijzondere band. Het doet de professor vooral veel plezier als hij de huishoudster en haar zoon uitleg over wiskunde kan geven. Ook tussen de huishoudsters zoon en de professor ontstaat een bijzondere band. Maar hoe lang blijft dat goed gaan?
Ik vond het echt een bijzonder boek. Het is niet in zweverige taal geschreven, maar juist simpel en toch krijg je een goed idee van hoe die onderlinge verhouding is. En wat al helemaal speciaal is: het gaat bijzonder veel over wiskunde/rekenen in het boek en ik vind het niet eens erg! Dat geeft wel aan hoe goed ik het boek vond toch?

Gabriel Garcia Marquez – Liefde in tijden van cholera.
Zin in een lekker dik boek? Lees dan deze. Het gaat over de romantische Florentino Ariza die verliefd wordt op Fermina Daza. Maar zij wijst hem af en trouwt met de arts Juvenal Urbino. Over opgeven en een ander meisje zoeken, denkt Florentino echter niet (hoewel hij wel een aantal affaires heeft, maar dat is natuurlijk geen echte liefde).  Dat betekent dat hij zal moeten wachten totdat Fermina een weduwe is.
Heerlijk dik boek, geweldige schrijfstijl van Gabriel Garcia Marquez (ik moet wel toegeven: je moet er van houden), ook de tijd waarin het zich afspeelt, vind ik interessant (in een Caribische havenstad rond de eeuwwisseling en dan dus de eeuwwisseling tussen de 19e en 20e eeuw). Aanrader!

Heb jij één van deze boeken gelezen of zelf een boekentip?

Piet Pietjes, een ongekend talent

Ik lees wel eens interviews. Ja, dat is echt waar. En niet alleen dat, soms lees ik ook interviews met schrijvers die een nieuw boek uit hebben. Dat zou heel interessant kunnen zijn, ware het niet dat zich er vaak een verschijnsel voor doet waar ik ECHT NIET tegen kan als literatuurwetenschapstudent. Ik zal het uitleggen.

Een fictief voorbeeld. Schrijver Piet Pietjes heeft een boek geschreven, ‘Dirk-Jan’. Het boek gaat over een jongen, Dirk-Jan (serieus?), die opgroeit in een klein dorp en zich eraan onttrekt wanneer hij achttien is en hij naar de grote stad gaat. Je kan je wel voorstellen hoe dat gaat: ruzie met zijn ouders, geen geld, gedoe met meisjes et cetera.

Piet Pietjes is nogal bekend (duh, wie kent hem niet?), dus hij wordt geïnterviewd door alle kranten en tijdschriften. Waar vragen ze naar? Autobiografische elementen. Want heel toevallig komt Piet Pietjes ook uit een klein dorp en is hij naar een grote stad gegaan. Dus meneer Pietjes, is het u dan ook overkomen dat u verlaten bent door het meisje van uw dromen, zoals Dirk-Jan? Had u ook ruzie met uw ouders en hebt u ze toen tien jaar niet gezien?

En het is zo NIET boeiend en relevant. Barthes, een bekende in de wereld van literatuurwetenschap, verklaarde in 1967 de schrijver dood. Dat wil zeggen dat hij er tegen is dat mensen teksten interpreteren door te kijken naar de auteur en of bepaalde gebeurtenissen in het verhaal autobiografisch zijn. Volgens Barthes gaat het namelijk om de lezer, de interpretatie van de lezer. Iedereen zal het anders interpreteren, maar dat is juist het mooie eraan. Het is niet interessant of de schrijver wel of niet ook in de tuin van de buren heeft geplast, omdat het niet om de schrijver gaat, maar om het verhaal.

Dus lieve journalisten, kap er gewoon mee. Ook al is het autobiografisch, dan nog is het niet hetzelfde. Als schrijver maak je dingen mooier of juist erger en taal is überhaupt niet transparant. Alvast hartelijk bedankt.

Ergeren jullie je daar ook aan of ben ik de enige?

I am the master of my fate

Ik heb het er wel eens vaker over gehad, maar Invictus van William Ernest Henley is één van mijn favoriete gedichten. De twee sterkste regels vind ik dit:

I am the master of my fate
I am the captain of my soul

Nee, niet alles gaat goed in mijn leven en soms maak ik verkeerde keuzes. Soms lopen dingen niet zoals ik zou willen, soms ben ik verdrietig, boos, chagrijnig etc. Maar in het algemeen leef ik er toch naar: I am the master of my fate.

En ik geloof er ook in. Ga weg met uitspraken als ‘Wanneer je als dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.’ Natuurlijk heb je niet alles in de hand en maakt het wel uit of je in Nederland of Tanzania woont. Maar dat betekent niet dat je het allemaal los moet laten en denken: ach, het gaat zoals het gaat.

Als jij schaatser wil worden, dan moet je oefenen. Je moet trainen, over je grenzen heen gaan, pijn lijden. Misschien ga je nooit naar de Olympische spelen, maar als je het niet probeert, dan lukt het zeker niet.

Waar het mij om gaat: sommige dingen in het leven staan vast (sekse, familie, seksuele voorkeur, de omgeving tot op een bepaalde hoogte etc.), maar die dingen bepalen jouw leven niet: jij bepaalt je eigen leven. Je hebt wel degelijk een keuze, je kunt wel degelijk de dingen bereiken die je wil. Je bent meester over je lot (tot op zekere hoogte), je bent de kapitein van je ziel (klinkt toch minder in het Nederlands haha).

Dus, zeg op: welke visie vertegenwoordig jij? Ben je het met mij en meneer Henley eens of juist helemaal niet (en waarom dan niet, natuurlijk)?

People say that life is the thing, but I prefer reading

1. Lewis Carroll – Alice in Wonderland
Over een meisje dat in Wonderland terecht komt. Ik denk dat we allemaal wel jaloers zijn op haar dat ze daar geweest is. Geweldig boek, vooral vanwege alle bizarre en grappige situaties, zoals een Unbirthdayparty en de waterpijprokende rups. Ooooh, dit boek is echt geweldig gewoon!

2.  Astrid Lindgren – Ronja de roversdochter
Ja, ik hield wel van avonturenboeken toen ik jonger was. Ronja is een roversdochter (had je misschien al geraden) die vlucht samen met de zoon van de concurrent-rover! Oei, dat kan natuurlijk niet. Er is trouwens ook een televisieserie/film van gemaakt, die is ook erg leuk!

3. J.K. Rowling – Harry Potter
Ja duh, klassieker. Ik ga niet eens vertellen waar het over gaat, want als je dat niet weet, dan moet je je schamen!

4. Jacques Vriens – Meester Jaap
Jacques Vriends is sowieso een geweldige schrijver en heeft nog meer leuke boeken geschreven, maar de boeken over meester Jaap waren misschien wel het leukste. Had ik maar meester Jaap gehad op de basisschool…

5. A.A. Milne – Het huis in het Poeh-hoekje
Geweldig. De verhalen, de personages, de humor. Koop het. Nu!

6. Tonke Dragt – De brief voor de koning
Eén van mijn favoriete jeugdboeken en ik moet bekennen dat ik hem een paar jaar geleden weer herlezen heb. Het gaat over een ridder to be, Tuiri, die een brief aan de koning moet geven. Dit gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Heerlijk boek met spannende avonturen, zowel leuk voor jongens als voor meisjes!

7. Francine Oomen – Hoe overleef ik-serie
Misschien is het niet heel geloofwaardig wat Rosa (de hoofdpersonage in deze serie) allemaal is overkomen, maar dat maakt niet uit. Als puber (in wording) heb je behoefte aan informatie over zoenen, jongens en andere problemen en daar is deze serie erg geschikt voor!

8. Laura Ingalls Wilder – de serie van Het kleine huis
Hoewel ik de serie op tv echt geen drol aan vind, heb ik met veel plezier de boeken gelezen.  Ik vond het wel iets romantisch hebben: een vader die het huis zelf bouwt, heel erg blij zijn met een paar cent waar je snoep van kunt kopen, dat soort dingen. Voor de mensen die het niet kennen: het is een serie gebaseerd op het leven van Laura Ingalls Wilder (in het Middenwesten van de VS, aan het eind van de negentiende eeuw) en gaat eigenlijk over het dagelijkse leven toen. Ik kan niet uitleggen wat ik er zo leuk aan vond/vind, maar ik genoot er echt van om het te lezen!

9. Annie M.G. Schmidt – Jip & Janneke
Wie is er niet voorgelezen uit dit boek? Ik in ieder geval wel. Ook leuk vanwege de zwart-witte tekeningetjes van Fiep Westendorp.

10. Roald Dahl – Sjakie en de chocoladefabriek
Roald Dahl is een geweldige schrijver. Eén van zijn beste boeken vind ik Sjakie en de chocoladefabriek. Ook op Sjakie ben ik erg jaloers als chocoladeliefhebber.

Zo zijn er natuurlijk nog veeeeeeeeel meer kinderboeken die leuk zijn, maar daar komt in de toekomst misschien nog een blogje over.

Welke boeken las jij toen je klein(er) was?

Interview: Florence Tonk, schrijfster van ‘Blijf bij ons’

In samenwerking met Not Just Any Book mocht ik het boek ‘Blijf bij ons’ van Florence Tonk lezen en de schrijfster interviewen. Heel erg leuk!

Allereerst een korte samenvatting van het boek: Emma emigreert naar Kiev in Oekraïne vanwege het werk van haar vriend Rogier.  Ze kan daar echter niet aarden en besluit om in de datsja (een huisje op het platteland) die Rogier voor hen gekocht heeft te wonen. Langzaam maar zeker leert ze de inwoners van het dorpje beter kennen. Het zorgt voor vriendschap, liefde, maar ook onbegrip en verdriet.

Ik vond het een interessante roman om te lezen. Hoe verder ik in het boek kwam, hoe meer ik wilde weten wat er zou gebeuren. Wat dit boek vooral interessant maakt, is dat je er ook nog wat van leert. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik weet bar weinig van Oekraïne, laat staan van het platteland daar. Ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan dat de invloed van de Sovjet-Unie er nog steeds is, hoeveel het niet meer bestaat.

Dat het boek zich in Oekraïne afspeelt, is niet zomaar. De schrijfster, Florence Tonk, heeft namelijk een reisbeurs gekregen voor het schrijven van dit boek: ‘Ik heb een stimuleringsbeurs en een reisbeurs gekregen om nog eens terug te gaan naar Oekraïne, waar ik in 2006 een jaar heb gewoond. Dat jaar in Oekraïne was onvergetelijk. Ik heb Russisch geleerd, veel mensen ontmoet, door het land gereisd en tegelijkertijd ontzettend veel gelezen over de geschiedenis van Oekraïne. Al die ervaringen bij elkaar gebruikte ik als achtergrondmateriaal voor de roman.’

Hoewel Emma in het boek met (meestal) veel plezier in een datsja op het platteland woont, zou Florence dat zelf niet willen: ‘Nee daar ben ik een te grote lafaard voor. Of ik heb een te grote fantasie. Ik heb er wel veel gelogeerd bij Oekraïense vrienden op het platteland, maar alleen in zo’n huisje slapen: mij niet gezien.’

‘Blijf bij ons’ is Florence’s eerste roman en het schrijven ervan vond ze niet altijd even makkelijk: ‘De deur dicht doen vond ik het moeilijkst. Stephen King schreef een boek over schrijven, ‘On Writing’. Een van zijn gouden tips is: Schrijf altijd met de deur dicht. Dat wil zeggen, al die mensen, lezers, andere schrijvers, mogelijke critici die figuurlijk over je schouder meelezen, sluit ze buiten en ga aan het werk. Doe de deur pas weer open als het boek bijna af is. Ik liet de deur in het begin vaak op een kier en dat kon me dan in de weg zitten.’

Hiervoor heeft Florence ook nog een gedichtenbundel (Anders komen de wolven) geschreven. Kiezen tussen schrijven en dichten kan ze echter niet: ‘Ik kan niet kiezen. Het zijn twee totaal verschillende dingen. Poëzie is emotioneler, meer muzikaal maar ook weer heel erg gedisciplineerd en geconcentreerd werken met taal op de vierkante millimeter. Fictie is monnikenwerk, kilometers maken, maar ook heel fijn om te doen als je in een ‘flow’ terechtkomt.’

Momenteel is ze bezig met een tweede gedichtenbundel die over familie gaat, de verschillende levenscycli van het gezin.
En dan als laatste nog een paar tips voor mensen die schrijven: ‘Kilometers maken, heel veel schrijven, heel veel lezen. En niet te snel tevreden zijn.’

Zou jij Blijf bij ons willen lezen?

Ik ben iemand, niemand en honderdduizend

Eén van de vakken die ik volg, is Historische Avant-Garde en Modernisme. Mijn lievelingsvak (of klinkt dat heel erg basisschoolachtig?). Nu is dat niet zo heel moeilijk, aangezien ik maar drie vakken heb en twee ervan niet zo superduper zijn, maar toch. Eén boek dat we voor dit vak moesten lezen, was Iemand, Niemand en Honderdduizend van Luigi Pirandello. En daar komt mijn inspiratie voor dit blogje vandaan.

Hoofdpersonage is Vitangelo Moscarda. Op een dag bekijkt hij zichzelf in de spiegel en merkt zijn vrouw op dat hij een scheve neus heeft. Oeiiii. Sowieso kun je dat soort dingen maar beter voor je houden, maar deze opmerking heeft wel erg desastreuze gevolgen.  Moscarda had namelijk nog nooit opgemerkt dat hij een scheve neus had. En het zet hem aan het denken.
Anderen zien hem blijkbaar anders dan hij zichzelf ziet. Hij kan zichzelf nooit zien zoals anderen hem zien (probeert hij wel, maar dat mislukt). Het gevolg? Een enorme identiteitscrisis en iedereen om hem heen denkt dat hij gek is.

Goed, Laura, wat is nou eigenlijk je punt? Mijn punt is: wij hebben een identiteit. Maar die identiteit bestaat uit allemaal stukjes. Ik ben niet dezelfde persoon bij mijn vrienden als bij mijn familie. Natuurlijk, ik ben nog steeds Laura bij beiden, maar op een andere manier. Zo kun je bijvoorbeeld bij je vrienden heel spontaan en uitgelaten zijn en bij je familie wat rustiger. Kortom: je bent meerdere personen tegelijk. Je bent een vrouw, een moeder, een dochter, een vriendin, een collega (of voor de mannen: een man, een vader, een zoon, een vriend, een collega). En al die rollen samen vormen jou, jouw identiteit.

Wat zijn we dus? We zijn iemand (dat is waar je vanuit gaat), maar als je erover na gaat denken: misschien ben je wel niemand (ik kan nooit volledig mezelf zijn, omdat ik bij iedereen weer anders ben). En de geruststellende conclusie? Ik ben honderdduizend. Ik ben bij iedereen weer anders en dat alles vormt mij (dus ben ik gelukkig toch weer iemand).

Dus vertel: noem eens een paar rollen die jij hebt. Hoe verschilt jouw gedrag wanneer je op je werk bent of wanneer je thuis bent? En wat ben jij eigenlijk: iemand, niemand of honderdduizend?

Dirk-Jan

Dat ik een beetje gek ben, weten jullie al. Maar vandaag is daar nogmaals een bewijs van.

Wat doe je als je eigenlijk je presentatie moet voorbereiden, maar je daar geen zin in hebt? Precies, dan ga je op een andere manier literair verantwoord bezig zijn, want daar ben je student Literatuurwetenschap voor.
Die dag ervoor had ik namelijk geleerd over collages, de kalligram en het futurisme. En over iets anders. Er werd namelijk ook verteld over de zogeheten cut-up technique.
De wat? Ja, de cut-up technique. Het is niet moeilijk, je hoeft er niet voor op de universiteit te zitten en zelfs de middelbare school is niet noodzakelijk. Het enige talent wat je moet hebben, is voor knippen en plakken.
Ik zou de cut-up technique dan ook graag willen introduceren op de basisschool.

Maar goed, nu heb ik het nog steeds niet uitgelegd: men neme een willekeurige tekst (liefst alledaags, zoals een krant) en men knipt de woorden eruit. Van die woorden maak je iets nieuws. En klaar is uw gedicht of verhaal.

Literair als ik ben (u mag kuchen), wilde ik dit natuurlijk uitproberen. En dat deed ik, geheel studentikoos. Ik pakte namelijk de Mare (studentenkrant in Leiden), zoals te zien op het plaatje.
Ik koos voor een artikel met een titel waar ik mijn mening uiteraard niet over zal verkondingen: ‘De politie is ssslecht!’


U kunt klikken voor een grotere foto.

En toen begon het knippen. Ik kan u vertellen: dat is zo makkelijk nog niet. Probeer maar eens één enkel woord uit de krant te knippen in plaats van heel het artikel: geen eenvoudige klus. En daarna werd het er ook niet makkelijker op. Want wat ga ik er in hemelsnaam van maken? Het punt is: je kan er niet van maken wat je wil, want je bent beperkt door de woorden die in het artikel gebruikt worden.
Maar, vol trots, kan ik vertellen dat het is gelukt. Een hoogstandje is het niet, misschien maar een klein beetje grappig. Maar wat een prestatie zeg (*applaus*), want echt: het is moeilijker dan het lijkt.

Het gedicht noem ik hierbij ‘Dirk-Jan’ en mijn gedichtenbundel is binnenkort verkrijgbaar in de betere boekenwinkel. En ja, voor de mensen die behoefte hebben om het gedicht te analyseren: dit gaat uiteraard over één van de moeilijkste en tevens pijnlijkste activiteiten ter wereld (versieren), gekoppeld aan de diepzinnige gedachte van een supermarkt in Sneek.

Dus: verveel je je nou enorm erg en heb je de enorme behoefte om literair verantwoord bezig te zijn, maar geen zin om te schrijven of om een boek te lezen en verlang je bovendien terug naar de basisschool? Zie hier de oplossing.