Na al een jaar in Oegstgeest te hebben vertoefd, heb ik dan eindelijk mijn lijfboek gelezen: Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers. Van een aantal lezers kreeg ik een standje, omdat het zo lang heeft geduurd, maar ik er wel steeds literaire grapjes over heb gemaakt. Mijn smoesjes:
1. Het boek komt uit 1965 en is dus niet heel makkelijk verkrijgbaar (plus geen geld enzo).
2. In de derde (of tweede?) moesten we bij Nederlands Kort Amerikaans lezen van Jan Wolkers. Daardoor liep ik een Jan Wolkers-trauma op (en daar kon het lieve programma ‘De achtertuin van Jan Wolkers’ bij Villa Achterwerk echt niet tegenop). Waarom? Hmm, hoe zal ik het uitleggen. Vier woorden: seks met een standbeeld. Bah. Dat zegt wel voldoende, denk ik zo.
Maar goed, je bent een Oegstgeestenaar/Oegstgeestenees/Oegstgeester (IEMAND VERTEL ME WAT IK BEN) of je bent het niet. Bovendien moest ik wel bovenstaande foto kunnen whatsappen als mensen vroegen wat ik ging doen.
En dan komt nu, tadadadadadadum, het oordeel van uw Oegstgeestse (???) literatuurwetenschapper: ik verwachtte het ergste na Kort Amerikaans, maar het viel reuze mee. Het boek is makkelijk te lezen, ik vond het interessant en er komt verrassend weinig seks in voor (‘Wat?! Is dit wel echt een boek van Jan Wolkers?!?!). Blij word je er echter niet van. Het is gebaseerd op Wolkers’ jeugd afgewisseld met fragmenten waarin de hoofdpersoon (die ook Jan heet), ja ja, terug naar Oegstgeest gaat. Een grote rol in het boek speelt de christelijkheid van de ouders, de interesse voor dieren en de dood van één van de broers. Wat ik vooral mooi vind, zijn de beschrijvingen van de landschappen.
Als je in Oegstgeest woont, moet je het zeker weten lezen (de herkenning!), maar anders is het ook een mooi boek. Aanrader dus!