De beste verslaving die er is

wauwie
Doe mij deze boekenkast maar (is bij mijn oude stage).

Je weet dat je boekverslaafd bent als je:

– Niet meer weet waar je al die boeken moet laten (maar no way dat je ze weg doet!).
– Je salaris eerst besteedt aan boeken en dan pas aan je huur.
– To read-list meer pagina’s beslaat dan de Bijbel.
– Vroeger op verjaardag niet sociaal deed, maar alleen aan het lezen was (kan ik nu helaas niet meer doen, wordt niet geaccepteerd).
– Al lopend leest, want je MOET weten hoe het hoofdstuk afloopt.
– Een boekenkast wil zoals in Belle en het Beest.
– Geen dag zonder lezen kan, al is het maar de achterkant van de shampoofles.
– Iedereen om je advies vraagt.
– Altijd aan het maximale aantal boeken dat je kunt lenen zit bij de bibliotheek.
– Meer dan één boek per week leest.
– Literatuurwetenschap hebt gestudeerd.

De romantische school

20140602_191905

De afgelopen week heb ik dit boek in de trein gelezen.
‘Gadver,’ zul je misschien denken. ‘Dat vind ik helemaal niets voor jou, Laura, zo’n seksromannetje.’
Nou, lieve lezer, dat klopt, dat is helemaal niets voor mij. Gelukkig is dit ook niet zo’n bouquetding. Dit is een filosofische roman.

‘Sorry hoor,’ denk je nu. ‘Ik weet dat je flink kan overdrijven, maar dit gaat te ver.’
Heus, het is waar. Alain de Botton is een Britse filosoof en dit is zijn roman. Het verbindt liefde aan filosofie (wat ergens dubbelop is, want filo is Grieks voor houden van).

Ik HOUD van Alain de Botton (op een platonische manier) en met dit boek flikt hij het weer. Ik vind het knap hoe hij filosofie toegankelijk maakt voor de ‘gewone mens’ (a.k.a. niet-academicus). Het begint als een heuse chicklit met de immer vrijgezelle Alice, die teleurgesteld is in mannen, maar wel een romantische ziel heeft, stiekem. En dan ontmoet ze Eric! Maar in plaats van dat het boek hier afgelopen is, gaat het verder. Er wordt ingegaan op zaken als: hoe kan de macht verdeeld zijn in een relatie? Wie laat je me zijn? Waar willen we bemind om worden?

Voor de afgestudeerde filosoof waarschijnlijk niet heel interessant (ja, dat weet ik al en dat ook en boring), maar des te interessanter als je op een ietwat luchtige manier meer te weten wil komen over de relatie tussen filosofie en liefde.

Twee lessen en een kat

10306479_582816918491794_5913152133886881480_n
Vorige week moest ik op mijn stage het boek De kat van de Dalai Lama door David Michie uitsturen. Op de cover stond een enorm schattige kat, dus het leek me wel leuk om te lezen. En het bleek nog leuker dan verwacht!

Op een luchtige manier en vanuit de ogen van de kat van de Dalai Lama wordt verteld over het boeddhisme. Ik weet daar niet veel van, dus de onderwerpen in het boeken kunnen vast veel dieper worden uitgelicht, maar toch heeft het me iets gebracht. Geen dingen die ik niet al wist, maar meer een extra schijnwerper op wat goed kan zijn.

Ten eerste: we denken teveel aan onszelf, soms zelfs zo veel dat we er ziek van worden. Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken. Maar zo hoort het niet. In plaats van je alleen maar op jezelf te focussen, kun je je beter richten op anderen. Wat kan je doen, zodat anderen gelukkig worden of inzichten krijgen die kunnen leiden tot geluk? En dan niet als beweegreden om extra karmapunten te scoren, maar vanuit een gevoel van barmhartigheid.

Dat is één stap die kan leiden tot geluk, maar ook dit: mensen, omstandigheden en dingen maken ons niet gelukkig, maar wel hoe wij daarover denken. Je kan alles hebben wat je wilde en tóch niet gelukkig zijn. En dat komt doordat je mensen, omstandigheden en dingen (hoe triviaal die ook zijn) invloed laat zijn op je humeur.

Ik zal niet opeens altijd supergelukkig en behulpzaam en barmhartig zijn, maar toch is dit boek een stap in de goede richting. Wat een kat toch niet kan betekenen…

Achter de kraam: de Elf Fantasy Fair

20140421_143958

 

20140421_144018

Op de middelbare school ben ik een aantal keer naar de Elf Fantasy Fair geweest (niet verkleed, wat haast een schande is daar, je loopt in ieder geval enorm voor lul in je dagelijkse kloffie), maar vandaag bekeek ik het van de andere kant. Ik was geen toeschouwer, nee, ik stond in een kraam.

Ik had laatst al over het boek Half Zwart van Sally Green geblogd en nu was er tijdens de EFF een hele stand aan gericht! De boekenkasten stonden vol met het boek en ook de rest hadden we in zwart/rood aangekleed (inclusief onszelf). In plaats van langs de kraampjes te lopen, stond ik er nu achter.

Ik keek mijn ogen uit door al die wonderlijk verklede mensen en at ondertussen alle rode en zwarte snoepjes op. Een jongetje kwam erbij staan:
‘Noep!’ zei hij en keek naar het snoep.
‘Neem maar.’ zei ik.
Hij pakte een snoepje, riep nog een keer ‘Noep!’ en ging toen weer bij zijn moeder staan. Wat een schattig kindje!

Gelukkig is het mensen op de EFF opgevallen dat ik famous ben, maar helaas niet op de goede manier.
‘Ben jij de schrijfster van het boek?’ werd er meerdere keren gevraagd.
Boos word ik daarvan. Hoe kun je nou niet weten wie ik ben?
‘IK BEN DE DENKENDE LAURA!’ schreeuwde ik dan ook.
‘Ooooh ja,’ reageerde ze dan. ‘Nu je het zegt, ja.’
Maar handtekeningen gaf ik niet meer.

Het is goed om een keer zoiets mee te hebben gemaakt, want nu weet ik dat ik niet op de markt wil werken (last van mijn beneeeeeen). De volgende keer dat ik naar de Elf Fantasy Fair ga, zit ik niet meer achter een kraam, maar loop ik er langs.
(en pak ik stiekem ‘noep’)

Half Zwart

Half zwart

Voor mijn stage* moet ik uiteraard boeken lezen (jeetje, wat een straf zeg). Eén van de eersten was Half Zwart van Sally Green, een Young Adult/Fantasy-boek. ‘Wat Twilight deed vampieren, zal Half Zwart doen voor heksen.’ stond in het persbericht. Dat joeg me wel angst aan (Heksen die glinsteren in het zonlicht? En betekent dat dat er nóg een film met Kirsten Stewart komt?), maar gelukkig had ik niks te vrezen.

Half Zwart vertelt over Nathan, een half zwarte heks. Dat is erg in een wereld waarin witte heksen de ‘goeden’ (of niet?) zijn en zwarte de ‘slechten’. Heksen kunnen alleen maar hun gave krijgen (bijvoorbeeld toverdrankjes brouwen) als ze op hun zeventiende drie inwijdingsgeschenken krijgen van een familielid en hun bloed drinken. Maar Nathans moeder is dood en zijn vader een beruchte zwarte heks. Bovendien wordt Nathan opgesloten in een kooi.

Half Zwart is onderdeel van een trilogie en god, wat is dat frustrerend. Ik heb het boek in twee dagen uitgelezen en ikmoétwetenhoehetafloopt. Maar dit boek is pas deze maand uitgekomen, dus dat wordt lang wachten. Een aanrader is het in ieder geval!

*Ik blog alleen maar over boeken die ik leuk vind, dus geen zorgen: hier zit geen dwang achter en is volledig mijn eigen mening.

Sjeumig

Ik heb ooit een verhaal geschreven over iemand die Bobje heet (maar door iedereen gelukkig B. werd genoemd) en in een groot drama terecht komt. De hele school (zowel de emo’s, huppelkutjes als de onzichtbaartjes) denken dat ze wiet heeft. Ze krijgt tweeduizend euro van een emo, alleen… ze heeft geen wiet. De emo begint te huilen, waardoor het hele schoolplein onder water kom te staan. En dat is nog maar het begin…

Aan dat verhaal moest ik denken toen ik ‘Sjeumig’ van Pepijn Lanen las.

Ik mocht het boek lenen van Anand, groot liefhebber van rap en ja, daar ken je de naam Pepijn Lanen van, het is Faberyayo van de Jeugd van Tegenwoordig! Normaal heb ik het niet zo op muzikanten die boeken schrijven (denk aan een Madonna), maar aangezien de teksten van de Jeugd van Tegenwoordig geniaal zijn, wilde ik wel een poging wagen.

Het is een verhalenbundel en zo absurdistisch heb je het wellicht nog nooit gelezen. Er komen personages als Bertje de Bever (ook wel Bever Bertje of Bertrand le Bever), Faber Wilhelm en Bierprinses Schuimpje in voor. Af en toe verschijnt er een woordje straattaal, maar dat kan zelfs ik, tatta, begrijpen.

Maar is het een aanrader? Dat weet ik niet. Zeker, ik houd van absurdisme, maar dit is geen boek dat je in één keer uit moet lezen. Leg het naast je bed en lees een verhaal op zijn tijd, maar niet te vaak, want anders ben je de schrijfstijl snel zat. Maar ben je überfan van de Jeugd van Tegenwoordig, dan is dit zeker een goede aankoop voor je verzameling.

De Cirkel

Voor kerst kreeg ik het boek De Cirkel van Dave Eggers en wow, jongens, wat een boek is dat. Het zet je heel erg aan het denken en is daarnaast ook dusdanig spannend dat je het liefst alle 445 pagina’s in één dag zou uitlezen.

Een korte samenvatting: Mae mag gaan werken bij de Cirkel, het machtigste internetbedrijf van de wereld. Dit bedrijf heeft ervoor gezorgd dat iedereen slechts één online identiteit heeft en heeft nog meer plannen in petto. Welke? Lees het boek maar!

Gedachten naar aanleiding van dit boek: word ik wel eens op mijn vingers getikt dat ik teveel bezig ben met mijn telefoon, is dat in dit boek allemaal nog een stapje erger. Ben je ergens naar toe geweest (al is het maar de sportschool of een bezoekje aan je oma), dan móet je het delen met je volgers. Het liefst met foto’s en een paar tings (soort van berichten) en als het kan ook een video. Wat als iedereen je kan opsporen, omdat er overal camera’s zijn? Wat als je hier allemaal niet aan wilt meewerken, maar je wel moet?

Het boek geeft een beeld van hoe de toekomst zou kunnen worden. Waarbij niet alleen de NSA weet dat jij gegoogeld hebt op ‘zwangerschapsverschijnselen’, maar de hele wereld dat kan zien. Waarbij die ene sexy foto die je maakte voor je scharrel nooit verwijderd kan worden. Waarbij je altijd weet waar iedereen is.

Natuurlijk hoeft het niet zo te zijn in de toekomst. Maar het zet je wel aan het denken. Is het echt nodig om van elk aspect van je leven een foto te maken (hallo Instagrammers)? Waarom whatsappen met je vriendin als je ook kunt bellen of beter nog: elkaar in real life kunt zien. Is privacy op het internet überhaupt mogelijk?

Het is geen boek om vrolijk van te worden, maar ik kan het jullie sowieso aanraden. Het zet je in ieder geval aan het denken en wellicht plaats je minder vaak Instagramfoto’s van je havermoutontbijt (ik hoop het!).

Ton Rozeman – Wat ik van liefde weet (+ winactie!)

Rozeman, Tom. Wat ik van liefde weet

Ton Rozeman leerde ik kennen op Manuscripta waar hij een workshop korte verhalen gaf. Het viel me al meteen op dat het een rustige, vriendelijke man is, die nadenkt over zijn woorden voor hij ze uitspreekt. Ik besloot hem te interviewen voor de serie ‘Wie schrijft die blijft’  en heb ook een keer zijn boek over korte verhalen schrijven verloot. Nu heeft hij een nieuwe verhalenbundel geschreven, ‘Wat ik van liefde weet’ en daar zal ik jullie wat meer over vertellen!

De bundel begint al met een geweldige zin: ‘Soms wil ze dood, soms wil ze een kind van je.’ Het klinkt veelbelovend en maakt ook de beloftes waar. Ton Rozeman schrijft ogenschijnlijk eenvoudig, maar als je het verhaal uit hebt, besef je dat er meerdere lagen inzitten. Je krijgt als lezer veel ruimte om dingen toe te voegen, wat zorgt voor diepgang.

Helaas worden verhalenbundels veel minder gelezen dan romans. Toch zou je het moeten doen, volgens Rozeman: “Korte verhalen gaan over de essentie, maar dan wel een essentie die zich niet laat benoemen, over een essentie die zich in het echte leven nauwelijks laat betrappen. In een kort verhaal is het er even, in een glimp, vanuit een ooghoek. Wil je het benoemen, dan is het meteen weg.”
Zelf noemde ik het iets wat je makkelijk tussendoor kan lezen, omdat het minder tijd in beslag neemt. Ton reageert er zo op: “Als een kort verhaal een tussendoortje is, dan is het wel een heel essentieel tussendoortje, eentje waarin de film van een leven wordt stilgezet zodat we heel nauwkeurig kunnen aanschouwen waar we anders aan voorbij gaan. En waar we misschien ook wel bang voor zijn.”
Waarom is het thema liefde? En waarom staan er geen positieve verhalen over de liefde in? Ton: “Ik denk dat de verhalen aandachtig iets blootleggen, dat ze iets laten zien waar we gewoonlijk niet de moeite voor willen doen om het te zien. Misschien omdat het pijnlijk is. Maar het is wel positief er aandacht aan te geven. Echte aandacht en echte bereidheid kunnen liefdevol zijn. Misschien is dat wel liefde: durven kijken.”
Het is dus een verhalenbundel om over na te denken of zoals Ton het zelf zegt: “Een verhalenbundel voor een blik op onszelf en op elkaar.”

Als je meer wilt lezen over de totstandkoming van de verhalen kun je Tons blog lezen.

Ik kan het jullie zeker aanraden om deze bundel te lezen. Gelukkig mag ik er eentje weggeven. Als je wil winnen, vul dan een geldig e-mailadres in en zet duidelijk in een reactie dat je meedoet. Na een week zal ik via random.org iemand uitkiezen en ontvangt de winnaar een mail.

De citatenoogst (5)

De afgelopen tijd en ook daarvoor en ook daarvoor etc. heb ik boeken gelezen (‘Dat meen je niet.’ Ja echt waar). En in die boeken staan dingen (‘Nu ga je te ver.’) en sommige citaten wil ik met jullie delen.

1. Connie Palmen – I.M.

Heel mooi boek over een liefde die ik niet goed kan begrijpen, maar daarom des te interessanter is.

Schrijvers, acteurs, entertainers, dansers, dichters en hoeren, ze begeven zich allemaal op het immense podium waar de wet van het alsof regeert. Ze doen dit omdat alleen het alsof hun de mogelijkheid biedt om de waarheid te zeggen. Op het podium van de fictie is de onthulling van de waarheid niet bedreigend of teleurstellend, want fictie maakt de schrijver en de speler onaantastbaar, juist omdat ze de pretentie van de waarheid hebben laten varen. 

Veel stukken gaan ook over het schrijven zelf, waaronder deze. Ik had hier nooit over nagedacht, maar het is wel zo. Je kan als schrijver doen alsof en dat is het fijne eraan.

2. Toine Hermans – Op zee

Dit is echt een geweldig boek. Het is heel simpel geschreven, maar toch zit er een diepere laag achter. Bovendien wordt het boek ondersteund door hele mooie tekeningen. Een aanrader!

Maria is een stevig kind. Ik heb haar niet vaak angstig gezien. In elk geval kent ze geen volwassen angst, die kan knellen om je hoofd. Kinderangst is anders. Die is eenvoudig te verjagen. Als een lamp die je aan- en uitknipt; je zingt een liedje of verzint een verhaal, dan moet ze lachen en slaapt ze in.
Echt bang word je later pas. 

Dit zette me aan het denken over hoe ik vroeger was. Inderdaad kun je als kind wel bang zijn, maar als volwassene is bang zijn heel anders, meer realistisch. Het gaat niet zomaar weg.

3. John Green – The fault in our stars

Ik was natuurlijk de laatste persoon op aarde die een boek van John Green las, maar ik heb het gedaan. En ik heb er absoluut geen spijt van. Ik wil meer lezen!

AUTHOR’S NOTE

This is not so much an author’s note as an author’s reminder of what was printed in small type a few pages ago: This book is a work of fiction. I made it up.
        Neither novels or their readers benefit from attempts to divine whether any facts hide inside a story. Such efforts attack the very idea that made-up stories can matter, which is sort of the foundational assumption of our species.
        I appreciate your cooperation in this matter. 

Dit staat in het begin van het boek en daar ben ik heel blij mee. Het heeft iets te maken met mijn scriptie en ik ga dit waarschijnlijk ook als motto gebruiken. Maar daar horen jullie wel meer over als hij af is!

4. Tessa de Loo – Verraad me niet

Ik las dit boek en dacht in eerste instantie dat ik een kinderboek/young adult-boek aan het lezen was. De taal is eenvoudig en het verhaal ook. Wat het echter leuk voor mij maakte, waren de filosofisch-achtige gedachten die erbij zaten. Deze komen overigens van een jongen van dertien.

Maar was het niet beter het wel te weten? Dat was de grote vraag die zich aan hem opdrong. Was het beter een waarheid te kennen die je ongelukkig maakte, dan tevreden te leven in bedrieglijke onwetendheid? Dit filosofische vraagstuk ging ver boven zijn macht en hij wierp zich van zijn ene zij op de andere zonder een antwoord te vinden.

Dat is een lastige. Zelf denk ik dat ik liever voor het eerste ga. Het is vreselijk om er later achter te komen dat iemand tegen je heeft gelogen.

Die vanzelfsprekendheid waarmee hij zich altijd aan de slaap had overgegeven, was spoorloos verdwenen. Er stond nu een wachter aan de poort van slaapstad, die streng selecteerde wie naar binnen mocht en wie niet. Meestal waren het vooral oude en zieke mensen die niet toegelaten werden, maar sinds kort wist Michiel dat er een derde categorie was, die van de tobbers. 

En deze, omdat hij zo herkenbaar is. Piekeren is niet fijn.

Stuk voor stuk aanraders, dus hoppa, lezen jij!

De boekenkast van een literatuurwetenschapper is om je voor te schamen

boekenkastvaneenliteratuurwetenschapper

Dit is mijn boekenkast. De meeste van mijn boeken staat er niet in, want die liggen bij mijn ouders. Het heeft me enorm veel lef gekost om deze foto online te zetten. U moet weten: mijn boekenkast is niet perfect. Ten eerste is het een Billy of iets anders Zweeds dat iedereen in de kamer heeft staan. Een Billy (of andere Zweed) doet goed zijn werk, maar echt design is het natuurlijk niet. Hij is ook een beetje magertjes, het is niet de bibliotheekzaal uit Belle en het Beest (daar moet ik nog een paar jaar op wachten).

En dan die boeken. Ja, dat is toch erg. Het meeste is echte Literatuur, met een dikke, vette L. Pretentieus gedoe zeg. Elitair ook. Kijk mij eens slim zijn en Russische schrijvers snappen, dat soort geneuzel. Oh, je studeert Literatuurwetenschap? Pff, alsof je daar iets mee kan. Ja, bij de McDonald’s werken. Nou, kom daar maar niet aan met de auteur La mort de l’auteur van Barthes (eerder de dood van de literatuurwetenschapper) hoor. Zo’n hekel aan dat soort mensen. Alsof er iets mis is met Vijftig Tinten Grijs en chicklitsromans. Lezen is bedoeld om te ontspannen. Op een roze e-reader. Echte boeken van papier zijn hopeloos ouderwets.

Goed, zo’n boekenkast staat er dus eigenlijk maar voor de sier, want e-books, maar toch. Dan moet je het wel goed doen. Mijn boeken staan dus niet op kleur gesorteerd. Ja, ik schaam me kapot. Hoeveel moeite kost dat nou, een uur of twaalf? Dat is niets voor een stukje esthetiek. Wat maakt het nou uit dat het niet praktisch is? Schoonheid gaat voor alles.
Dat ze dan niet op kleur zijn gesorteerd, nou vooruit, maar nog niet eens op alfabetische volgorde? Het staat verdomme maar een beetje door elkaar heen, horizontaal, verticaal, op zijn kop. Het ziet er niet uit!

Nee, met zo’n boekenkast kan ik dus echt niet aankomen in de bloggerswereld. Ik ga toch maar kijken of ik ergens twaalf uur vandaan kan halen om de boeken op kleur te zetten, anders hoor ik er straks niet meer bij…