We all have stories to tell

Bron

Verhalen zijn belangrijk voor mensen. Veel dingen die belangrijk voor ons zijn, dragen verhalen in zich. Bij literatuur natuurlijk, maar ook kunst en religie. Als we roddelen vertellen we verhalen, net zoals de media doen.

Waarom zijn verhalen zo belangrijk voor ons? Ze leren ons iets. Het levensverhaal van je oma, inclusief fouten, kan jou leren om niet dezelfde vergissingen te maken. Het verhaal van je beste vriendin dat ze heel verdrietig is zonder dat iemand dit weet, kan ervoor zorgen dat jij heel anders naar haar gaat kijken.
Daarnaast vertellen we ook verhalen vanwege het plezier. Denk aan televisie, strips, muziek, boeken etc. We komen zo in andere werelden terecht, werelden die soms niet eens bestaan.

Als je erover gaat nadenken, zitten overal verhalen in, gaat alles over verhalen. In de natuur, mensen, het leven.

Nee, we kunnen niet zonder verhalen. En dat vind ik helemaal niet erg.

Mijn leven is een spannend boek

Bron

Soms denk ik erover na. Hoe zou ik zijn over tien jaar? Zou ik getrouwd zijn, kinderen en een leuke baan hebben, zijn de meeste van mijn dromen dan vervuld? En waar ik ook nieuwsgierig naar ben: hoe zie ik er dan uit? Misschien ben ik dan wel dik. Of heb ik kort haar (laten we in beide gevallen hopen van niet, niet dat ik kort haar niet mooi vind, maar wel bij mezelf met mijn bolle toet haha).
Ik kan me nog wel herinneren dat ik me afvroeg hoe ik zou zijn als ik achttien was. Maar ik kan me eigenlijk niet herinneren hoe ik zou willen dat ik was.

Soms is alles stom. Familie, vrienden, school, werk, de hele wereld, alles gaat slecht. Misschien zelfs zo slecht dat je meer naar de dood dan het leven verlangt. Ik kan niet veel doen om die wens bij iemand te veranderen, maar misschien helpt deze gedachte die ik soms heb: mijn leven is een spannend boek en ik wil weten hoe het afloopt. Ik wil weten hoe ik over tien jaar ben. En als ik dood ga, dan zal ik dat niet te weten komen. Mijn leven is bovendien een spannend boek dat ik zelf schrijf en ík bepaal wat er gaat gebeuren. Dus ik zal er wel voor zorgen dat ik nu, maar ook over tien jaar tevreden ben!

Natuurlijk houd dit zelfmoordgedachtes niet tegen, jullie moeten me niet verkeerd begrijpen, maar misschien zorgt het bij sommigen voor een nieuw inzicht.

Hoe denk of hoop jij dat je bent over tien jaar?

Mensen komen en gaan

Bron

Denk aan een jaar terug. Wie ken je nu allemaal die toen nog onbekenden voor je waren? Bij mij zijn dat vooral studiegenoten, want een jaar geleden begon ik met studeren. Hoe raar is het dat ik ze toen nog niet kende en nu elke week zie (oké, nu even niet, omdat het vakantie is, maar jullie begrijpen me wel.

Of het vriendje. Ik heb hem anderhalf jaar geleden ontmoet. Ik had toen nooit kunnen bedenken dat hij deel uit zou maken van mijn leven. Toen ik hem zag, had ik er geen idee van dat ik hem ooit zou kussen, laat staan dat hij mijn vriend zou worden!

En zo kun je verder en verder bedenken. Iemand die een paar jaar geleden nog een volstrekt vreemde voor je was, is nu je beste vriendin met wie je lief en leed deelt. Hoe raar is dat? Mensen komen en gaan in je leven, maar vooral dat komen is voor mij iets ongrijpbaars. Zijn die ontmoetingen toevallig? (‘Als ik zus of zo niet had gedaan, had ik hem dan wel ontmoet?’) Of zit er wat achter? En zo ja, wat en wie zit er dan achter?

En andersom: die vrouw die nu langs jou loopt op straat, zij had een hele goede vriendin van je kunnen zijn. Ze had je kunnen aanstoten, waarbij jij op de grond viel en voor je het wist, zat je elke week met haar aan de koffie. Maar omdat jij op dat moment net een stap opzij deed, is dat nooit gebeurd.

Of mensen die nu in je leven zijn: ongetwijfeld zullen ze niet voor altijd in je leven zijn, tenminste, niet allemaal. Maar wie dan? Misschien wel die ene vriend waarvan je zéker weet dat jullie voor altijd vrienden zullen blijven. En misschien wordt die vervelende collega wel je buurman en zit je voor jaren aan hem vast (oké, dit voorbeeld is niet heel geloofwaardig, maar ik weet even niet anders haha).

Dit zijn dingen waar ik wel eens over na denk en ik kan er geen vat op krijgen. Het is ongrijpbaar en onbegrijpbaar. Mensen komen en gaan, dat is zeker. Maar wie is de vraag.

Van wie ben jij blij dat je hem/haar hebt ontmoet?

No regrets

Bron

‘Had ik maar…’
Een zin die bij iedereen geregeld door het hoofd gaat. Vaak gaat dat over dingen die je niet had gedaan. Had je maar wél iets gezegd van die jongen met zijn harde muziek in de trein, was je maar wél naar dat feest gegaan. Je kan jezelf wel slaan en het blijft maar door je hoofd malen.

Stel je voor, je bent negentig. Je voelt dat je niet meer lang te leven hebt en gaat je leven overdenken. Allerlei gedachten schieten door je hoofd: waarom ben ik niet naar Amerika gegaan, terwijl ik dat zo graag wilde? Waarom heb ik nooit aan hem verteld wat ik van hem vond, waarom heb ik niet meer tijd doorgebracht met mijn familie en vrienden?

Deze situatie moeten we vermijden. Ik wil op mijn negentigste terugdenken aan mijn leven waarin ik alles heb gedaan wat wilde (behalve onmogelijke dingen, zoals vliegen natuurlijk). Ik heb alles van de wereld gezien wat ik wilde zien, al mijn dromen waargemaakt. Ik heb geleefd.

Waar heb jij spijt van dat je niet hebt gedaan?

Laura het kuddedier

Bron

Ik heb een keer iets geschreven over Hyves. Hoe belachelijk het was. Dit schreef ik:

Eigenlijk kan iedereen het. Profiel aanmaken (Wel een leuke naam verzinnen natuurlijk! Zoals: l0v3_lAuRaH), foto’s opzetten (waarop jij met je vriendje, vrienden of bekende Nederlander opstaat) en heel, héél veel vrienden toevoegen. Want daar gaat het eigenlijk alleen maar om; hoeveel hyvesvrienden je hebt. Of je ze nou kent of niet, dat maakt eigenlijk niet uit. Als je maar weet dat je er niet bij hoort, als je slechts 120 vriendjes hebt!

Nee, ik zou echt nooit Hyves aanmaken. Drie keer raden wat ik nu heb. Om de foto’s van de Romereis met school te kunnen zien (iemand had die op Hyves gezet), moest ik er wel één aanmaken. En tot op de dag van vandaag bestaat hij. Verslaafd raakte ik eraan. Een krabbel hier, een krabbel daar. Natuurlijk elke dag even een wiewatwaar invullen. Tegenwoordig gebruik ik het amper meer.

Ik was niet zo tegen Facebook, maar wel tegen Twitter. Waar sloeg dat nou op? Waarom zou ik tegen mensen vertellen wat ik vandaag gegeten heb en of ik mijn tanden heb gepoetst. Dat kan toch niemand interesseren?
Maar toen nam ik een blog. En zei het vriendje dat Twitter daarvoor wel handig was. En hij heeft gelijk. Ik geef het toe: ik ben twitter-verslaafd.

Conclusie? In het begin ga ik keihard in tegen dergelijke social media-trends. Maar uiteindelijk ben ik gewoon net zoals de rest. Een kuddedier.

Past, present, future

Denk je weleens terug aan het verleden? Natuurlijk doe je dat. Waarschijnlijk elke dag wel een paar keer.
Je ziet een oud klasgenootje op straat en opeens zit je weer op de basisschool en ben je tien jaar oud. Of je hebt iemand al heel lang niet meer gesproken en je denkt met weemoed terug aan de leuke tijd die jullie hadden. Het is allemaal al voorbij.

Het is raar. Je hebt al zoveel achter de rug en de meeste dingen ben je al vergeten. Of kun jij je eerste stapjes nog herinneren? Wat als je alles wéér moest doen, wat zou je veranderen? Het verleden is al voorbij. Maar in de toekomst gaan er nog veel meer dingen gebeuren. En dat is ook raar, want je weet niet wát er gaat gebeuren.

Stel je voor, je bent met iemand aan het praten. Je vraagt iets aan diegene. Op dat moment weet je nog niet wat de ander gaat zeggen. Dan geeft de ander antwoord en dan behoort het tot het verleden. In tien seconden is de toekomst verleden geworden.
Je weet niet wat er komen gaat, maar daardoor leven we verder. We willen weten wat er gaat gebeuren.

En het verleden heeft jou gemaakt tot wie je bent. Ook de gebeurtenissen die jij je niet meer kan herinneren. Hoe zou je geweest zijn als je die ene vriend niet had ontmoet? En wat was er gebeurd als je ouders toch hadden besloten om te verhuizen?

Raar iets is het, het verleden. Gelukkig weet Robert Goddard (een schrijver, nee, ik ken hem ook niet) het wel goed te verwoorden: ‘Het verleden is een kamer waarvan je pas beseft dat je eruit bent, als je de deur achter je dicht hoort slaan.’

We stoppen iedereen in hokjes, vakjes

Je zit op een bankje in het park en er lopen veel mensen voorbij.

‘Emo.’ denk je bij dat meisje met die zwarte kleding.
‘Chagrijnig mens.’ is je gedachte bij de vrouw die niet teruglacht, als jij naar haar glimlacht.
‘Player.’ bij die jongen met al die meisjes om zich heen.
Geef toe, ik doe het en jij ook. We hebben allebei onze stereotypen bij ons en stoppen mensen binnen een paar seconden in een vakje (een liedje dat hierover gaat en daar verwijst de titel ook naar, is ‘Hokjes vakjes’ van Elly & Rikkert).

Ik zal het er niet over hebben hoe slecht dit eigenlijk is, maar iets anders: in welk stereotype/hokje word jij meestal gezet? En waarin wijk je er vanaf? Wat verwachten mensen niet van jou? Want zo’n hokje is nooit helemaal op maat gemaakt voor jou, dus het kan niet anders dan dat je er op de één of andere manier vanaf wijkt.

Ik heb even aan het vriendje gevraagd in welk hokje ik zou passen en waarin ik er vanaf wijk. Hij zei dat ik dromer gedefinieerd kan worden. Maar waarin ik er vanaf wijk, is dat ik tegelijkertijd de controle over dingen wil hebben. Ik wil zekerheid, een planning hebben, voordat ik eraan begin. En eerlijk is eerlijk: hij heeft gelijk.
Verder denk ik dat ik soms misschien afstandelijk over kan komen, omdat ik verlegen ben. Dit weet ik overigens niet zeker, maar het zou best kunnen kloppen. In ieder geval, dat klopt niet (Hoop ik! Kan iemand die mij in real life kent dit alsjeblieft bevestigen dat ik niet afstandelijk ben!).

Dus nu de vraag aan jullie: in welk stereotype/hokje word jij meestal geplaatst en waarin wijk je er vanaf?

Echte liefde

Bron

Hij ondersteunt haar, terwijl ze gaat zitten op het bankje
‘Pfff.’ klinkt het uit haar mond.
Hij glimlacht naar haar en gaat naast haar zitten. Hij slaat zijn arm om haar heen, want ze rilt van de kou. Ze sluit haar ogen even.
‘We moeten niet vergeten zo brood te kopen he?’ zegt ze.
‘Nee, dat moeten we niet vergeten.’ zegt hij.
Als ze uitgerust is van de wandeling staan ze weer op. Terwijl ze stapje voor stapje vooruit schuifelen, houdt de oude man de hand van zijn vrouw vast.

Zo’n tafereeltje komt je waarschijnlijk wel bekend voor. Soms zie ik ze ook, de bejaarde stelletjes. Ze mopperen niet en lopen niet demonstratief een meter uit elkaar. Nee, ze houden elkaars hand vast (wat ze waarschijnlijk al tientallen jaren doen) en lijken nog net zo verliefd als een stelletje dat nog maar pas bij elkaar is.
Lief vind ik dat. Het geeft me hoop. Om me heen hoor ik van relaties die over zijn, mensen die gaan scheiden (tegenwoordig is het een wonder als je ouders nog bij elkaar zijn) en ruzies. Zou liefde dan toch niet bestaan?
Maar als ik dan kijk naar een stelletje zoals hierboven beschreven, dan weet ik het zeker: echte liefde bestaat wel.

Het leven is raar: zwervers

Ik kom hem vaak tegen in de trein van Leiden naar Rotterdam. Hij heeft een trainingspak aan, zijn gezicht is ongeschoren en hij verspreidt een onaangename geur.

‘Dames en heren, ik heb vier euro nodig voor een bed om in te overnachten.’ zegt hij altijd.
Ik heb hem nog nooit iets gegeven.

Laatst was ik in Antwerpen met het vriendje. Er kwam een zwerver naar ons toe, of we geld hadden. Ik gaf hem een flesje water, maar hij scheen me er niet echt dankbaar voor te zijn. Daarom geef ik ook nooit geld aan zwervers: je weet niet wat ze er mee doen. Deze man wilde duidelijk geld voor andere zaken dan eten en drinken.

Laatst kwam er weer een zwerver in de trein, een andere deze keer. Hij hield hetzelfde verhaal, maar had een stapel ansichtkaarten in zijn hand. Die zou hij geven als dank. Niemand zei iets, iedereen negeerde hem. Ik kon het niet. Dus zei ik tegen hem dat ik wat te eten voor hem had (een pakje crackers, niet veel, maar toch) en gelukkig was deze zwerver er wel blij mee. Als dank kreeg ik een ansichtkaart. Een Boomerang (die zijn gratis), dat dan weer wel.

Het is een rare wereld, de wereld van zwervers. Hoe zijn ze zo geworden? Hoe groot is de kans dat ik een zwerver word? Hoeveel van de zwervers zijn drugs- of alcoholverslaafd? Hoe is het om geen eigen plek te hebben? Wat moet je de hele dag doen? Ik vind het moeilijk voor te stellen.

Ik zag een keer een documentaire op tv (helaas weet ik de naam ervan niet). Er werd een zwerver gevolgd. De makers van de documentaire knapten hem op. Hij ging naar de kapper, kreeg een huis en mocht zijn kind en (ex?)vrouw weer zien.

Helaas overkomt dat niet elke zwerver. Het blijft me fascineren hoe iemand zo geworden is. Hoe het zo ver kan komen. Raar is het leven en de wereld soms.

Wat als…

Ik ben negentien, ik studeer en ik woon nog thuis. Zo ziet mijn leven er nu uit. Maar hoe had het er ook uit kunnen zien? Wat als ik uit een gereformeerd gezin kwam? Zou ik nu dan al getrouwd zijn en een kind hebben en dat heel gewoon vinden? Of zou ik me daar tegen af hebben gezet? Of wat als ik in een oorlogsland was geboren? Was ik nu dan überhaupt nog wel in leven geweest, had ik moeten vluchten? Zou ik dan ontdekt hebben dat ik goed kan leren en van schrijven houd?

En zo geldt het ook voor keuzes. Wat als ik toch geschiedenis was gaan studeren of niet in Leiden, maar in Rotterdam? Wat als ik niet was uitgegaan, op de dag dat ik het vriendje ontmoette? Wat als ik tweetalig onderwijs was gaan doen in plaats van gymnasium?

Het probleem is: we weten het niet. Je weet alleen hoe je leven er nu uit ziet met de keuzes die je daarbij gemaakt hebt. Soms zijn dat goede keuzes, maar soms ook niet.

Wanneer denk jij wel eens: wat als…?

Ik ben t/m zondag in Parijs (jaaaaa, leuk he!), dus wees niet beledigd als ik niet op je blog of reactie reageer, want ik ben dus even offline ;).