Rijlesfrustraties

Een half jaar geleden heb ik mijn rijbewijs gehaald (in twee keer). Applausje voor mezelf! Maar voordat ik de rij-examinator vol ongeloof aanstaarde, had ik al heel wat tijd gespendeerd met rijlessen.
Voor de mensen die nog moeten beginnen, een waarschuwing: het is niet leuk (vind ik althans). In het begin nog wel. Alles is nieuw. Je komt erachter dat er zoiets bestaat als een koppeling. Je voelt je de koning te rijk als je voor het eerst zelf achter het stuur zit. De eerste keer op de snelweg vind je jezelf heel erg stoer.

Daarna begint het echte werk pas. Invoegen, straatje keren,  anticiperen. En niet te vergeten optrekken zonder de auto af te laten slaan. Want als er één ding beschamender is dan met je fiets vallen midden op het schoolplein dan is het dat wel. Het gebeurt natuurlijk altijd als het verkeerslicht op groen gaat en er een hele rij auto’s achter je staan. Door de paniek trillen je handen en krijg je de auto niet gestart. Je rij-instructeur wordt ongeduldig en begint tegen je te schreeuwen dat je op moet schieten. Uiteindelijk krijg je de auto gestart en schokkend rijd je weg. Pfff. Ook weer overleefd.

Een andere frustratie is dat jij niet de enige bent die achttien is en rijlessen heeft. Klasgenoten, vrienden, kennissen. Na elke rijles raak je gefrustreerder en weet je zeker dat je nooit, maar dan ook echt nooit, je rijbewijs zult halen. Je bent als eerste begonnen, maar de mensen om je heen halen stuk voor stuk na tien rijlessen in één keer hun rij-examen.
‘Nu jij nog!’ roepen ze lachend.
Je lacht als een boer met kiespijn.

Na vele rijlesfrustraties heb ik toch mijn rijbewijs gehaald.  Ik heb nog geen paaltje omver gereden en er heeft niemand naar me getoeterd. Dus als jij nu rijlessen hebt of er nog aan moet beginnen: het is niet altijd leuk, maar het is me toch gelukt.
Nu jij nog ;-)

‘Ik had je veel jonger geschat!’

‘Ik ben negentien.’
Zelfs bijna twintig.
‘Oh echt waar? Ik had je veel jonger geschat!’
Dit gesprek voer ik helaas veel te vaak. Mensen vragen naar mijn leeftijd, ik vertel het ze en vervolgens zeggen ze dat ze dat echt écht niet hadden verwacht. Ik wil jullie het volgende meegeven: zeg nooit tegen iemand dat je hem of haar jonger had geschat. Dit is namelijk niet leuk. En het is niet zo alsof jij de enige bent die dit tegen mij zegt. Oh nee hoor, sluit maar aan bij het rijtje.

Het is wel logisch, want ik ben niet zo groot en ik heb een rond gezicht (weet je wel, met van die wangen waar oude vrouwtjes graag in knijpen). Dit zijn zogenaamde leeftijdsverlagers. Je snapt dan ook meteen waarom ik nooit twee staartjes in heb of smurfenijs eet. Ze vragen bij de slager nog net niet of ik een plakje worst wil. Met angst in mijn hart wacht ik op de dag dat ze denken dat mijn broertje (zestien jaar) mijn broer is. Stiekem is die dag al gekomen.
Een ander probleem (en dan heb ik het nog geeneens over a-l-t-i-j-d je ID moeten tonen als je uitgaat) is dat ik waarschijnlijk op mijn vijftigste nog schattig wordt gevonden. Ik wil nu al niet meer schattig gevonden worden, laat staan als ik Sarah vier.
Mensen proberen me op te vrolijken met de uitspraak: ‘Als je later oud bent, dan ben je er blij mee.’
Over dertig jaar zie ik er waarschijnlijk nog steeds uit alsof ik vijftien ben.

Ik ga bijna naar rimpels en grijs haar verlangen.

 

Types in de trein

indetrein
Zoals algemeen bekend is (of niet natuurlijk), reis ik vaak met de trein. Heel interessant, ik weet het. Tijdens die treinreizen kom ik vaak dezelfde types tegen. Ik zal er hier een aantal op een rijtje zetten:

1. De asociale jongen.
Zijn petje heeft hij zo ver omlaag getrokken dat ik zijn ogen niet kan zien. Hij heeft een koptelefoon op, waaruit  hardcore te horen is. Hij schudt met zijn hoofd mee op het gebonk. Als hij opstaat, is zijn boxershort mijlenver boven zijn trainingsbroek uit te zien. Om je heen zie je dat iedereen zich ergert aan de harde muziek. Maar niemand durft er iets van te zeggen. Deze jongen heeft een grote bek mond, dat weet iedereen.

2. Het huppelkutje.
Ze praat keihard in haar roze BlackBerry om haar bff op de hoogte te houden van het laatste nieuws over haar liefdesleven. Als ze dat onderwerp beu is, gaat ze roddelen over klasgenoten en andere vriendinnen, terwijl ze haar nagels aan het lakken is. Af en toe kijkt ze je vuil aan en bekijkt je ohzó2010-outfit. Om, als ze opstapt, haar Barbieblonde haar nog even lekker in je gezicht te zwiepen.

3. Het lieve omaatje.
Ze glimlacht vriendelijk als je gaat zitten. Het enige wat ze wil is met jou over het weer praten en je een snoepje aanbieden. Geduldig luister je naar de verhalen over haar kleinkinderen, op wie je toevallig heel erg lijkt. Midden in het gesprek valt ze in slaap. Ze snurkt een beetje. Als je opstaat, schrikt ze wakker en biedt je nog een laatste snoepje aan. Als ze het niet ziet, gooi je het verjaarde snoepje in de prullenbak.

4. De zakenman.
Hij is netjes in pak en uit zijn koffertje haalt hij zijn laptop om er nog een paar mailtjes uit te sturen. Hij ziet er serieus en enigszins humeurig uit, maar wanneer hij zijn vrouw belt, blijkt dat hij een klein hartje heeft.
‘Wat eten we vanavond, schatje?’
Als een verliefde tiener blaast hij wat kusjes in de telefoon. Om vervolgens weer snel door te typen.

5. De serieuze student.
Zijn (of haar, ik houd het hier even op zijn, want hij/zij-en is zo irritant) schoot is bezaaid met papieren en boeken. Hij zit driftig aantekeningen te maken en kijkt niet eens op als de conducteur op zijn kaartje vraagt. Hij is hard aan het werk, maar ondertussen is hij aan het smsen over het volgende feestje. Jawel, het is een echte student.

Als ik moest kiezen, zou ik mezelf omschrijven als een serieuze student (met een knipoog). Ik bel wel eens in de trein, maar dan houd ik het gesprek kort en ga ik niet keihard praten. Als ik muziek luister, dan zet ik mijn geluid niet zo hard.

Kun jij je herkennen in één van deze types?

 

Eindexamens: my worst case scenario

Nog een paar weken. Dan beginnen de eindexamens. Een jaar geleden was ik het, die niet kon wachten om van de middelbare school af te gaan en de ‘volwassen’ studentenwereld te veroveren. Maar eerst die examens maken. Ik stond er goed voor. Ik had redelijk (kan beter) geleerd. Toch was ik er een week voor de uitslag van overtuigd dat ik zou zakken: ‘Ja, want filosofie ging echt kut. En maatschappijwetenschappen heb ik echt verpest.’
Ik had het failure-moment al helemaal uitgedacht. Vijf minuten, voordat je niet meer gebeld kon worden. Tring tring.
‘Hoi Laura, het spijt me, maar… Je bent gezakt. Je hebt voor alle vakken een twee gehaald, behalve voor maatschappijwetenschappen. Daar had je een één voor.’
Huilend stort ik neer. Na een halfuur gegild en gejankt te hebben, sleep ik mezelf naar boven, naar de computer. Ik zal toch niet de enige zijn? Ik ga naar de website van mijn school toe.
‘Op één na, is iedereen van het vwo geslaagd!’
Het wordt zwart voor mijn ogen.

En dan komt de vernedering. Ik wil niet, maar mijn moeder dwingt me naar school te gaan. Op het schoolplein staat de klas. Een vriendin komt naar me toe.
‘Ik hoorde dat iemand alleen maar onvoldoendes had gehaald, hoe kun je nou zo dom zijn?’
Ze lacht.
Ik haal uit.

Een uur later zit ik bij mijn mentor.
‘Laura, op deze school slaan we geen mensen in elkaar. Omdat je gezakt bent, wilden we je hier 6vwo over laten doen. Maar dat zit er nu niet meer in. Je wordt op geen enkele middelbare school meer toegelaten. Je bent een crimineel. Je zal nooit je diploma halen.’
Met hangende schouders en een pijnlijke hand (iets te hard geslagen) loop ik het schoolplein af. De hele school volgt me en ze beginnen steeds harder te roepen: ‘Loser, loser, loser!’

Ik heb mijn vwodiploma gewoon gehaald en zelfs geen onvoldoende gehaald. Mijn worst case scenario is niet uitgekomen.
Maar ik vrees nu al voor mijn bachelor.

(Disclaimer: Mensen die zakken voor hun eindexamen zijn natuurlijk niet dom, dit is allemaal heel erg overdreven en niet serieus bedoeld.)

 

De complicaties van het ijs eten

Het is nog april, maar qua weer lijkt het juli of augustus. En dat is leuk, want van mooi weer wordt iedereen vrolijk en bovendien kan de zomerkleding dan aan. Maar het allerleukste van deze warmte is misschien wel het ijs eten. Toch, geloof het of niet, is ijs eten niet alleen maar leuk. Nee, er zitten een aantal complicaties aan verbonden. Ik zal je vertellen welke:

1. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind chocolade-ijs het allerlekkerst. Dus dat neem ik meestal. Dat is natuurlijk in orde, ik hoef bij niemand verantwoording af te leggen daarvoor. Maar er zit een minpuntje aan chocolade-ijs (aan ijs in het algemeen, maar vooral bij chocola). Ik denk dat iedereen het wel eens meegemaakt heeft:
‘Zit er nog iets?’ vraag je aan een vriend/vriendin/ouder/willekeurigevoorbijganger.
‘Nee, er zit niets.’
Hier volgt een ogenblik van ongeloof. Met je hand veeg je langs je mond, steeds harder.
‘Is het al weg?’
‘Er zit niets!’
Het moment van ongeloof is nog niet voorbij. Je pakt een spiegeltje en bekijkt jezelf nauwkeurig. Er zit inderdaad niets. Je glimlacht naar de vriend/vriendin/ouder/willekeurigevoorbijganger. Maar die rolt met zijn/haar ogen. Eigenwijs? Nee hoor.

2. De dilemma der dilemma’s: een hoorntje of een bakje? Een hoorntje is lekkerder, maar eet wel onhandig. Bij een bakje krijg je een lepeltje in een leuk kleurtje (ik vraag me af of er mensen zijn die dat soort lepeltjes verzamelen) en het smeltgevaar is kleiner. Maar een bakje kun je niet op eten.
Soms is het leven zo lastig.

3. Eigenlijk is smurfenijs best lekker. Het is zo lekker dat je tijdens het eten ervan niet denkt aan al die arme smurfjes die hiervoor gedood zijn. En wat het nog lekkerder maakt, zijn snoepjes.
Het probleem is dat je de leeftijdsgrens van tien jaar al lang overschreden hebt. Als zelfrespecterende tiener/twintiger kun je je image niet op het spel zetten door smurfenijs te nemen. Je hebt een reputatie hoog te houden.
Je dwingt jezelf om niet eens naar het blauwe ijs te kijken, maar toch werp je er steeds blikken op. ‘Niet doen, je bent volwassen.’ klinkt een stem in je hoofd.
Uiteindelijk neem je, volwassen als je bent, vanille-ijs. Maar van binnen huil je een beetje.

IJs eten is zo makkelijk nog niet. Het is eigenlijk best lastig. En dan zijn dit nog maar een paar complicaties. Gelukkig heb ik een oplossing: lang leve de milkshake!

Ik wil een volkstuintje

Ik wil een volkstuintje. Later. Als ik grijs haar en veel rimpels heb. Een volkstuintje mét schattig tuinhuisje. Daar ga ik in zitten met de man met wie ik dan al vijftig jaar samen ben. Ik zet thee. Hij maakt kruiswoordpuzzels. Af en toe vraagt hij om hulp.
‘Europees land, tweede letter is een e?’
‘Ierland.’
Ik kook met onze zelf geplante groenten. Hij, een beetje onhandig, helpt me. Ondertussen fluit hij een deuntje van vroeger. We eten de groenten van mijn grootmoeders servies. We hebben het over mensen van vroeger en het weer.
‘Als het zondag lekker weer is, dan gaan we wandelen in het bos.’
In het tuinhuisje staan foto’s van onze kinderen en kleinkinderen. Aan de muur hangt onze trouwfoto. Wat zagen we er gelukkig uit.
Als het lekker weer is, zitten we in het tuintje. Ik lees een boek en hij luistert naar het gefluit van de vogeltjes. Soms, vaak net als ik helemaal in het boek verdiept ben, voel ik zijn armen om me heen en krijg ik een kus op mijn voorhoofd. Dan is het even net zoals vroeger.
Ik wil een volkstuintje. Later. Als ik oud ben.

Tien tips om een saai college (of les) door te komen

Sommige colleges zijn echt ronduit saai. Je opleiding kan nog zo goed bij je passen, aan saaie colleges ontkom je niet. ‘Help, wat moet ik doen?’ is misschien een vraag die je aan mij wil stellen. Ik, Laura de wijze, heb een antwoord. Tien dingen om te doen tijdens saaie colleges (of lessen, als je nog op de middelbare school zit):

1. Gesprekken in collegeblok.
Ik heb een keer het halve college een gesprek gehad in het collegeblok van een studiegenootje over een medestudent die de hele tijd irritant intelligente vragen stelde, het aankomende tentamen en nog meer gezeur. Dit is tevens een manier om papierverspilling mogelijk te maken.

2. Tekenen op de tafel.
De meeste tafeltjes in de grote collegezalen in Leiden zijn wel bekladderd door studenten die zich verveelden. Wees actief en voeg er iets aan toe! Enkele suggesties: de relieken van de dood (Harry Potter), je telefoonnummer, de naam van je dispuut of bloemetjes. En alsjeblieft, kom niet aan met de standaard tekening van een piemel (afgezaagd).

3. Docenten natekenen.
Op de één of andere manier hebben docenten altijd opmerkelijke gezichtstrekken dan wel lichaamsomtrekken. Ideaal om een karikatuur van te tekenen. Of begin een wedstrijd: wie kan de vervelendste docent het beste natekenen?

4. Smsen.
Smsen is één van die noodzakelijke dingen. Die laatste roddel naar je beste vriendin, een liefdesverklaring naar je vriend of de vraag aan je moeder waar dat ene shirt nou ligt. Je hebt een abonnement en daar moet je ten volste benut van maken, toch? En wanneer kan dat nou beter dan tijdens een saai college?

5. Laptop meenemen.
Een laptop tijdens college is handig. Het maakt niet uit of je pen leeg is, je hoeft je aantekeningen later niet meer over te typen en het helpt tegen de verveling. Je kan spelletjes spelen, facebooken, twitteren of mijn blog bezoeken natuurlijk ;).

6. Je haar vlechten.
Altijd maar los haar of in een staart. Bijna net zo saai als het college. Doe iets anders en ga je haar vlechten! Is je haar te kort? Kijk dan die ene jongen met het lange haar even lief aan. Mag vast.

7. Irritante vragen stellen aan de docent.
‘Ik begrijp het niet. Kunt u het uitleggen? Ik begrijp het nog steeds niet.’ ‘Maar wáárom zit dat dan zo?’ ‘Mag ik even naar de wc?’ ‘Waar heeft u die broek gekocht?’ ‘Bent u getrouwd?’ ‘Mag ik uw telefoonnummer en handtekening?’ Leef je uit.

8. Een briljante uitvinding doen.
De briljantste uitvindingen worden gedaan op onbewaakte momenten. In bed, tijdens de afwas. Misschien heeft Einstein zijn revaliteitstheorie wel bedacht toen hij op de wc zat. Dus grijp deze kans en bedenk iets briljants of los een wereldprobleem op. Het is één stap richting de Nobelprijs!

9. Ouderwets boter, kaas en eieren doen met je buurman/buurvrouw.
Of kamertje verhuren. Maar dat zijn natuurlijk de traditionele spelletjes. Verzin iets anders. Doe Lingo (kun je alvast oefenen voor de uitzending) of neem de Monopoly-doos mee. Scrabbelen kan natuurlijk ook.

10. Slapen.
Het leven van een student is zo makkelijk nog niet. College volgen, artikelen doornemen, boeken lezen (in mijn geval), borrelen, feesten. Dit zorgt voor constante vermoeidheid. Als je de kans krijgt om daar iets aan te doen, dan moet je die grijpen ook. Dit is vooral handig voor degene die aan insomnia lijdt, want sommige colleges zijn zo saai dat je er spontaan van in slaap valt.

Eigenlijk mag ik deze tips helemaal niet geven. Dus doe maar net alsof je ze niet gelezen hebt. Want natuurlijk let ik zelf ook altijd heel goed op tijdens college. Ik doe actief mee en zit nooit op Facebook en smsen doe ik al helemaal niet! Dus alsjeblieft, volg mijn goede voorbeeld. Ik ben een brave student (hoor ik daar iemand kuchen?). Echt waar.

 

Ik En Anderen: Het toppunt van burgerlijkheid

Het toppunt van burgerlijkheid? Naar de Ikea gaan. Iedereen doet het. Het Ikea-uitje is nog net geen schoolreisje, maar het laat niet lang op zich wachten als vervanger van de dierentuintrip. Wat te doen bij de Ikea? Meubels kopen die niet ‘06498278293’ of iets dergelijks heten, maar ‘Billy’ of ‘Johan’ genoemd worden. Het zijn net kinderen. Over kinderen gesproken (die worden direct naar Småland gestuurd, om in real life te ontdekken hoeveel bacteriën er in een ballenbak zitten), vast onderdeel van het Ikea-uitje is de kinderafdeling bezoeken. Ook als je (nog) geen kinderen wilt. Waarom? Om bij elk knuffeltje en dingetje keihard ‘Awwwww!’ te gaan roepen. Een vrouwelijke oerreactie, gok ik. Baardrang heet dat.
Tussen de stelletjes door zie je af en toe een groepje mensen in Ikea-shirts, driftig schrijvend in hun schrift, terwijl ze achter het Ikea-opperhoofd aanlopen. Op de één of andere manier zijn het altijd Aziaten.
Het Ikea-uitje is niet compleet zonder voedsel te hebben genuttigd dat gemiddeld tien cent kost in het restaurant. Dat de Zweedse gehaktballetjes wel erg sterk doen denken aan een substantie die ik nu niet zal benoemen, maakt de gemiddelde Ikea-bezoeker niet uit.
Een studiegenootje dacht vroeger dat Ikea voor ‘Ik En Anderen’ stond. En eigenlijk klopt dat wel. Iedereen heeft wel een Billy in zijn huis staan. Iedereen steelt de kleine potloodjes. En daar is stiekem helemaal niks mis mee.

 

Laura de reiziger: Vijf leuke dingen aan het openbaar vervoer

tjoeketjoekedoetdetrein

Zoals ik al zei, zal ik – na mijn lijstje van vijf ergernissen – nu vijf dingen opnoemen die ik wél leuk vind aan het openbaar vervoer.

1. Gesprekken afluisteren.
Ik moet bekennen, ik ben een nieuwsgierig mens. Dus luister ik stiekem de gesprekken af die mensen voeren. Je hoort nog wat interessants, zoals een jongen in de metro die aan de telefoon zat:
‘Wat heb je aan?’
Toen ik dit hoorde, dacht ik: wtf. Geen telefoonseks in openbare ruimtes s’il vous plait.
‘Waar kan ik je aan herkennen? Oké, ja. Drie uur. Is goed.’
Dit was overduidelijk een blind date. Het liefst was ik de jongen achterna gelopen om te zien hoe het ging. Maar helaas, ik was al bij mijn halte.

2. Lang leve de studenten-ov.
Niet iedereen in het openbaar vervoer kan hiervan genieten, maar ik wel! Gaat een college niet door? Dan ga ik toch gewoon een dagje naar Den Haag/Amsterdam/Utrecht/noemmaarop. Voor niks, nada, noppes! Het enige vervelende is dat je met een weekabonnement niet gratis in het weekend kan reizen (wel veertig procent korting met de trein), maar dat nemen we maar voor lief.

3. Bijslapen.
Het studentenleven is niet altijd even gemakkelijk. Tentamens, papers, artikelen die je moet lezen, veel reizen. Het zorgt voor vermoeidheid en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Dus wat doe je dan? Slapen. Maar een brave student skipt geen college. Wanneer moet je dan slapen? Juist. In de bus/trein/metro. Muziekje op, oogjes toe en welcome in wonderland.

4. Lekker warm.
Denk aan puntje drie van de vijf ergernissen. Je staat al een kwartier in de kou te wachten, je handen bevriezen, je kunt geen ledemaat meer bewegen en je haren zijn ijspegels geworden. Dan komt eindelijk de bus/trein/metro  en daarmee ook de warmte je tegemoet. Laat het ontdooien maar beginnen.
(Disclaimer: dit geldt natuurlijk alleen in de winter).

5. Uit het raam kijken.
Al langer dan een half jaar volg ik de verbouwing bij station Delft. Eerlijk gezegd schiet het niet echt op. Maar toch ben ik elke keer weer benieuwd wat er veranderd is. Ook kijk ik graag naar mensen (in en buiten het openbaar vervoermiddel). En als ik me echt verveel? Dan kijk ik naar de huizen en bedenk ik of ik dat huis nou wel of niet zou willen wonen.

Natuurlijk zijn dit niet de enige leuke dingen aan het openbaar vervoer (Echt niet? Nee, echt niet.). Over een tijdje zal ik jullie plezieren met andere aangename dingen en tot die tijd: enjoy your travel!

De romantische komedie

Jennifer Aniston. Iedereen denkt bij het noemen van deze naam onmiddellijk aan Friends. Ik niet. Al is het alleen maar omdat ik Friends niet leuk vind (no hatemail, please!). Nee, voor mij is Jennifer Aniston eeuwig verbonden aan: de romantische komedie. Negen van de tien keer heeft ze namelijk een rol in een meisjeenjongenwordenverliefdopelkaarfilm. Kijk, Jennifer, het verdient vast heel goed, maar wil je geen uitdaging? Je kan vast wel acteren (dit kan ik niet met zekerheid beweren hoor), dus ga eens voor een actiefilm of nog beter: een bloederige horror.

Waarschijnlijk heb je Black Swan wel gezien. Koelbloedig als ik ben, vond ik hem niet eng, maar ik zou het zeker geen romantisch film noemen. Na het kijken van deze film dacht ik: ‘You go girl, Natalie Portman!’ Totdat ik de trailer van haar nieuwe film zag. No Strings Attached. Man en vrouw hebben een seksrelatie, maar hij wordt verliefd op haar. Oeeeeh wat spannend, hoe zou dit aflopen? Zouden ze bij elkaar komen? Natalie. Serieus. Waarom doe je dit jezelf aan? Ben je gek bij je hoofd? Black Swan heeft Oscars gewonnen, weet je wel, van die gouden glimmende beeldjes. Dat is een prestatie. Als ik deze films met chocola moet vergelijken, dan is Black Swan Toblerone en No Strings Attached een koetjesreep. Major downfall.

In No Strings Attached zit ook onze grappenmaker Ashton Kutcher (‘Goh, is dat die man die in elke romantische komedie zit die is gemaakt?’ ‘Ja, die.’) Ik snap het niet. Wat vrouwen in hem zien. Ja, ik weet dat hij een sixpack heeft, maar daar houdt het wel op. Hij is zo’n man die op verjaardagen schunnige grappen vertelt. Dat soort mannen zijn niet leuk (zeg ik uit ervaring).

Ik heb het gehad met de romantische komedies, Jennifer Aniston, Ashton Kutcher en Natalie Portman heeft nu ook voor me afgedaan. Ik kijk liever films van Tim Burton. Dan maar geen sixpack.
(Stiekem blijf ik films als Love Actually, Bridget Jones’ Diary, Titanic, Ten Things I Hate About You etc. wel leuk vinden, maar dat mag je aan niemand vertellen!)