In de halflege supermarkt koop ik de snoepjes die hij zo lekker vindt. Ik verstop ze overal in mijn huis. Tussen de kussens van de bank, in een glas, onder de kaart die hij gaf voor Valentijnsdag. Natuurlijk vertel ik hem niets. Elke keer als hij er eentje vindt, is hij zo blij als een kind.
Terwijl mijn wekker gaat om het thuiswerken te starten, ligt hij nog in mijn bed. Het ontbijt is zijn taak: breakfast burrito’s, American pancakes of gewoon simpel yoghurt met fruit. In de lunchpauze wandelen we en zeggen we welke huizen we wel of niet mooi vinden. Naar alle katten in het raam wordt gezwaaid. Ik houd zijn hand vast.
’s Avonds kijken we Peaky Blinders. Ik herhaal alles wat ze zeggen: ‘SHOT OP!’ In bed smelten we weg bij alle kattenfilmpjes van Kittisaurus. Later nemen we ook een kat. Een beetje een bolle.
Buiten staat de wereld op zijn kop. Maar binnen houdt hij me vast.
Van hetzelfde.
Wat mooi geschreven!
Wat lief en mooi!
Wat mooi!
<3 mooi!
Jaaaa, dat is een goede match. Lief!