Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.
***
De regendruppels op de autoruit vechten met elkaar: wie is er het snelst bij de finish? Ik kies er eentje aan de linkerbovenkant, hij begint sterk, maar eindigt als laatste. De huizen zijn wazig, de kleuren vervagen in elkaar. We hebben nog uren te gaan. Mijn broertje snurkt een beetje en knikkebolt. Ik verdwijn in andere werelden in mijn boek. Mijn ouders bespreken zachtjes welke afslag zo dadelijk komt.
Als ik mijn ogen een beetje dichtknijp en door mijn wimpers gluur, lijken de lantaarnpalen bollen van licht. Ze gaan zoef zoef voorbij en ook de auto doet zoef zoef over de snelweg. De stemmen op de radio klinken steeds verder weg. Mijn moeder hoeft niet te schakelen en niet in te halen, we gaan in één rechte lijn naar huis. Mijn ogen vallen dicht en ik word wakker in mijn eigen bed, zonder te weten hoe ik daar ben gekomen. We zijn weer thuis.
Home sweet home! Mooi geschreven.