Het dekentje op mijn benen zie je niet op de camera. Ook de kat die naast me slaapt op het tapijt ligt daar ongezien. Af en toe zie je een man met een snor verschijnen op de achtergrond. Als hij vertrekt, doe ik snel ook mijn video uit, zodat ik hem gedag kan kussen.
Straks, tijdens de lunch, ga ik wandelen, met een voice message van een vriendin op, langs het water. Misschien ligt er weer een leuk boek in de minibibliotheek. En even kijken of die lieve kat in dat huis op de hoek voor het raam ligt.
Daarna zet ik mijn favoriete muziek op en begin ik te schrijven aan een artikel. Af en toe beantwoord ik een binnenkomend berichtje via Slack. En aan het einde van de dag bel ik met mijn favoriete collega, zodat we kunnen bijpraten.
Als de werkdag echt voorbij is, klap ik mijn laptop dicht en pak ik een boek. De man met de snor is aan het koken en de kat ligt in de vensterbank naar vogeltjes in de tuin te kijken.
Misschien is dat thuiswerken toch zo slecht niet.
Dat is het ook niet, maar ik ben toch ook erg graag op kantoor. Morgen mag ik weer! :-)
Heel herkenbaar! Ik zou het niet erg vinden om het wat vaker te blijven doen.
Dat klinkt inderdaad best fijn!
Thuiswerken is wat mij betreft de uitvinding van de 21ste eeuw … al is thuis werken al zo oud als de weg naar Rome.
Ik werk ook echt graag thuis. Je houdt gewoon zoveel tijd over, want vooral dat pendelen steekt me tegen. Gelukkig gaan we op het werk stilaan wel richting een balans van thuis en op kantoor werken.