Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.
***
Er zitten gaten in het plafond van de tandarts. Ik weet niet waarom. Terwijl de tandarts mijn mond controleert en er af en toe een metalen voorwerp in steekt, stelt hij de gebruikelijke vragen.
“Hoe gaat het met je studie?”
Ik denk niet dat hij weet wat ik studeer.
“Woon je al op kamers?”
Nee.
“Hoe gaat het met je vriend?”
Die vraag is nieuw. Ik doe mijn mond dicht. Hij kijkt me verbaasd aan. Dan zie ik het besef in zijn ogen. Ik doe mijn mond weer open.
“Heb je een bijbaantje?”
Wanneer ik met mijn hoofd schud, raakt hij met een tangetje mijn tandvlees aan. Het bloedt.
“Niet met je hoofd bewegen”, zegt hij.
“Geen vragen stellen als je met gevaarlijke voorwerpen in mijn mond zit”, wil ik zeggen, maar de tandartsassistente blaast mijn slijm weg, dus dat gaat niet.
“Geen gaatjes.”
Hij schudt mijn hand en ik schud mijn hoofd. Tandartsen zijn ongevoelig.
Haha! En dan verwachten ze ook nog dat je wat terug zegt als je daar met je mond open ligt.
Grinnik. Ik denk dat tandartsen zelden naar hun eigen plafond kijken. De vloer rondom de stoel kennen ze als hun broekzak.
Hahaha dat doen ze expres!