Ik fiets terug naar Oegstgeest. Het is een mooie, zonnige dag en iedereen is op straat, alsof heel het dorp me uit komt zwaaien. Ik glimlach naar iedereen die ik tegen kom, maar er zit ook een beetje verdriet achter.
Dag zonnebloementuin, zeg ik in stilte.
Dag lievelingshuis.
Dag beeld van de forens dat me ’s nachts nog altijd aan het schrikken maakt.
Dag schommels.
Dag katten.
Dag kamer.
Vanaf nu ben ik niet meer alleen. Oegstgeest ontdekte ik al hardlopend en skatend in mijn eentje, maar in Voorschoten gaan we samen op avontuur.
Ik zal je niet vergeten, het dorp waar ik voor het eerst op mezelf woonde, het dorp met de mooiste huizen van heel Nederland, het dorp van Jan Wolkers.
Ooit ga ik terug. Terug naar Oegstgeest.
Natuurlijk ga je terug. Al is het maar in je herinneringen. De herinnering pakt niemand je af.
Mooi geschreven. :)
Lijkt mij ook heel raar om je hometown – of ouderlijk huis – te verlaten, maar je krijgt er wat moois voor terug volgens mij :)
Herkenbaar zeg! Dat gevoel heb ik ook nog steeds bij de stad waar ik het eerst op mezelf ging wonen, mooi geschreven!
wat een mooi blogje Laura! Maar nu woon je gelukkig dichter bij mij ;-)
Ja, zo heb ik ook afscheid genomen van Tilburg, afgelopen winter. Doet me trouwens denken aan het Amerikaanse kinderboek ‘Goodnight Moon’, waarin een konijn welterusten zegt tegen diverse objecten in zijn slaapkamer. Diezelfde sfeer voel ik een beetje!