De wachtkamer

Blogonderwerp bedacht door: Jacques

Ik heb vele uren van mijn leven doorgebracht in de wachtkamer van de orthodonist. Dat ging eigenlijk altijd zo:

Op de tafel lagen Donald Ducks van tien jaar geleden en de stoelen zaten alles behalve prettig, zo’n ruimte. Mijn gevoelens wisselden van hoe lang gaat dit verdomme nog duren tot misschien mag mijn beugel er binnenkort uit tot ik moet de rest van mijn leven een beugel dragen.
De klok deed tik, tik en ik probeerde angstvallig oogcontact met de chagrijnige mevrouw achter de balie te vermijden. Sommige kindertjes poetsten hier tegenover de balie hun tanden, maar no way dat ik daar met een schuimende bek voor Jan met die wel hele korte achternaam ging staan.
Ik ging verzitten. De stoel zat nog steeds niet lekker. Aan de muur hingen posters van mensen met perfect rechte tanden. Wrijf het er maar lekker in hoor.
Werkelijk iedereen werd uit de wachtruimte geroepen, ook dat meisje dat pas net binnen kwam. Eén grote angst: ik kom hier nooit meer weg.
Naar buiten kijken had ook geen zin, want daar was alleen een eindeloze stroom aan voorbijzoefende auto’s te zien. Ik bladerde door een Fancy uit 1999. Help, ik heb hand in hand gelopen met een jongen, ben ik nu zwanger? Ik legde hem maar weer op tafel.
‘Laura!’
Na een half uur was het dan eindelijk zo ver. Vijf minuten gepruts in mijn mond en een ‘Nee, je beugel mag er echt nog lang niet uit, waarschijnlijk pas in 2040 ofzo.’ en ik kon er weer vandoor.

Om een maand later weer dezelfde gruwel van de wachtkamer door te maken.