Hoe jij en ik weten dat we oud beginnen te worden


En ik heb rimpels.

Ik ben 21. Maar soms voel ik me wel 70. Ik voel dat de aftakeling begint te naderen en ik zal jullie vertellen waarom. Wedden dat jij hetzelfde hebt?

1. ‘Weet je wel, die ene acteur uit die ene film.’
‘Ehm ja. Jaaaaa. Shit. Ja, hoe heet hij ook alweer? Iets met de p.’ (als ik zeg dat iets met de p is, dan is het eigenlijk nooit met de p)
‘Hij zit in die film over zombies, weet je wel.’
‘Ja, hoe heet die film ook alweer? En hij heeft ook met die ene actrice, ehm, what’s her name, gespeeld.’
Internet is voor dit soort gevallen erg handig, maar het zorgt er niet voor dat je je minder oud gaat voelen.

2. Dat je denkt: oh ja, daar heb ik het met iemand over gehad. MAAR MET WIE IN GODSNAAM?

3. Ik ben op een feestje/ergens nieuw/op een random locatie en er moeten handjes geschud worden.
‘Petra.’
‘Laura.’
Shit, denk ik. Heb ik weer een slap handje gegeven. Oké, volgende keer beter.
‘Klaas.’
‘Laura.’
Ah nee, kom op zeg. Doe ik het goed, geeft híj een slap handje.
‘Diederik.’
‘Laura.’
Shiiiiit, hoe heten ze ook alweer? Waarom kon ik alleen maar aan slappe handjes denken? Wacht, wacht. Ehm. Paula heet zij, geloof ik. En hij, ehm, ja, ik weet het wel. Oké, ik weet het niet. Wat ben ik toch een stombo.

4. Soms vertel ik twee (soms zelfs drie) keer hetzelfde verhaal aan iemand, omdat ik niet meer weet aan wie ik het allemaal verteld heb.

5. Een veelvoorkomend gesprek tussen twintigers: ‘Nu zitten die kindjes allemaal met smartphones. Toen ik tien was, had ik nog geen mobieltje hoor.’
‘Nee inderdaad, in onze tijd speelden kinderen gewoon nog buiten!’
‘Tsss ja, de jeugd van tegenwoordig.’

6. Het besef: ‘Ik heb in twee eeuwen geleefd.’

7. Het besef: ‘Ik heb nog in een tijd geleefd zonder mobieltjes en internet. Hoe is dat mogelijk?’

8. Het besef: kindertjes die in 1994 zijn geboren, worden dit jaar achttien.

9. Het besef: 21 is al bijna 30. 30 is al bijna 40. 40 is al bijna 100.

10. Het besef: er zijn mensen van mijn leeftijd die al getrouwd zijn en kinderen hebben. Ik heb niet eens een eigen voordeur, laat staan huisje, boompje, beestje.

Ja, geef maar toe, je herkent het. Het is waar. We zijn oud. Nu maar hopen dat we het ook echt worden! (if you know what I mean)